Version française ci-dessous!
Een nieuwe maand, een nieuw overzicht! De voorjaarstrek is in juni al ver over zijn hoogtepunt heen, en dan moet je het vooral hebben van de echte zeldzaamheden die als kleine naschokjes hier en daar nog op de radar verschijnen. Naast een hele reeks zeldzame soorten heeft juni ook zijn steentje bijgedragen aan het memorabele roofvogeljaar dat we tot dusver hadden, met weer een nieuwe soort voor het jaarlijstje. Aangevuld met een aantal piekfijne beelden kan je weer in één oogopslag terugblikken op een volledige vogelmaand, veel leesplezier!
Overzicht
De Blauwvleugeltaling (Spatula discors) die in april en mei in De Bourgoyen bij Gent vertoefde, liet zich tot midden juni nog bewonderen in de Rietmoerassen te Kallo waar hij begon te ruien naar eclipskleed. Een herhaling van wat zich wellicht in 2018 ook al voordeed, toen er in augustus ook één in Kallo opdook nadat er in mei één in De Bourgoyen gezeten had. Op 19, 20 en opnieuw op 28 en 29 juni deed de unieke kans zich voor om een koppel IJseenden (Clangula hyemalis) in volledig zomerkleed te gaan bekijken in de Meren van de Eau d’Heure, daar ontdekt door Hugues Dufourny. Het mannetje was volop aan het baltsen en er werden zelfs meerdere paringen waargenomen. Het is nog maar de tweede keer ooit dat er een koppeltje in zomerkleed opduikt bij ons!
IJseend Clangula hyemalis, Falemprise, 20 juni 2020 (©Charles Henuzet)
In Den Bunt te Hamme werd op 20 juni nog een Griel (Burhinus oedicnemus) ontdekt die zich tot in de late namiddag mooi maar op afstand liet bekijken, de twaalfde dit jaar! Op 13 juni vond Davy Bosman opnieuw een Poelruiter (Tringa stagnatilis), dit keer in de Zwaanhoek bij Oudenburg. Daar ontdekte hij op 24 juni dan weer een Gestreepte Strandloper (Calidris melanotos), tegenwoordig een echte zeldzaamheid met de laatste jaren slechts een handvol gevallen.
Op 1 juni vond Kenny Hessel ’s ochtends een pleisterende Lachstern (Gelochelidon nilotica) in de Zwinuitbreiding bij Knokke. De vogel liet zich uitstekend bekijken maar bleek later op de dag alweer onvindbaar. Op 20 juni echter dook dezelfde vogel daar opnieuw op, en bleef daar zeker tot 22 juni in de omgeving aanwezig. Op 20 juni vloog er ook nog een Lachstern langs het Dal van de Grensmaas bij Stokkem, waargenomen door Joachim Mergeay. Reuzensterns (Hydroprogne caspia) werden gezien bij de Kruibeekse Polder, waar op 13 juni een exemplaar boven de Schelde langstrok richting noord, en in Hollogne-Sur-Geer waar er op 14 juni één kort bleef pleisteren. In De Gavers bij Harelbeke was op 16 juni van ’s ochtends tot ’s avonds een Witwangstern (Chlidonias hybrida) aanwezig, en ook in de Doelpolder werd er op 21 juni nog één waargenomen.
Lachstern Gelochelidon nilotica, Knokke, 21 juni 2020 (©Pieter Van Hauwaert)
Toen David Van den Schoor op 18 juni opgebeld werd door het vogelopvangcentrum in zijn buurt om eens te komen kijken naar een vreemde vogel die ze binnen hadden gekregen, had hij waarschijnlijk niet verwacht een heuse Kuhls Pijlstormvogel (Calonectris borealis) aan te treffen! De vogel was meegekomen met zeeboot MSC MINA en is van boord gegaan in het Deurganckdok in de Haven van Antwerpen. Het schip had kort voordien nog gelost in Spanje en Portugal. De vogel wordt momenteel achter de schermen verzorgd en komt er hopelijk snel bovenop!
Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Antwerpen, 18 juni 2020 (©David Van den Schoor)
Ook deze maand kregen we weer een serieuze brok roofvogelgeweld te verwerken, met als onmiskenbare knaller de immature Lammergier (Gypaetus barbatus) die op 18, 19 en 20 juni respectievelijk waargenomen werd rond Brugge, Gent en opnieuw nabij Brugge. De vogel werd als eerste opgemerkt door Jan De Vlaemynck bij Assebroek, die tijdens het studeren in de tuin plots een lichtjes uit de kluiten gewassen rover in beeld kreeg; de grootste van Europa zo bleek! Enkele gelukkigen sloegen er die dag nog in om de vogel op te pikken, en hij werd nog bij Loppem, Jabbeke en Sint-Andries gezien. De vogel was goed individueel herkenbaar omwille van de grotendeels ontbrekende staart, die hij in Nederland tussen 11 en 13 juni in één keer nagenoeg volledig kwijtgeraakt was. Hierdoor konden we met zekerheid vaststellen dat de vogel gefotografeerd in Drongen op 19 juni en waarschijnlijk ook tussen Zeebrugge en Brugge op 20 juni hetzelfde exemplaar betrof. Sterker nog, op 26 juni dook hij op in Engeland, bij Balsall Common, West Midlands!
Lammergier Gypaetus barbatus, Assebroek, 18 juni 2020 (©Jan De Vlaemynck)
We hadden nog wat Vale Gieren (Gyps fulvus) tegoed dit jaar na een kalme maand mei voor deze soort, en zoals verhoopt kwamen ze in juni gelukkig inderdaad in soms mooie groepen ons Belgenlandje inspecteren. Van over het hele land kwamen waarnemingen binnen, met groepen van 29, 20, 14, 9, 5 en 4. Verder werden er nog 3 enkelingen waargenomen. De groep van 14 die op 19 juni eerst al doorheen Nederland gevolgd was, kon bij Helchteren teruggevonden worden door Wim Janssen, alwaar ze wat later neerstreken in het militair domein. De volgende dag gaven ze een heuse show weg en werden ze nog op verschillende plekken opgepikt nadat ze richting zuid vertrokken waren.
Vale Gier Gyps fulvus, Helchteren, 20 juni 2020 (©Pascal Dorny)
Het is al bijna geen verrassing meer, in juni kwamen er opnieuw meerdere meldingen van Dwergarenden (Hieraaetus pennatus) binnen! Stéphane Viseur werd verwend met een prachtige fly-by nabij Aulnois op 2 juni, op 3 juni kreeg Miel Opdenacker een lichte vorm in de kijker vanaf zijn terras in Maaseik, op 12 juni vloog er één over de IJzervallei waargenomen door Niko Deleu, Michaël Leyman zag een exemplaar bij Frasnes op 20 juni en tot slot werd er nog één gefotografeerd nabij Born op 28 juni. Ook Slangenarenden (Circaetus gallicus) werden weer hier en daar waargenomen. Op 7 juni vloog er één boven de Beverbeekse Heide bij Hamont-Achel, op 19 juni arriveerde een pleisteraar in het Groot Schietveld te Brecht, op 21 juni werd er één boven Middelburg gezien die wat eerder ten oosten van Breskens (NL) gefotografeerd was, op 22 juni vloog er vervolgens één over De Bourgoyen te Gent, en op 27 juni werd er één gemeld boven de Bosberg te Geraardsbergen en nog een ander exemplaar boven de Ourthe nabij Nisramont, en op 29 juni ten slotte werd er één gezien bij Kieldrecht. Op 19 juni werd Julien Hainaut verrast door een adulte Zeearend (Haliaeetus albicilla) boven zijn woonst in Arquennes, de enige deze maand.
