Blog

Blog met verhalen over actuele waarnemingen van zeldzame vogels in België.

Mei/Mai 2020

31 mei 2020  ·  Joachim Pintens  ·  6337 × bekeken

Version française ci-dessous!

Geïnspireerd door het succes dat facebookpagina Birding Belgium op enkele jaren tijd geboekt heeft, groeide het idee om ook iets te doen speciaal voor zij die zorgen voor al die bijzondere waarnemingen, maar ook gewoon voor wie er graag over leest. Juist, jullie! Vanaf nu wordt hier na afloop van iedere maand een volledige samenvatting gepost over de zeldzaamheden die vogelkijkend België te bieden had, zoals ook tweewekelijks gedaan wordt bij de DB Terugblik op dutchbirding.nl. Lekker uitgebreid, aangevuld met foto’s, geluidsfragmenten en filmpjes, en dat allemaal gewoon in onze eigen taal. Dus ziehier: het eerste overzicht van wat een hele maand vogels kijken aan bijzonderheden heeft opgeleverd!

En wat een maand om mee te beginnen. Mei, de maand waarin alles kan. Of toch bijna. Dit jaar verliep ze iets anders dan we gewend zijn. Echte vogel-hotspots bezoeken, vooral aan de kust, was minder evident dan voorheen. Maar de onvermijdelijke drang om in deze periode toch buiten te zijn, heeft uiteindelijk toch een mooie reeks zeldzaamheden opgeleverd! Geniet samen met ons mee van een terugblik op mei 2020…

Overzicht

Beginnend bij de eenden, ganzen en zwanen, kan je niet om de Blauwvleugeltaling (Spatula discors) heen die van 19 april tot en met 21 mei in De Bourgoyen bij Gent vertoefde en daar ontdekt werd door Mike Vandeperre. Geen ringen of beschadigingen in de vleugels, niets dat meteen wijst op een herkomst uit gevangenschap dus. Op 30 mei dook wellicht dezelfde vogel op in de Rietmoerassen te Kallo. Wanneer de Blauwvleugeltaling van Bichterweerd bij Rotem begin april aanvaard wordt, is dit het 23ste geval voor België.

Blauwvleugeltaling Spatula discors, Gent, 29 april 2020 (©Herman Blockx)

Tot en met april werden er reeds 10 Grielen (Burhinus oedicnemus) waargenomen in België, in mei kwam er nog eentje bij. Die werd in de ochtend van 6 mei door Robbert Schepers in de Scheldebroeken te Berlare gevonden, was kort twitchbaar maar nam al snel de wieken waarna hij onvindbaar was. Dit is met voorsprong het beste voorjaar voor Griel in België, en dat ligt deels ook aan de stijgende populariteit van ‘nocmig’. Dat is het maken van een geluidsopname gedurende de volledige nacht, die dan later geanalyseerd wordt. Indien alle Grielen van dit jaar aanvaard worden door het BRBC is de vogel van Berlare de 111ste voor België.

Op 8 mei werd er nog eens een Breedbekstrandloper (Calidris falcinellus) gevonden, en wel door Davy Bosman in de polders bij Klemskerke. Hoewel deze soort in Nederland jaarlijks opduikt, moeten we ze hier echt bij elkaar sprokkelen. Het was van juni 2016 geleden dat er nog eens één in België gezien was, bijna 4 jaar geleden! Vermoedelijk dezelfde vogel werd ’s avonds door Lowie Lams teruggevonden aan ’t Pompje in Oudenburg en was ook de dag erna nog aanwezig. Dit is het 31ste geval voor België. Poelsnippen (Gallinago media) worden vaak per toeval opgestoten, tijdens veldwerk in ontoegankelijk gebied bijvoorbeeld. Dat was op 15 mei niet anders toen Kenny Hessel een Poelsnip vond, dit keer in de Prosperpolder te Doel. Dit is de tweede Poelsnip dit jaar en het 45ste geval voor België.

In het voorjaar krijg je dan wel lagere aantallen Morinelplevieren (Charadrius morinellus) te zien dan in het najaar, hun prachtige zomerkleed maakt dat weer helemaal goed. Afgelopen maand kwamen ze met mondjesmaat door, met op 8 mei een overtrekkend groepje van 5 over De Fonteintjes te Zeebrugge en diezelfde dag een groepje van 3 dat ontdekt werd te Klemskerke en daar bleef pleisteren tot maar liefst 15 mei. Van 16 tot en met 18 mei zaten er twee op de Wezelse Heide te Wuustwezel, en op 18 mei doken er nog eens twee op in Koersel. Tot slot werden er in de avond van 29 mei nog 3 gevonden in de haven van Gent, bij het Kluizendok.

