Traditiegetrouw is september een goede maand waarin veel mogelijk is. Trektellers nemen hun plaatsen in, steltlopers worden afgekeken en de bosjes en vlaktes worden plat gelopen. Afgelopen maand begon misschien eerder rustig maar naar het einde toe vielen verschillende kleppers uit de lucht! Misschien met wel de meest enigmatische vogelsoort ooit waargenomen in België. Dit smaakt naar meer!
Overzicht
Beginnen doen we zoals steeds met de watervogels. De nazomer is doorgaans niet echt een goede periode voor zeldzaamheden van deze groep, en dat was nu niet anders. Solitaire Krooneenden werden op zeven locaties gezien, en dat was het al. Heel wat beter was de Alpengierzwaluw die Dominique Peeters de 24e zag overvliegen bij Houchenée (LG). Indien aanvaard is dit het 46e geval voor België. Porseleinhoenen werden nog van zes plaatsen gemeld. Hier en daar werden al wat groepjes Kraanvogels waargenomen, benieuwd of het een goed najaar wordt voor deze soort. De Roodhalsfuut van de Beneden Netevallei (AN) werd enkel nog op 1 september gemeld. De vogel van Ekeren (AN) bleef wel nog wat langer aanwezig, en ook in Beerse (AN) was een vogel enkele dagen te zien. Langs de kust tenslotte werd er één waargenomen bij Blankenberge (WV) en bij Koksijde (WV). Steltkluten (zowel adulte als juveniele vogels) werden nog in drie gebieden gezien. Knap was de ontdekking van een Aziatische goudplevier op 14 september door Filip De Ruwe bij Zuienkerke (WV). Mogelijk was deze vogel hier al enkele dagen aanwezig. Dit is nog maar het 11e geval voor ons land, een stevige zeldzaamheid dus! Vooral in het begin van de maand werden nog groepjes Morinelplevieren waargenomen. Het ging steeds om kleine aantallen, de grootste groep bestond uit acht vogels. Leuk was de Gestreepte strandloper die van 10 t.e.m. 18 september aan het Zennegat bij Mechelen (AN) zat. Doorheen de maand werden nog 13 Reuzensterns gezien. Van de 15e t.e.m. de 18e pleisterde een eerstejaars Witwangstern op Blokkersdijk (AN). De Witvleugelstern van Verrebroek bleef daar nog t.e.m. 2 september aanwezig.
Door het ontbreken van sterke noordwestenwinden bleef september heel rustig qua zeevogels, zo werden er maar één Middelste en drie Kleinste jagers gezien. Ook de zeven Grauwe pijlstormvogels (waarvan vijf op de 29e) waren maar mager voor september. Op 16 september ontdekte Ronan Felix een eerstejaars Dwergaalscholver bij Bree (LI). Met maar zes aanvaarde gevallen tot nu toe is dit nog steeds een grote zeldzaamheid, de afgelopen jaren werden we wel verwend voor deze soort.
De twee Kuifaalscholvers van Oostende (WV) bleven daar aanwezig, en ook bij Nieuwpoort (WV) werd er één waargenomen. Een Zwarte ibis bleef rondhangen bij Kieldrecht (OV), op 10 september vloog een groep van maar liefst 18 vogels over de Sint-Maartensheide bij Bree (LI). Op 3 september werden in de Blankaart (WV) maar liefst 679 Koereigers geteld op de slaapplaats daar, dat zijn aantallen die je eerder met de Camargue associeert. Grijze wouwen werden gezien op Baaigemkouter (OV) op 16 september, en bij Borgerhout AN) op 22 september. Slangenarenden werden nog uit acht gebieden gemeld, met bij Helchteren nog drie vogels in het begin van de maand. Op 4 september zag Philippe Jenard een Schreeuwarend overvliegen bij Sourbrodt (LG). Spectaculair was de tweedejaars Bastaardarend die op 27 september laag boven de Gentbrugse Meersen (OV) werd opgepikt door Robbe Cool en Roman Spildoren. Dankzij snelle communicatie kon deze vogel nog op enkele andere plekken worden opgepikt, voor hij ter hoogte van Waregem van de radar verdween. Indien aanvaard wordt dit het 13e geval voor België, en nog maar de vijfde sinds 2000!
Met vier Dwergarenden was het een goede maand voor deze soort. Steppekiekendieven werden uit 29 km-hokken gemeld, voor Grauwe kiekendief waren dit er 26. Buiten de twee vogels van de IJzervallei (WV) werden Zeearenden nog van een tiental plekken doorgegeven. Met waarnemingen van een 15-tal plaatsen was het een goed najaar voor Roodpootvalk.
Met nog zeven Hoppen loopt het uitstekende jaar voor deze soort stilaan op zijn einde. Bijeneters werden nog waargenomen bij Gondregnies (NA) op 2 september en bij Villance (LX) op 3 en 5 september. Op 3 september zou een groep van een 50-tal vogels aanwezig geweest zijn. De eerste Bonte kraai van het najaar zat op 30 september bij Blankenberge (Filip Matthys). Er werden maar twee Buidelmezen waargenomen. Waarnemingen van Kuifleeuwerik bleven traditiegetrouw beperkt tot het uiterste westen van de kust. Een Kortteenleeuwerik werd op 11 september geringd bij Herentals (AN). Enkele dagen later, op 16 september, werd er één ontdekt door Stefan Masure op het (ontoegankelijke) Groot Schietveld bij Brecht (AN). Indien aanvaard worden dit het 46e en 47e geval voor België.