Slangenarend Circaetus gallicus, Brecht, 20 juni 2020 (©Leo Raats)
De Steppekiekendief (Circus macrourus) die een stevig record aan het neerzetten is als langste pleisteraar in de Belgische geschiedenis, vliegt op dit eigenste moment wellicht nog steeds rond in de omgeving van Laar. Dat zijn inmiddels al welgeteld 50 dagen! Hij is ondertussen al goed gevorderd in de rui en heeft al een aantal mooie blauwgrijze vleugelpennen gekregen!
Van 2 tot en met 7 juni was er een Grijze Wouw (Elanus caeruleus) aanwezig in Strée, daar ontdekt door Bernard Hanus. Alsof dat gegeven op zich nog niet bijzonder genoeg is, werd de vogel op 3 juni vergezeld door een vrouwtje Roodpootvalk (Falco vespertinus)! De twee waren soms zelfs samen in één beeld te zien! De Roodpootvalk werd voor het laatst op 9 juni waargenomen. Op 28 juni dook er weer een (laat!) vrouwtje Roodpootvalk op in Ter Doest, Lissewege. Deze liet zich meer dan uitstekend bekijken op soms zeer korte afstand.
Grijze Wouw Elanus caeruleus, Strée, 20 juni 2020 (©Bernard Hanus)
Roodpootvalk Falco vespertinus, Lissewege, 28 juni 2020 (©Johan Buckens)
In de avond van 29 juni postte Pieter-Jan De Ridder zijn waarneming van een knalblauwe vogel die hij een paar uur eerder gezien had in de Hoge Bergen in Beerse. De bijgevoegde bewijsplaatjes lieten eigenlijk al niets meer aan de verbeelding over; dit was een Scharrelaar (Coracias garrulus)! De volgende dag werd de vogel door enkelen teruggezien, maar het bleek erg moeilijk om hem voor langere tijd in beeld te houden. Dit is het 27ste geval voor België, maar slechts de vierde na 1983! De minstens zo kleurrijke Bijeneter (Merops apiaster) werd afgelopen maand 10 keer waargenomen in ons land met 5 ex. als grootste groep. Om het kleurrijke zuiderse triplet af te maken, vermelden we nog even de 6 waarnemingen van Hop (Upupa epops) deze maand, niet meteen een noemenswaardig aantal maar vooral een goede gelegenheid om onderstaande foto even in de kijker te zetten!
Scharrelaar Coracius garrulus, Beerse, 30 juni 2020 (©Anton Cnudde)
Hop Upupa epops, Rulles, 18 juni 2020 (©Michel Gillard)
Op 10 juni, na een kalme periode wat zeldzaamheden betreft, werden plotsklaps 2 verschillende Roodkopklauwieren (Lanius senator) ontdekt aan weerszijden van Vlaanderen. Dominique Verbelen stootte in de polders bij Zuienkerke op een mannetje, en Peter van der Schoot vond later die dag eveneens een mannetje in de Netevallei bij Kasterlee. Beide vogels waren de dag nadien alweer gevlogen. Van deze voormalige broedvogel worden sinds 2000 gewoonlijk slechts enkele exemplaren per jaar gevonden.
Roodkopklauwier Lanius senator, Zuienkerke, 10 juni 2020 (©Kenny Hessel)
De Iberische Tjiftjaffen (Phylloscopus ibericus) bleven een groot deel van de maand juni aanwezig, die van Nassogne minstens tot 20 juni en die van de Vallei van de Ziepbeek te Rekem bleek op 29 juni ook nog present. Op 7 juni nam Peter Symens kortstondig een Roodsterblauwborst (Luscinia svecica svecica) waar in het Groot Schietveld te Brecht, een zeldzame ondersoort in ons land met slechts 5 aanvaarde gevallen.