Griel Burhinus oedicnemus, Berlare, 6 mei 2020 (©Rudi Van Onderbergen)

Morinelplevier Charadrius morinellus, Wuustwezel, 17 mei 2020 (©Michel Verbeeck)

Een late Kleine Burgemeester (Larus glaucoides) werd door Lowie Lams in een groepje meeuwen gevonden te Wingene op 23 mei. Een opvallende verschijning met die bijna volledig verbleekte juveniele veren!

De enige Lachsterns (Gelochelidon nilotica) deze maand werden zoals gewoonlijk met een goeie oostenwind aan de kust gezien. Op 6 mei werden er twee langstrekkend waargenomen bij De Panne en Raversijde door respectievelijk Diederik D’Hert en Kelle Moreau. Beide heren hadden die dag ook Dougalls Stern (Sterna dougallii) op trek boven zee, Diederik één exemplaar en Kelle maar liefst twee. Tot dusver zitten we aan 24 geaccepteerde gevallen van Dougalls Stern in België. Reuzensterns (Hydroprogne caspia) werden deze maand uitsluitend in West-Vlaanderen waargenomen. Op 6 mei trokken er 2 samen langs ’t Zwin te Knokke en in de namiddag nog één langs Raversijde. In De Blankaart bij Diksmuide pleisterde telkens 1 exemplaar op zowel 6 mei als 15 mei.

Opvallend weinig waarnemingen van Witvleugelstern (Chlidonias leucopterus) afgelopen maand, de enige twee werden in de provincie Limburg gezien; één exemplaar langstrekkend in het Schulensbroek op 8 mei en op 11 mei pleisterde er één in Bichterweerd bij Rotem. Van Witwangsterns (Chlidonias hybrida) kwamen er wat meer waarnemingen door, en vooral de groep van maar liefst 17 exemplaren in het Dal van de Grensmaas bij Stokkem op 15 mei sprong danig in het oog!

Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Wingene, 23 mei 2020 (©Dries Candaele)

Witwangstern Chlidonias hybrida, Doel, 2 mei 2020 (©Kris De Rouck)

Sinds Zwarte Ibis (Plegadis falcinellus) afgevoerd werd van de beoordelingslijst van het BRBC, begon het aantal gevallen bij ons een beetje te stagneren. De ongeringde adulte vogel die Steven Van den Bussche zag overvliegen vanaf de Bazelse Polder op 23 mei luidt hopelijk een jaar in met opnieuw wat meer waarnemingen!

Zwarte Ibis Plegadis falcinellus, Bazel, 23 mei 2020 (©Steven Van den Bussche)

Nu zijn we bij de onmiskenbare sterren van dit voorjaar aanbeland, de roofpieten! Nog niet eerder werd zo’n indrukwekkend scala aan arenden en gieren waargenomen in één seizoen. Eerder dit jaar passeerden Steenarend, Havikarend, Dwergarend, Keizerarend en Vale Gier reeds de revue.

