Na een kalme maand juni bleek juli nog wat kalmer. Hopelijk de stilte voor de najaars-storm zullen we maar denken. Ondanks de rustige periode werden toch wat leuke soorten gezien, lees er alles over in het verslag van de afgelopen maand!

Overzicht

Net zoals in juni bleek ook juli weinig verrassend een zwakke maand voor eenden en ganzen. Er werden een 15-tal Krooneenden gezien, verspreid over acht locaties. De grootste groep bestond uit zes exemplaren, deze werden op 27 juli gezien bij Virelles (HA). Van Witoogeend waren er maar twee waarnemingen. Er werden nog zes zingende Kwartelkoningen gemeld, verdeeld over vier gebieden. Porseleinhoentjes werden van negen locaties gemeld, waaronder ook al enkele ringvangsten van najaarstrekkers. Goed nieuws kwam er uit het Viersels Gebroekt (AN), waar op 8 juli kon worden vastgesteld dat het koppel Kleinst waterhoenen met succes jongen had voortgebracht. Er werden uiteindelijk drie jongen gezien, die zich samen met de ouders nog de hele maand lieten bekijken. Het laatste succesvolle gekende Vlaamse broedgeval van deze soort dateert al van 1999, in Wallonië kwam de soort in 2019 nog tot broeden.

Een knappe vondst was het juveniele Klein waterhoen dat Geert Bussens op 25 juli vond bij Waasmunster (OV).

Nog goed broedvogelnieuws kwam er uit de Vallei van de Zwarte Beek (LI), waar het koppel Kraanvogels voor het vierde jaar op rij succesvol wist te broeden. Er werden opnieuw twee jongen grootgebracht, wat het totale aantal uitgevlogen jongen hier op zeven brengt. Steltkluten werden nog waargenomen in 46 km-hokken, met op verschillende locaties nog juveniele vogels. De eerste Reuzenstern van het najaar werd op 17 juli waargenomen, er zouden nog vier andere vogels volgen deze maand. Witwangsterns werden nog gemeld van vijf locaties. Buiten de klassieke broedgebieden in Wallonië, werden ook in Vlaanderen deze maand al heel wat doortrekkende Zwarte ooievaars gezien. Zwarte ibissen werden op vijf locaties gezien, met volgende maximale aantallen: 10 in de Uitkerkse Polders (WV), één bij Zandvoorde (WV), één bij Heurne (OV), vier bij Kieldrecht (OV) en één bij Oude-Heverlee (VB). Woudaapjes werden nog gemeld uit 16 gebieden. Kwakken werden dan weer uit 42 km-hokken gemeld, waarbij het wellicht vooral gaat om dispersie van vogels die van buiten België komen. Enigszins verrassend waren de drie Ralreigers die nog werden gezien deze maand: op 10 juli werd in de Bourgoyen (OV) opnieuw een/de vogel gezien, dezelfde dag zat er ook één in de moerassen bij Harchies (HA), en op 17 juli werd er één gezien bij Stokkem (LI). De aantallen Koereigers op de slaapplaatsen beginnen ook weer op te lopen, met in de Blankaart (WV) op 30 juli alweer 180 exemplaren. Met meldingen uit 61 km-hokken waren er ook behoorlijk wat Purperreigers te zien deze maand. Ook Vale gier deed het nog goed, met een 60-tal exemplaren, verdeeld over zes waarnemingen. De grootste groep bestond uit een 30-tal vogels, en vloog op 14 juli over Dinant (NA). Slangenarenden werden in een vijftal gebieden gezien, op het militaire domein van Houthalen-Helchteren (LI) waren minstens twee exemplaren aanwezig.

Verrassend was de Schreeuwarend die op 30 juli Bütgenbach (LG) werd gezien door Ellen de Bruin en Ricardo van Dijk. Zoals steeds bij deze soort bleek ook dit exemplaar niet twitchbaar…

De Dwergarend die al zowat heel het voorjaar rondhangt in (voornamelijk) West-Vlaanderen, bleek vanaf half juli een min of meer vast patroon te hebben, door tussen 10 en 11u ’s ochtends langs de uitkijktoren in het Vloethemveld te vliegen. Op die manier konden heel wat vogelaars deze vogel bekijken. Buiten dit exemplaar waren er ook waarnemingen bij Heffen (AN) en Beaufays (LG).

Een koppel Grauwe kiekendieven bracht één jong groot in West-Vlaanderen, daarnaast waren er nog een vijftal waarnemingen op andere locaties. In de Blankaart bleef het koppel Zeearenden nog aanwezig samen met hun twee uitgevlogen jongen. Van Hop waren er nog twee waarnemingen. Bijeneters werden nog op een tiental locaties waargenomen. Draaihalzen werden dan weer in zeven gebieden waargenomen, dat aantal zal de komende weken opnieuw oplopen nu de najaarstrek ook voor deze soort op gang begint te komen. De enige Roodpootvalk van de maand werd op 8 juli gezien bij het Zwin (WV). De waarnemingen van Kuifleeuwerik bleven opnieuw beperkt tot de westkust. Er waren maar twee meldingen van Grote karekiet, waaronder één ringvangst. Klassiek duiken eind juli de eerste Waterrietzangers op, en dat was dit jaar niet anders. Er werden in totaal al vijf exemplaren geringd, daar zullen er de komende weken nog wel wat bijkomen. Snorren werden nog uit 31 km-hokken gemeld. Graszangers breiden nog steeds uit, met de afgelopen maand waarnemingen uit 79 km-hokken. In dezelfde maand vorig jaar waren dat er 56. Cirlgorzen werden op drie locaties in Wallonië gemeld, de meeste waarnemingen kwamen van de broedlocatie bij Roly (NA).

Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!

Gezocht in augustus

Na een rustige maand juli, komt het najaar echt op dreef in augustus. De komende weken zullen soorten als Draaihals, Morinelplevier, de eerste Sperwergrasmussen, … hier en daar beginnen verschijnen. Het mag natuurlijk iets meer zijn ook, de afgelopen weken doken in West-Europe verschillende Woestijnplevieren op, wie vindt er een in het Zwin of de IJzermonding? Vale pijlstormvogels zijn ook te verwachten in augustus, een Kuhls of Grote behoort ook tot de mogelijkheden voor wie graag over zee kijkt. Vanaf half augustus loont het ook om bosjes te gaan doen, met altijd kans op een Grauwe fitis of een Kleine spotvogel. Er valt genoeg te beleven, en elk type weer kan iets anders opleveren, het is nu een kwestie van buitenlopen en zoeken!