De invasie van Roze Spreeuw (Pastor roseus) die eind mei nog bijzonder beloftevol leek, bracht bij ons uiteindelijk niet veel teweeg: op 3 juni vond Johan Buckens de enige deze maand in Hoeke, weliswaar een prachtexemplaar waar een aantal toegesnelde vogelkijkers in de avond nog kortstondig van konden genieten. Dit is het 59ste geval voor België.
Roze Spreeuw Pastor roseus, Hoeke, 3 juni 2020 (©Johan Buckens)
Juni is natuurlijk pas echt volwaardig wanneer hier en daar het gekende deuntje van Roodmus (Carpodacus erythrinus) boven het ochtendkoor uitsteekt, en dat was deze maand gelukkig niet anders. Op 2 juni werd er één gehoord in Wommelgem, op 10 en 11 juni zat een onvolwassen mannetje te zingen op het Ketenisschor te Kallo, in de Beneden-Dendervallei dichtbij Wieze werd ’s ochtends een exemplaar waargenomen en bij het dorpje Nieuwmoer werd er op 23 juni ook één gehoord.
Gezocht - Juli
Juli wordt samen met de wintermaanden wel eens beschouwd als één van de meest kalme vogelmaanden waarin doorgaans niet veel te beleven valt. De meest doorgewinterde vogelkijkers schakelen noodgedwongen over op vlinders, libellen en ander klein grut, reikhalzend uitkijkend naar het najaar dat nu eigenlijk al stilaan op de loer ligt. Toch worden er ook in juli af en toe heel goeie dwaalgasten ontdekt, soms zelfs van het kaliber dat menig reisplannen in de war weet te gooien. Krijgen we nog eens een Kleinste Strandloper (Calidris minutilla) te zien, een Siberische Strandloper (Calidris acuminata), een Witstaartkievit (Vanellus leucurus)? Duikt er nog eens ergens een juveniele Kuifkoekoek (Clamator glandarius) op, een Groene Bijeneter (Merops persicus), of wordt het nog iets straffer, een Bruine Gent (Sula leucogaster) rustend ergens in een haventje? Als er zo’n soort in je kijkerbeeld verschijnt, denk dan niet te snel “Het zal wel weer een zonneslag zijn”, maar geef het zo snel mogelijk door op Belgian Bird Alerts!
Witstaartkievit Vanellus leucurus, Zeebrugge, 16 juli 1999 (©Johan Buckens)
Joachim Pintens
Version française
Un nouveau mois, un nouveau résumé des observations remarquables ! En juin, le pic de la migration printanière est déjà largement derrière nous, et il nous faut alors parler des raretés qui apparaissent ponctuellement sur le radar ici et là. Outre une belle série de raretés, le mois de juin a également contribué à l'année mémorable pour les rapaces que nous avons eue jusqu'à présent, avec une autre nouvelle espèce pour la liste annuelle. Revenez en coup d'œil sur un mois complet d'observation des oiseaux rares dans les lignes suivantes, agrémentées de quelques magnifiques images. Bonne lecture !
Vue d'ensemble
La Sarcelle a ailes bleues (Spatula discors) qui est restée à De Bourgoyen près de Gand en avril et mai, s’est encore laissé observer jusqu'à la mi-juin dans le Rietveld de Kallo, où elle a commencé à muer vers son plumage d’éclipse. Une répétition de ce qui s'est vraisemblablement déjà produit en 2018, lorsqu’une est également apparue à Kallo en août après avoir été observée à De Bourgoyen en mai. Les 19, 20, 28 et 29 juin, l'occasion unique s'est présentée d’observer un couple de Hareldes boréales (Clangula hyemalis) en plumage nuptial aux lacs de l'Eau d'Heure, découvertes par Hugues Dufourny. Le mâle était en pleine parade et plusieurs accouplements ont même été observés. C'est seulement la deuxième fois qu'un couple en plumage d'été fait son apparition chez nous !