Op 21 mei werd dit lijstje aangedikt met een knaller van jewelste. Een immature Steppearend (Aquila nipalensis) kwam doodleuk recht boven Olivier Dochy in Dranouter aangevlogen vanuit Frankrijk, zette koers richting Brugge waar hij door Mathieu Decoene boven zijn tuin werd opgemerkt, werd wat later boven Middelburg (NL) teruggevonden en ging later aan de grond bij Wolphaartsdijk (NL). Dit is de 4de Steppearend voor België. Eerder deze maand deed een immature Aasgier (Neophron percnopterus) de grondvesten daveren, in de avond van 4 mei gevonden door Anne Cuvelier nabij Buissonville op een slaapplek waar hij in de ochtend van 5 mei weer vertrok. Indien aanvaard is dit het 6de geval voor België. “Het zal nog wel even duren voor die soort nog eens bij ons opduikt”, zullen velen gedacht hebben. Niets was minder waar. Kenny Hessel merkte tijdens een fietstochtje met het gezin op 21 mei een heuse adulte Aasgier (Neophron percnopterus) op, hoog richting zuid vliegend boven Lichtervelde. Nota bene op dezelfde dag als de Steppearend! De gier werd iets later nog opgepikt door Dietrich Van Wonterghem boven Oekene. De 7de voor België. Een onvolwassen Steenarend (Aquila chrysaetos) werd in de avond van 31 mei opgemerkt boven Holsbeek door Luc Janssens, overvliegend richting oost. Er zijn in België 15 aanvaarde gevallen van Steenarend. Bij Dwergarend (Hieraaetus pennatus) kan misschien zelfs van een kleine influx gesproken worden, zo’n beetje overal in de Benelux doken er exemplaren op. Bij ons doorkruiste op 6 en 7 mei, en vervolgens van 17 tot 21 mei een lichte vorm het West-Vlaamse luchtruim. Of dit beide periodes hetzelfde exemplaar betrof, hebben we het raden naar. Verder werd er op 16 mei één waargenomen bij Bernissart, op 19 mei één bij Laneuville, op 22 mei bij La Roche Trouée te Nismes, in Torgny op 23 mei en ten slotte boven Oedelem op 30 mei. Tot dusver hadden we in België 25 aanvaarde gevallen van Dwergarend.

Dwergarend Hieraaetus pennatus, Houthulst, 17 mei 2020 (©Piet Theerens)

De afgelopen jaren werd Slangenarend (Circaetus gallicus) steeds meer waargenomen bij ons, deze maand werd er ondanks de veelheid aan grote rovers ‘slechts’ één gevonden door Antoine Goderniaux nabij Assenois. Er werden ook slechts 2 Vale Gieren (Gyps fulvus) waargenomen, door Koen Leysen op 29 mei overvliegend nabij Olmen. Een Grijze Wouw (Elanus caeruleus) was present in Westmalle van 21 tot en met 23 mei, waar hij uitstekend twitchbaar was en zich bovendien prachtig liet bekijken. Op 22 mei vloog een ander exemplaar België binnen vanuit Nederland ter hoogte van Hamont-Achel. Tussen Verrebroek en Doel doken meermaals Zeearenden (Haliaeetus albicilla) op, vermoedelijk telkens dezelfde twee subadulte vogels. Te Hoeke vloog op 6 mei een onvolwassen vogel richting noordoost Nederland binnen. Steppekiekendieven (Circus macrourus) werden hier en daar langstrekkend waargenomen, maar opvallend waren vooral de twee pleisterende vogels deze maand. Van 7 mei tot 15 mei een 2de kj man te Houtain-Le-Val, en vanaf 9 mei tot op heden eveneens een 2de kj man in de omgeving van Laar.

Steppekiekendief Circus macrourus, Laar, 16 mei 2020 (©Kris De Rouck)

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Westmalle, 23 mei 2020 (©Kris De Rouck)

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Westmalle, 23 mei 2020 (©Jan Vanwynsberghe)

Er werden afgelopen maand maar liefst 24 Hoppen (Upupa epops) waargenomen, en ook Bijeneters (Merops apiaster) deden het niet slecht met groepen van maar liefst 17, 15, 13, 12, 11, 11 en 9 exemplaren, zowel pleisterend als op doortrek.

Van Roodpootvalk (Falco vespertinus) telden we voor deze maand 13 gevallen, waarvan enkele erg goed meewerkende vogels die bijgevolg subliem op foto gezet konden worden. Een mooie 2de kalenderjaars man op de foto van Koen Devos hieronder.

Roodpootvalk Falco vespertinus, Keiem, 10 mei 2020 (©Koen Devos)

Op 6 mei vloog er op een goeie trekdag aan de kust een Kortteenleeuwerik (Calandrella brachydactyla) langs Zeebrugge, opgenomen door Hans Matheve en bevestigd door Magnus Robb. Dit is de 44ste Kortteenleeuwerik voor België, en afgezien van de vogel op een ontoegankelijk stuk in de Voorhaven van Zeebrugge mei vorig jaar, dateert de laatste twitchbare alweer van 8 jaar geleden (Folx-Les-Caves, april 2012).


Kortteenleeuwerik Calandrella brachydactyla, Zeebrugge, 6 mei 2020 (©Hans Matheve)

Geen topjaar voor Roodstuitzwaluw (Cecropis dauria) dit keer, met 2 gevallen eind april en 2 begin mei. Allemaal langstrekkende exemplaren, bovendien. Dat door coronamaatregelen de telposten aan de kust nauwelijks bezet konden worden, zal er geen goed aan gedaan hebben.

