Blog

Blog met verhalen over actuele waarnemingen van zeldzame vogels in België.

Wanted - Grijze Gors/Bruant fou

31 maart 2021  ·  Billy Herman, Joachim Pintens  ·  2004 × bekeken

Version française ci-dessous !

Velen onder ons trokken de afgelopen weken naar Wallonië voor enkele klassiekers zoals Korhoen, Ruigpootuil, Oehoe, Zwarte Ooievaar, Waterspreeuw etc. Maar er zijn nog wel meer soorten waarvan we weten dat ze bijna jaarlijks ergens in België moeten zitten, alleen worden ze maar heel af en toe gevonden. Ongetwijfeld is Grijze Gors daar één van de beste voorbeelden van, en laat maart/april nu net een uitgelezen moment zijn om ernaar op zoek te gaan! Met dit artikel willen we graag kort een strategie uitschrijven die het zoeken enigszins vergemakkelijkt en bovenal het enthousiasme stevig aanwakkert.

Van Grijze Gors zijn er 52 gevallen in België, waarvan 28 na 1950 (A-lijst). Toch wachten we al 24 jaar op een vogel die zich laat zien voor het grote publiek. Het is geleden van de vondst van Peter Adriaens in Remouchamps dat vogelkijkend België nog kon genieten van deze soort! In het verleden werden al verschillende gecoördineerde acties georganiseerd specifiek voor Grijze Gors, echter steeds zonder succes. Doordat de vogel van Remouchamps vlak bij een grote groeve zat, werd later ook steevast gezocht in of nabij stenig habitat, waar je de soort ook doorgaans in het buitenland vindt. Wanneer we echter naar historische waarnemingen in België kijken, dan zien we dat de soort ook kon opduiken in open landschap zoals tuintjes, extensieve graslanden met hagen en zelfs kapvlaktes.

Het valt op dat de waarnemingen zich min of meer concentreren op twee geografische lijnen. Ten noorden van de Hoge Ardennen vinden we waarnemingen op de lijn Viroin, Rochefort, Remouchamps (laatste twitchbare) en Verviers. In deze regio’s vind je veel kalkhellingen en steengroeves, waar de meeste waarnemingen op deze lijn ook verricht werden. Ten zuiden van de Hoge Ardennen vinden we een tweede lijn van Bouillon, Bastenaken en Sankt Vith/Büllingen. Regio’s waar geschikte stenige locaties schaarser zijn en de Grijze Gorzen meer in cultuurlandschap werden waargenomen. Een gedetailleerd kaartje met historische waarnemingen (van 1950 tot nu) vind je hier.

Interessant om te weten is dat er ten oosten van de Hoge Ardennen in Duitsland, langs de Rijn ten zuiden van Bonn, een mooie populatie Grijze Gors aanwezig is. Deze vogels houden zich voornamelijk op in wijngaarden, iets wat wij enkel heel kleinschalig hebben in de Voerstreek en de Gaume. Zou het kunnen zijn dat (een deel van) deze populatie migreert en zo in België terecht komt? Wie zal het zeggen.

Weten waar je moet zoeken is niet onbelangrijk, maar je moet natuurlijk ook weten waarnaar je op zoek bent. Het uiterlijk van Grijze Gors is vrij kenmerkend, dus focussen we hier nog even op het geluid. De zang valt goed op maar kan soms enigszins herinneren aan Heggenmus. Als zangpost kiezen ze vaak gewoon een rots uit, maar evengoed ook de top van een struik of boom. De roep is eveneens typerend, maar je moet er wel alert op zijn om het op te merken. Foerageren doen ze op de grond, dus wanneer ze niet zingen komt het erop aan om erg alert te zijn en alles te checken wat voor je wegvliegt. In dorpjes kan het een goed idee zijn om op zoek te gaan naar voederplaatsen, verder durven ze zich soms ook op te houden tussen Geelgorzen.

Tijdens het zoeken naar Grijze Gors zijn er natuurlijk nog zeldzaamheden waar je op kan letten. Denk bijvoorbeeld aan Cirlgors, met 46 gevallen sinds 1965 ook een erg realistische soort om op een dag eens ergens tegen te komen. In 2019 vond Robin Gailly er nog één in Frasnes tijdens een zoekactie voor Grijze Gors! In stenig biotoop kan je ook Alpenheggenmus verwachten, en hoewel begin april nog vroeg is voor die soort, is het zeker wel al mogelijk. Citroensijs zit ook veel vaker in België dan we denken, maar dat is een bijzonder onopvallende soort die zowat overal kan opduiken. De ruime omgeving van de Hoge Venen geniet wel duidelijk de voorkeur, verder kan het nooit kwaad om extra goed Sijzen te checken en ook eens goed rond te kijken wanneer je Europese Kanarie ziet. Bij verschillende ringvangsten van Citroensijs in België hing er namelijk (toevallig?) ook Europese Kanarie in de netten. Verder loont het natuurlijk altijd om het luchtruim in het oog te houden, zo maak je nu kans op Alpengierzwaluw of misschien zelfs een Steenarend!