De eerste Bladkoning werd op 17 september waargenomen in het Visserskuis bij Zeebrugge (WV), tot het eind van de maand werden nog maar zes exemplaren waargenomen, het lijkt dus een zwak najaar te gaan worden voor deze soort. Verrassend was de Raddes boszanger die op 30 september tegen een raam vloog in Duffel (David Janssens). Een mooie vondst was de Grauwe fitis die Lowie Lams op 28 september vond in het Geitenpark bij Zeebrugge (WV). Dit wordt het 24e geval voor ons land, en al het derde dit jaar.
Op 16 september werd nog een Grote karekiet geringd bij Sint-Huibrechts-Hern (LI). Er waren nog vier ringvangsten van Waterrietzanger, de laatste op 26 september. Een Struikrietzanger werd op 6 september geringd bij Houtem (WV), één op de 7e in Het Zwin en een waarschijnlijk exemplaar zat op 17 september bij Zeebrugge. Op de laatste dag van de maand vonden Julien Hainaut, Natalie Picard en Matthieu Fabry een Siberische sprinkhaanzanger in Heist. Deze soort is ondertussen bijna een vaste gast op die plek, met sinds 2019 nu al zes gevallen!
Graszangers blijven op meer en meer plaatsen opduiken, er waren nu al meldingen uit 79 km-hokken (tegenover 73 in augustus en 56 in juli). Ook waren er nog waarnemingen van vogels met nestmateriaal, een nieuwe lichting vogels volgt dus misschien nog later dit jaar. Met zes Sperwergrasmussen, waarvan vijf ringvangsten, was het een rustige maand voor deze soort. Nog op de laatste dag van de maand vond Kenny Hessel een Noordse nachtegaal in de Voorhaven van Zeebrugge, de 47e voor België, maar nog maar de zesde veldwaarneming.
Met zes aanvaarde gevallen tot nu toe is Izabeltapuit een grote zeldzaamheid in ons land. Afgelopen maand kwam daar een beetje verandering in, met maar liefst drie exemplaren. Op 4 september ontdekte Filip De Ruwe de eerste in Zeebrugge, deze vogel verdween echter vrijwel meteen uit beeld. De 18e van de maand ontdekte Gerald Driessens er één bij Peer (LI), die wel beter meewerkte. De voorlopig laatste tenslotte werd de 23e gevonden in Dudzele door Romain Dumont de Chassart, Thibaud Vandaudenard, Joachim Bruffaerts and Olivier Dupont. Indien allemaal aanvaard zal de Belgische lijst nu dus negen gevallen tellen.
Met maar één Grote pieper was het een zwakke maand voor deze soort. Met meldingen uit 87 km-hokken was Duinpieper heel wat beter vertegenwoordigd. Ook Roodkeelpieper was niet echt algemeen, met 11 exemplaren tot nu toe. Ortolaan deed het met een 20-tal exemplaren dan weer iets beter. Bij Roly (NA) werden nog de hele maand tot vier Cirlgorzen gemeld. Benieuwd hoe het volgend jaar met deze soort zal lopen! Van Dwerggors werden enkel twee onzekere vogels gemeld.
En dan last but not least (Amerikaanse zangers staan taxonomisch immers achter ‘onze’ gorzen), dé klepper van het jaar, en wellicht één van de beste zeldzaamheden ooit in België. Veel vogelaars moesten twee keer kijken toen op 24 september om 9u11 de melding Bonte Zanger op allerlei kanalen verscheen. Jonathan Meire had net deze droomsoort gevonden in de Sashul bij Heist (WV), en wat volgde was één van de grootste eendagstwitchen in België. Van overal haastten vogelaars zich naar de kust (nog nooit zoveel partners en kinderen van vogelaars op één moment samen gezien), waar de vogel zich vaak kort maar soms goed liet bekijken in een strook van 150-200 meter. Soms was hij een tijdje onvindbaar, om dan toch weer teruggevonden te worden. Uiteindelijk kreeg zowat iedereen die afzakte naar Heist de vogel degelijk te zien. Na het massaal opduiken van Amerikaanse zangvogels in het Verenigd Koninkrijk leefde overal in West-Europa de hoop om er iets van mee te pikken, maar dat het voor ons land deze soort zou worden, daar hadden niet veel vogelaars rekening mee gehouden. Topvondst van een topsoort, nog maar de vierde voor het Europese vasteland na vogels in Frankrijk, Spanje en Noorwegen.
Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!
Gezocht in oktober
Nu september achter de rug is, is het najaar helemaal op gang gekomen. Met de Bonte zanger hebben we al een absolute mega gehad, maar het kan altijd nog beter! Als Bonte zanger kan moeten enkele andere, in Europa iets algemenere Amerikaanse zangers ook kunnen. Waarom dan geen Mirte- (Yellow-rumped warbler) of Zwartkopzanger (Blackpoll warbler)? Nog eens een Roodoogvireo is wellicht iets realistischer. Het hoeft natuurlijk geen Amerikaan te zijn, ook vanuit het oosten zijn er mogelijkheden genoeg. Eens een ‘gewone’ Bruine klauwier zou veel volk trekken, en ook Daurische klauwier is nog voor heel veel mensen nieuw. Of waarom eens geen Woestijngrasmus? De waarneming van een langsvliegende Bruine gent in Noord-Frankrijk zet deze soort ook meer en meer op de lijst met ‘te verwachten’ soorten. Of een leuke steltloper, bijvoorbeeld een Grijze strandloper, ook nog nooit gezien hier, en recent alweer mooi te zien in Nederland. Weer keuze genoeg, en er zit meer dan we weten, iedereen naar buiten dus!