Twee keer werd er deze maand een mannetje Citroenkwikstaart (Motacilla citreola) waargenomen nabij de kust. Op 5 mei vloog er één luid roepend over Hilbran Verstraete in de Dudzeelse Polder, laag richting noordwest. Op 9 mei merkten Robrecht Pillen en Dirk Vercoutter eveneens een Citroenkwikstaart op, tijdens hun broedvogelronde in de polders van Damme. Die liet zich mooi bekijken op 15m afstand waarna hij wegvloog in noordelijke richting. Het was alweer 4 jaar geleden dat er nog eens een Citroenkwikstaart in België waargenomen was, opmerkelijk dus dat we dit jaar reeds aan 3 gevallen zitten! Indien aanvaard zijn deze twee de 18de en 19de voor België.

In de ochtend van 24 mei vond Niels Goulem een mooie Krekelzanger (Locustella fluviatilis) in Prés de Grand Rieu te Hautrage. Aanvankelijk zong de vogel niet echt door en liet hij zich moeilijk zien, de dagen erna bleef hij echter trouw aan zijn stekje en tsjirpte hij uit volle borst, waarbij hij zich soms schitterend liet zien. Dit is het 36ste geval voor België.

Krekelzanger Locustella fluviatilis, Hautrage, 25 mei 2020 (©Marc Languy)

Als we de automatische herkenningssoftware van waarnemingen.be mochten geloven, krioelde het dit voorjaar van de Iberische Tjiftjaffen (Phylloscopus ibericus). Echter, twee exemplaren doorstonden vooralsnog de toets der kritiek. Op 3 mei vond Didier Vieuxtemps er één in Nassogne, een exemplaar met typische zang. In de Vallei van de Ziepbeek te Rekem werd er al op 12 april één gevonden door Karel Sauwens. Deze vogel klinkt niet helemaal als een Iberische Tjif “uit de boekjes”, afwachten dus wat het oordeel van het BRBC hierover wordt. Tot dusver zijn er 21 aanvaarde gevallen in België.


Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Nassogne, 3 mei 2020 (©Noé Terorde)


Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Rekem, 3 mei 2020 (©Karel Lemmens)

De Graszanger (Cisticola juncidis) lijkt aan een comeback bezig te zijn na een quasi-afwezigheid het afgelopen decennium. In de kustpolders zitten er meerdere exemplaren, in de IJzervallei en te Raversijde werd er één waargenomen en ook in het Zennegat te Mechelen zat er langdurig één. Een zuiderse soort die de laatste jaren steeds verder oprukt naar het noorden, is Orpheusspotvogel (Hippolais polyglotta). Ook deze maand kwamen er weer een hoop waarnemingen door uit Vlaanderen, van een veertigtal verschillende exemplaren.

Graszanger Cisticola juncidis, Uitkerke, 8 mei 2020 (©Wim Trio)

Een mooie adulte Roze Spreeuw (Pastor roseus) werd ontdekt door Hans Matheve op 29 mei in de Kleiputten te Heist. De vogel vloog samen met een aantal Spreeuwen langs en verdween uit het zicht, vermoedelijk nog aanwezig in de omgeving maar er kwamen geen vervolgwaarnemingen. Dit is het 58ste geval voor België.

Roodmussen (Carpodacus erythrinus) werden op 5 locaties gevonden deze maand. Op 20 mei in de Aa-vallei te Poederlee en in de Verrebroekse Plassen bij Verrebroek, op 21 mei in De Haan en bij Kalmthout, en ten slotte op 31 mei langstrekkend bij telpost De Fonteintjes te Zeebrugge.

Gezocht - Juni

Eind mei maar zeker ook juni is de uitgelezen periode om op zoek te gaan naar Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum)! Van deze soort hebben we inmiddels meer dan 40 gevallen in België, allemaal in het najaar en geloof het of niet, slechts 1 veldwaarneming (16-17 oktober 2015, Kallo). In Nederland werden afgelopen week maar liefst 9 zingende exemplaren gevonden, een ongezien aantal! Struikrietzanger kan je nu verwachten in bosschages en dicht struikgewas, er hoeft zelfs geen riet aanwezig te zijn. De zang is te verwarren met die van Bosrietzanger en Orpheusspotvogel maar is veel langzamer, met veel herhalingen en regelmatig ook opvallend volle klanken. Let er ook eens op hoe ritmisch de vogel uit onderstaande opname klinkt!