Harelde boréale Clangula hyemalis, Falemprise, 20 juin 2020 (©Charles Henuzet)
Le 20 juin, à Den Bunt près de Hamme, un autre Œdicnème criard (Burhinus oedicnemus) s’est laissé observer (mais de loin) jusqu'à la fin de l'après-midi. La douzième observation cette année ! Le 13 juin, Davy Bosman a de nouveau trouvé un Chevalier stagnatile (Tringa stagnatilis), cette fois dans le Zwaanhoek près d'Oudenburg. Il y a également découvert un Bécasseau tacheté (Calidris melanotos) le 24 juin, aujourd'hui devenu une véritable rareté avec seulement une poignée de cas ces dernières années.
Le 1er juin au matin, Kenny Hessel a trouvé une Sterne hansel (Gelochelidon nilotica) dans l'extension du Zwin à Knokke. L'oiseau, bien visible, est malheureusement devenu introuvable plus tard dans la journée. Le 20 juin, le même oiseau a refait surface contre toute attente et y est resté jusqu'au 22 juin au moins. Le 20 juin, une autre Sterne hansel est passée en vol le long du Dal van de Grensmaas près de Stokkem, observée par Joachim Mergeay. Des Sternes caspiennes (Hydroprogne caspia) ont été aperçues au polder de Kruibeek, où le 13 juin un individu a longé l'Escaut vers le nord, et à Hollogne-Sur-Geer où un individu a brièvement séjourné le 14 juin. Une Guifette moustac (Chlidonias hybrida) est restée toute la journée du 16 juin à De Gavers près de Harelbeke, et dans le polder de Doel le 21 juin.
Sterne hansel Gelochelidon nilotica, Knokke, 21 juin 2020 (©Pieter Van Hauwaert)
Lorsque David Van den Schoor a reçu un appel le 18 juin du centre de revalidation de la faune sauvage de son quartier pour venir voir un oiseau étrange qu'ils avaient reçu, il ne s'attendait probablement pas à y trouver un Puffin cendré (Calonectris borealis) ! L'oiseau est arrivé avec le navire MSC MINA qui a accosté au Deurganckdok dans le port d'Anvers. Le navire avait peu de temps auparavant fait escale en Espagne et au Portugal. L'oiseau se rétablit probablement en centre en ce moment et repartira bientôt, espérons-le !
Puffin cendré Calonectris borealis, Anvers, 18 juin 2020 (©David Van den Schoor)
Ce mois-ci nous avons une nouvelle fois eu droit à une belle série de rapaces, dont un Gypaète barbu (Gypaetus barbatus) immature observé près de Bruges, à Gand et à nouveau près de Bruges les 18, 19 et 20 juin respectivement. L'oiseau a été repéré pour la première fois par Jan De Vlaemynck près d'Assebroek, qui, alors qu'il étudiait dans le jardin, est soudain tombé sur un rapace un peu grand ; le plus grand d'Europe, en fait ! Quelques chanceux ont tenté ce jour-là de retrouver l'oiseau, et l'ont encore vu à Loppem, Jabbeke et Sint-Andries. L'oiseau était bien reconnaissable individuellement en raison de sa queue largement manquante, qu'il avait presque complètement perdue en un coup aux Pays-Bas entre le 11 et le 13 juin. Cela nous a permis d'établir avec certitude que l'oiseau photographié à Drongen le 19 juin et probablement aussi entre Zeebrugge et Bruges le 20 juin était le même individu. Le 26 juin, il a été retrouvé en Angleterre, à Balsall Common, dans les West Midlands !
Gypaète barbu Gypaetus barbatus, Assebroek, 18 juin 2020 (©Jan De Vlaemynck)
Nous avons encore eu quelques Vautours fauves (Gyps fulvus) cette année, après un mois de mai calme pour cette espèce. Comme nous l'espérions, ils sont venus en juin inspecter notre territoire en groupes parfois impressionnants. Des observations sont arrivées de tout le pays, par groupes de 29, 20, 14, 9, 5 et 4. Trois individus solitaires ont été observées en outre. Le groupe de 14 individus qui avait déjà été suivi à travers les Pays-Bas le 19 juin, a été retrouvé à Helchteren par Wim Janssen, où il s’est posé un peu plus tard dans le domaine militaire. Le lendemain, ils ont donné un vrai spectacle et ont été retrouvés en plusieurs endroits après leur départ pour le sud.