Grijze Gors Emberiza cia (©Billy Herman)

Version française

Beaucoup d'entre nous ont parcouru la Wallonie durant les dernières semaines pour profiter de quelques classiques, comme le Tétras lyre, le Grand-Duc d'Europe, la Cigogne noire ou le Cincle plongeur. Mais il est quelques espèces dont on sait qu'elles trouvent le chemin de la Belgique presque chaque année, sans pour autant qu'elles ne soient détectées. Le Bruant fou en est sans aucun doute un des meilleurs exemples, et fin mars-avril est le moment idéal pour partir à sa recherche ! Avec cet article, nous aimerions proposer une stratégie qui simplifiera la recherche, et surtout éveiller l'enthousiasme !

Il y a 52 données de Bruant fou en Belgique, dont 28 après 1950 (donc en Catégorie A). Il faut remonter à la découverte par Peter Adriaens d'un oiseau à Remouchamps il y a 24 ans pour parler d'un oiseau twitchable. Cela fait un temps que les ornithos belges l'attendent ! Par le passé, plusieurs actions de recherche coordonnées ont été organisées spécifiquement pour le Bruant fou, mais toujours sans succès. L'oiseau de Remouchamps ayant été trouvé à proximité d'une grande carrière, les recherches subséquentes se sont concentrées dans ou près d'habitats pierreux, où l'on trouve habituellement l'espèce à l'étranger. En examinant plus attentivement les observations historiques en Belgique, on peut toutefois constater que l'espèce pourrait également se trouver dans des paysages ouverts tels que jardins, bocages et même clairières.

Il est frappant de voir que les observations sont plus ou moins concentrées sur deux lignes géographiques. Juste au nord de la Haute Belgique, on trouve des observations sur la ligne Viroin, Rochefort, Remouchamps (la dernière twitchable) et Verviers. Dans ces régions, on trouve de nombreux coteaux et carrières calcaires ; milieux où la plupart des observations sur cette ligne ont été faites. En Ardenne, on trouve une deuxième ligne partant de Bouillon, vers Bastogne et Saint-Vith/Bullange. Une région où les sites rocheux appropriés sont plus rares et où les Bruants fous ont été observés davantage dans des paysages cultivés. Vous trouverez ici une carte détaillée avec des observations historiques (de 1950 à aujourd'hui).

Il est intéressant de noter qu'à l'est de l'Ardenne, en Allemagne, le long du Rhin au sud de Bonn, se trouve une belle population de Bruants fous. Ces oiseaux se trouvent principalement dans des vignobles, ce que nous ne connaissons qu'à très petite échelle dans les Fourons et en Gaume. Se pourrait-il que (une partie de) cette population migre et se retrouve en Belgique ? Qui sait ?

Savoir où chercher n'est pas sans importance, mais il faut aussi savoir ce que l'on cherche. L'apparence du Bruant fou est assez distinctive, aussi nous nous concentrerons ici sur le son. Son chant est assez particulier mais peut parfois rappeler celui de l'Accenteur mouchet. Comme poste de chant, il choisit souvent un rocher, mais aussi le sommet d'un arbuste ou d'un arbre. Le cri est également typique, mais il faut être attentif pour le remarquer.Les oiseaux se nourrissent au sol. Dans les villages, il peut être judicieux de chercher aux mangeoires. Ils pourraient également se méler aux Bruants jaunes.

En cherchant le Bruant fou, il faut bien sûr ouvrir les yeux pour d'autres raretés également. Comme le Bruant zizi, que l'on peut réalistement imaginer rencontrer, avec 46 données depuis 1965. En 2019, Robin Gailly en a d'ailleurs trouvé un à Frasnes en cherchant le Bruant fou ! Dans les habitats rocheux, on peut également imaginer trouver l'Accenteur alpin ; et bien que début avril soit encore tôt pour cette espèce, cela reste tout à fait possible. Le Venturon montagnard est également plus commun en Belgique qu'on ne le pense, mais c'est une espèce très discrète qui peut apparaître à peu près partout. Les environs des Hautes Fagnes semblent clairement attractifs, et il n'est jamais inutile d'examiner attentivement les tarins et de bien vérifier lorsqu'on aperçoit un Serin cini. Lors de plusieurs captures de Venturon montagnard en Belgique, un Serin cini se trouvait également (par coïncidence ?) dans les filets. Et n'oublions pas de garder un œil sur le ciel. Qui sait, un Aigle royal daignera peut-être se montrer !

Bruant fou Emberiza cia (©Billy Herman)

Discussie

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.