Op dit moment is er een grote invasie van Roze Spreeuw (Pastor roseus) aan de gang, met een goeie week geleden al groepen tot 20 exemplaren in Oostenrijk en op 28 mei maar liefst 98 exemplaren in Hyères in het zuiden van Frankrijk. Het lijkt erop dat de invasie minstens even omvangrijk is als die van 2018, die toen bij ons 4 vogels opleverde. Plekken in je omgeving checken waarvan je weet dat er soms groepjes Spreeuwen zitten, kan op een dag misschien wat opleveren!

Roze Spreeuw Pastor roseus, Doel, 20 juni 2012 (©Wim Deloddere)

Hou ook zeker af en toe de lucht in het oog, juni is in het verleden al een goeie maand gebleken voor knallers van gierzwaluwen in West-Europa, denk bijvoorbeeld aan Stekelstaartgierzwaluw (Hirundapus caudacutus) of Siberische Gierzwaluw (Apus pacificus). En natuurlijk verwachten we nog een paar leuke roofvogels, Schreeuwarend (Clanga pomarina) hebben we dit jaar bijvoorbeeld nog niet!

Joachim Pintens

Version française

Inspirés par le succès que la page Facebook Birding Belgium a remporté en quelques années, l'idée nous est venue de créer quelque chose spécialement pour ceux qui s’intéressent à toutes ces observations remarquables. Vous l’aurez-devinez : vous ! Dorénavant, un résumé complet des raretés que l'ornithologie belge nous a offertes sera affiché ici à la fin de chaque mois, comme cela se fait tous les quinze jours pour le ‘DB Terugblik’ sur dutchbirding.nl. En version longue, complétée de photos, de fragments sonores et de films. Voici donc le premier aperçu de ce qu'un mois complet d'ornitho nous a offert !

Et quel mois pour commencer ! Mai, le mois où tout est possible. Ou presque. Cette année, était évidemment un peu différente de ce à quoi nous sommes habitués. La visite des hotspots ornithologiques, en particulier sur la côte, était moins évidente qu'auparavant. Mais l'inévitable envie de se retrouver sur le terrain à cette époque a finalement donné lieu à une belle série de raretés ! Rejoignez-nous pour une rétrospective de mai 2020...

Vue d'ensemble

En commençant par les canards, les oies et les cygnes, nous ne pouvons ignorer la Sarcelle à ailes bleues (Spatula discors) qui a séjourné aux Bourgoyen près de Gand du 19 avril au 21 mai, découverte par Mike Vandeperre. Pas de bague ou de dommages dans les ailes, rien qui pointerait visiblement vers une origine captive. C’est probablement ce même oiseau qui a été observé le 30 mai aux Rietmoerassen de Kallo. Après l’homologation de la Sarcelle à ailes bleues de début avril à Bichterweerd près de Rotem, elle constituerait le 23ème cas pour la Belgique.

Sarcelle à ailes bleues Spatula discors, Gent, 29 avril 2020 (©Herman Blockx)

Jusqu'à fin avril, ce ne sont pas moins de 10 Œdicnèmes criards (Burhinus oedicnemus) qui ont été observés en Belgique, auxquels un onzième s’est rajouté en mai. Il a été trouvé par Robbert Schepers dans les Scheldenbroeken à Berlare le matin du 6 mai. Il fût brièvement cochable, mais s’est rapidement envolé, après quoi il n'a pu être retrouvé. C'est de loin le meilleur printemps pour l’œdicnème en Belgique, en partie grâce à la popularité croissante du "nocmig", qui consiste en un enregistrement sonore de la migration, du crépuscule à l’aurore, minutieusement analysé dès le lendemain. Si tous les œdicnèmes de cette année sont acceptés par le BRBC, l'oiseau de Berlare sera le 111ème pour la Belgique.