Vautour fauve Gyps fulvus, Helchteren, 20 juin 2020 (©Pascal Dorny)
Ce n'est presque plus une surprise, juin nous a une nouvelle fois offert plusieurs observations d’Aigles bottés (Hieraaetus pennatus) ! Stéphane Viseur a été gâté par un beau survol près d'Aulnois le 2 juin, le 3 juin Miel Opdenacker a eu une forme claire de sa terrasse à Maaseik, le 12 juin un individu a survolé la vallée de l'Yser observé par Niko Deleu, Michaël Leyman en a observé un près de Frasnes le 20 juin et un dernier individu a été photographié près de Born le 28 juin. Des Circaètes Jean-le-Blanc (Circaetus gallicus) ont également été observés ici et là. Le 7 juin, un a survolé la Beverbeekse Heide près de Hamont-Achel, le 19 juin un individu est arrivé dans le Groot Schietveld à Brecht, le 21 juin un individu a été vu au-dessus de Middelburg qui avait été photographié plus tôt à l'est de Breskens (NL), le 22 juin un a survolé De Bourgoyen à Gand, le 27 juin un a été vu au-dessus du Bosberg à Geraardsbergen et un autre au-dessus de l'Ourthe près de Nisramont, et un dernier le 29 juin à Kieldrecht. Le 19 juin, Julien Hainaut a été surpris par un Pygargue à queue blanche (Haliaeetus albicilla) adulte au-dessus de sa maison à Arquennes, le seul ce mois-ci.
Circaète Jean-le-Blanc Circaetus gallicus, Brecht, 20 juin 2020 (©Leo Raats)
Le Busard pâle (Circus macrourus), qui établit un solide record de durée de séjour dans l'histoire belge, vole probablement encore dans les environs de Laar en ce moment-même. Cela fait 50 jours ! Sa mue est déjà bien avancée et il a déjà quelques belles rémiges grises !
Du 2 au 7 juin, un Élanion blanc (Elanus caeruleus) était présent à Strée, découvert par Bernard Hanus. Comme si cela n'était pas assez en soi, l'oiseau était accompagné d'une femelle de Faucon kobez (Falco vespertinus) dès le 3 juin ! On les voyait même parfois ensemble dans le même champ ! Le Faucon kobez a été vu pour la dernière fois le 9 juin. Le 28 juin, une autre femelle (tardive !) de Faucon kobez est apparue à Ter Doest, Lissewege. Elle s’est laissé observer magnifiquement, à une distance parfois très faible.
Élanion blanc Elanus caeruleus, Strée, 20 juin 2020 (©Bernard Hanus)
Faucon kobez Falco vespertinus, Lissewege, 28 juin 2020 (©Johan Buckens)
Dans la soirée du 29 juin, Pieter-Jan De Ridder a posté son observation d'un oiseau bleu vif vu quelques heures plus tôt dans le Hoge Bergen à Beerse. Les images jointes ne laissaient rien à l'imagination : c'était un Rollier d’Europe (Coracias garrulus) ! Quelques personnes chanceuses ont revu l'oiseau dès le lendemain, mais il s'est avéré très difficile de le garder longtemps dans le champ. C'est la 27ème donnée pour la Belgique, mais seulement la quatrième depuis 1983 ! Le Guêpier d’Europe (Merops apiaster), au moins aussi coloré, a été observé 10 fois le mois dernier dans notre pays avec 5 ex. pour le groupe le plus important. Pour compléter le trio coloré du Sud, nous aimerions mentionner les 6 observations de Huppe fasciée (Upupa epops) ce mois-ci. Pas un nombre significatif mais une bonne excuse pour partager l’image ci-dessous !