Le 8 mai nous a apporté un Bécasseau falcinelle (Calidris falcinellus), trouvé par Davy Bosman dans les polders près de Klemskerke. Bien que cette espèce soit annuelle aux Pays-Bas, c’est loin d’être le cas ici. C'est de juin 2016 que date la dernière observation en Belgique. Il y a presque 4 ans ! C’est vraisemblablement le même oiseau qui a été retrouvé par Lowie Lams le soir à 't Pompje à Oudenburg et qui était toujours présent le lendemain. Cette observation constitue le 31ème cas pour la Belgique. Les Bécassines doubles (Gallinago media) sont souvent levées par hasard, lors de relevés de terrain dans des zones inaccessibles par exemple. Il en va de même pour cette observation du 15 mai, lorsque Kenny Hessel trouve une Bécassine double, cette fois dans le Prosperpolder de Doel. C'est la deuxième Bécassine double cette année et la 45ème donné pour la Belgique.

Au printemps, vous verrez moins de Pluviers guignards (Charadrius morinellus) qu'en automne, mais leur beau plumage d'été compense cela. Ils sont apparus en petit nombre durant le mois écoulé, avec un groupe de 5 individus qui est passé par les Fonteintjes à Zeebrugge le 8 mai et un groupe de 3 découverts à Klemskerke le même jour, où ils sont restés jusqu'au 15 mai. Du 16 au 18 mai, deux guignards ont séjourné sur la Wezelse Heide à Wuustwezel, et le 18 mai, deux autres ont été observés à Koersel. Trois individus ont enfin été observés dans la soirée du 29 mai au Kluizendok du port de Gand.

Œdicnème criard Burhinus oedicnemus, Berlare, 6 mai 2020 (©Rudi Van Onderbergen)

Pluvier guignard Charadrius morinellus, Wuustwezel, 17 mai 2020 (©Michel Verbeeck)

Le 23 mai, Lowie Lams a trouvé un Goéland à ailes blanches (Larus glaucoides) tardif dans un groupe de mouettes à Wingene. Une apparition saisissante avec ses plumes juvéniles presque complètement usées !

Les seules Sternes hansel (Gelochelidon nilotica) ce mois-ci ont été comme d'habitude observées avec un bon vent d'Est sur la côte. Le 6 mai, Diederik D'Hert et Kelle Moreau ont chacun observé deux oiseaux en passage près de La Panne et de Raversijde. Ce jour-là, nos deux observateurs chanceux ont également interceptés des Sternes de Dougall (Sterna dougallii) en migration au-dessus de la mer, Diederik une et Kelle pas moins de deux. Nous avons jusqu'à présent 24 cas homologués de Sterne de Dougall en Belgique. Les Sternes caspienne (Hydroprogne caspia) n’ont été observées ce mois-ci qu’en Flandre occidentale. Le 6 mai, deux d'entre elles ont longé le Zwin à Knokke et l'après-midi une autre Raversijde. Les 6 et 15 mai, chaque fois un individu a été aperçu au Blankaart près de Diksmuide.

Nous n’avons eu que remarquablement peu d'observations de Guifettes leucoptères (Chlidonias leucopterus) ce dernier mois. Les deux seules ont été vues dans la province de Limbourg ; l'une en migration au Schulensbroek le 8 mai et l'autre sur place à Bichterweerd près de Rotem le 11 mai. Les Guifettes moustac (Chlidonias hybrida) se sont moins laissé désirer, avec en particulier un groupe de pas moins de 17 individus au Dal van de Grensmaas près de Stokkem le 15 mai !

Goéland à ailes blanches Larus glaucoides, Wingene, 23 mai 2020 (©Dries Candaele)

Guifette moustac Chlidonias hybrida, Doel, 2 mai 2020 (©Kris De Rouck)

Depuis que l'Ibis falcinelle (Plegadis falcinellus) a été retiré de la liste d’espèces soumises à homologation du BRBC, le nombre de cas a commencé à stagner un peu. L’oiseau adulte non-bagué que Steven Van den Bussche a vu voler au-dessus du Bazelse Polder le 23 mai dernier annonce, espérons-le, une année riche en observations supplémentaires !

Zwarte Ibis Plegadis falcinellus, Bazel, 23 mei 2020 (©Steven Van den Bussche)

Nous en arrivons maintenant aux stars incontournables de ce printemps : les rapaces ! Jamais auparavant n'avions-nous vu en une saison une telle variété d'aigles et de vautours. En début de l'année, l'Aigle royal, l’Aigle de Bonelli, l'Aigle botté, l'Aigle impérial et le Vautour fauve nous ont fait l’honneur de leur visite.

Le 21 mai, cette liste s'est étoffée avec l’apparition d’une perle rare. Un Aigle des steppes (Aquila nipalensis) immature est arrivé de France en survolant directement Olivier Dochy à Dranouter, a mis le cap sur Bruges où il a été repéré par Mathieu Decoene au-dessus de son jardin, avant d’être retrouvé au-dessus de Middelburg (NL) et de se poser près de Wolphaartsdijk (NL). C'est le 4ème Aigle des steppes pour la Belgique. Au début de ce mois, un Vautour percnoptère (Neophron percnopterus) immature a ébranlé les fondations, trouvé par Anne Cuvelier près de Buissonville dans la soirée du 4 mai, où il a passé la nuit avant de reprendre la route au matin du 5 mai. S’il est accepté, il s'agira du 6ème pour la Belgique. Beaucoup se sont dit qu’il faudrait un certain temps avant que cette espèce ne réapparaisse. Rien n'était moins vrai. Lors d'une promenade familiale à vélo le 21 mai, Kenny Hessel a remarqué un adulte de Vautour percnoptère (Neophron percnopterus), volant haut vers le sud au-dessus de Lichtervelde. Remarquablement, le même jour que l'Aigle des steppes ! Le percnoptère a encore été observé un peu plus tard par Dietrich Van Wonterghem au-dessus d'Oekene. Le 7ème pour la Belgique. Un Aigle royal (Aquila chrysaetos) immature a été observé par Luc Janssens dans la soirée du 31 mai, en vol au-dessus de Holsbeek. Dans le cas de l'Aigle botté (Hereaaetus pennatus) on peut peut-être même parler d’un petit influx à peu près partout dans le Benelux. Chez nous, une forme claire a traversé l'espace aérien de la Flandre occidentale les 6 et 7 mai, puis du 17 au 21 mai. On suppose qu’il s’agissait du même individu lors de ces deux périodes. Le 16 mai, un exemplaire a été observé à Bernissart, le 19 mai à Laneuville, le 22 mai à La Roche Trouée à Nismes, le 23 mai à Torgny et enfin au-dessus de Oedelem le 30 mai. Jusqu'à présent, nous avons 25 cas acceptés d’Aigle botté en Belgique.

Aigle botté Hieraaetus pennatus, Houthulst, 17 mai 2020 (©Piet Theerens)

Ces dernières années, le nombre de Circaètes Jean-le-Blanc (Circaetus gallicus) observés n’a cessé de croître dans notre pays. Mais ce mois-ci, malgré la multitude de grands rapaces, ‘seulement’ un individu a été trouvé par Antoine Goderniaux près d'Assenois. Seulement 2 Vautours fauves (Gyps fulvus) ont été observés par Koen Leysen en vol près d'Olmen le 29 mai. Un Élanion blanc (Elanus caeruleus) était présent à Westmalle du 21 au 23 mai, où il était particulièrement twitchable et s’est magnifiquement laissé observer. Le 22 mai, un autre individu est arrivé en Belgique en provenance des Pays-Bas, près de Hamont-Achel. Entre Verrebroek et Doel, des Pygargues à queue blanche (Haliaeetus albicilla) ont été observés un certain nombre de fois, probablement à chaque fois les mêmes deux oiseaux subadultes. À Hoeke, un oiseau immature s'est envolé le 6 mai vers le nord-est en direction des Pays-Bas. Des Busards pâles (Circus macrourus) ont été observés ici et là en migration, mais nous avons également eu droit ce mois-ci à deux oiseaux en halte longue. Du 7 mai au 15 mai également un mâle de 2ème année calendaire à Houtain-Le-Val, et du 9 mai jusqu’à aujourd’hui un mâle de 2ème année calendaire dans les environs de Laar.

Busard pâle Circus macrourus, Laar, 16 mai 2020 (©Kris De Rouck)

Élanion blanc Elanus caeruleus, Westmalle, 23 mai 2020 (©Kris De Rouck)

Élanion blanc Elanus caeruleus, Westmalle, 23 mai 2020 (©Jan Vanwynsberghe)

Le mois dernier, pas moins de 24 Huppes fasciées (Upupa epops) ont été observées. Les Guêpiers d’Europe (Merops apiaster) se sont également bien montrés, avec des groupes de pas moins de 17, 15, 13, 12, 11 et 9 oiseaux, tant sur place qu'en migration.

Nous aurons compté 13 observations de Faucon kobez (Falco vespertinus) pour ce mois, dont certaines d’oiseaux très coopératifs qui ont pris la pose pour de magnifiques photos. Un beau mâle de 2e année calendaire sur la photo de Koen Devos ci-dessous.