Rollier d'Europe Coracius garrulus, Beerse, 30 juin 2020 (©Anton Cnudde)
Huppe fasciée Upupa epops, Rulles, 18 juin 2020 (©Michel Gillard)
Le 10 juin, après une période calme pour les raretés, 2 Pie-grièches à tête rousse (Lanius senator) différentes ont soudainement été trouvées des deux côtés de la Flandre. Dominique Verbelen est tombé sur un mâle dans les polders près de Zuienkerke, et plus tard dans la journée, Peter van der Schoot a également trouvé un mâle dans la vallée de la Nete près de Kasterlee. Les deux oiseaux étaient déjà partis le jour suivant. Depuis 2000, on ne trouve plus que quelques individus chaque année de cet ancien oiseau nicheur.
Pie-grièche à tête rousse Lanius senator, Zuienkerke, 10 juin 2020 (©Kenny Hessel)
Les Pouillots ibériques (Phylloscopus ibericus) sont restés présent une grande partie du mois de juin. Celui de Nassogne au moins jusqu'au 20 juin et celui de la vallée du Ziepbeek à Rekem était encore présent au 29 juin. Le 7 juin, Peter Symens a brièvement observé une Gorge bleue à miroir roux (Luscinia svecica svecica) dans le Groot Schietveld à Brecht, une sous-espèce rare dans notre pays avec seulement 5 cas acceptés.
L'invasion d’Étourneaux roselins (Pastor roseus), qui semblait particulièrement prometteuse à la fin du mois de mai, a finalement fait long feu : le 3 juin, Johan Buckens a trouvé à Hoeke le seul individu, magnifiques certes, de ce mois, que plusieurs ornithologues réactifs ont pu brièvement apprécier au soir. C'est le 59ème cas pour la Belgique.
Étourneau roselin Pastor roseus, Hoeke, 3 juin 2020 (©Johan Buckens)
Bien sûr, le mois de juin n'est vraiment complet que lorsque, ici et là, la célèbre mélodie du Roselin cramoisi (Carpodacus erythrinus) s'élève au-dessus du chœur du matin, et heureusement il n'en a pas été autrement ce mois-ci. Le 2 juin un était entendu à Wommelgem, les 10 et 11 juin un mâle immature chantait au Ketenisschor de Kallo, un était également signalé au matin dans la basse vallée de la Dendre près de Wieze, et près du village de Nieuwmoer le 23 juin.
À chercher en juillet
Avec les mois d'hiver, juillet est parfois considéré comme l'un des mois les plus calmes pour l'observation des oiseaux, au cours duquel il n'y a généralement pas grand-chose à faire. Les ornithos les plus chevronnés sont contraints de se tourner vers les papillons, les libellules et autres petites créatures, en attendant avec impatience l'automne qui se profile déjà à l'horizon. Mais en juillet aussi, on découvre parfois de très belles raretés, parfois même du genre à bouleverser les plans de voyage. Verrons-nous une fois de plus un Bécasseau minuscule (Calidris minutilla), un Bécasseau à queue pointue (Calidris acuminata), un Vanneau à queue blanche (Vanellus leucurus) ? Un jeune Coucou geai (Clamator glandarius), un Guêpier de Perse (Merops persicus) feront-ils leur apparition, ou mieux encore, un Fou brun (Sula leucogaster) en halte quelque part dans un port ? Si une telle espèce apparaît devant vous, ne pensez pas trop vite que ce n’est qu’une insolation qui vous fait délirer, mais transmettez-la sur Belgian Bird Alerts dès que possible !
Vanneau à queue blanche Vanellus leucurus, Zeebrugge, 16 juillet 1999 (©Johan Buckens)
Joachim Pintens, Olivier Dupont