Faucon kobez Falco vespertinus, Keiem, 10 mai 2020 (©Koen Devos)

Le 6 mai, par une bonne journée de migration, une Alouette calandrelle (Calandrella brachydactyla) a survolé Zeebrugge, enregistrée par Hans Matheve et confirmée par Magnus Robb. Il s'agit de la 44ème Alouette calandrelle pour la Belgique, et à part l'oiseau observé sur un site inaccessible de l’avant-port de Zeebrugge en mai de l'année dernière, la dernière cochable date d'il y a 8 ans déjà (Folx-Les-Caves, avril 2012).


Alouette calandrelle Calandrella brachydactyla, Zeebrugge, 6 mai 2020 (©Hans Matheve)

Pas d'année record pour l'Hirondelle rousseline (Cecropis daurica) cette fois, avec 2 cas fin avril et 2 début mai, uniquement en migration. Le fait qu'en raison des mesures de distanciation physique les postes de comptage du littoral n'ont guère pu être occupés n’a pas aidé.

Ce mois-ci a donné lieu à deux observations d’un mâle de Bergeronnette citrine (Motacilla citreola) près de la côte. Un a survolé en vol nord-ouest Hilbran Verstraete le 5 mai dans le polder de Dudzeel à basse altitude, en criant fort. Le 9 mai, Robrecht Pillen et Dirk Vercoutter ont également aperçu une Bergeronnette citrine lors de leur tournée des oiseaux nicheurs dans les polders de Damme. Cet oiseau a pu être vu à une distance de 15 m, après quoi il s'est envolé vers le nord. Il y avait déjà 4 ans qu'une Bergeronnette citrine n’avait plus été observée en Belgique, il est donc remarquable que nous ayons déjà 3 cas cette année ! Si elles sont acceptées, ces deux-là constitueront les 18ème et 19ème cas pour la Belgique.

Dans la matinée du 24 mai, Niels Goulem a trouvé une superbe Locustelle fluviatile (Locustella fluviatilis) aux Prés de Grand Rieu à Hautrage. Au début, l'oiseau ne chantait que peu et se montrait difficilement, mais dans les jours qui ont suivi, il est resté fidèle à son buisson et a gazouillé à plein régime, se montrant parfois magnifiquement. C'est le 36ème cas pour la Belgique.

Locustelle fluviatile Locustella fluviatilis, Hautrage, 25 mai 2020 (©Marc Languy)

Si l'on en croit le logiciel de reconnaissance automatique d’observations.be, ce printemps grouillait de Pouillots ibériques (Phylloscopus ibericus). Cependant, seulement deux spécimens ont survécu à l'épreuve des critiques jusqu’à présent. Le 3 mai, Didier Vieuxtemps en trouvait un à Nassogne, un spécimen au chant typique. Un autre oiseau a été trouvé le 12 avril dans la vallée du Ziepbeek à Rekem par Karel Sauwens. Cet oiseau ne ressemble cependant pas tout à fait à l’archétype du Pouillot ibérique, et nous attendons de voir quel sera le verdict du BRBC. Jusqu'à présent, 21 cas ont été acceptés en Belgique.


Pouillot ibérique Phylloscopus ibericus, Nassogne, 3 mai 2020 (©Noé Terorde)


Pouillot ibérique Phylloscopus ibericus, Rekem, 3 mai 2020 (©Karel Lemmens)

La Cisticole des joncs (Cisticola juncidis) semble faire son grand retour après une quasi-absence au cours de la dernière décennie. Plusieurs individus chantent dans les polders de la côte, quelques individus ont été observés dans la vallée de l'Yzer, à Raversijde et aux Zwinbosjes de Knokke. Un individu est même resté un temps au Zennegat à Malines. Une espèce méridionale qui s'est déplacée de plus en plus vers le nord ces dernières années est l’Hypolaïs polyglotte (Hippolais polyglotta). Ce mois-ci également, de nombreuses observations ont été faites en Flandre, d’au moins une quarantaine d’individus.

Cisticole des joncs Cisticola juncidis, Uitkerke, 8 mai 2020 (©Wim Trio)

Un magnifique adulte d'Étourneau roselin (Pasteur roseus) a été découvert par Hans Matheve le 29 mai dans le Kleiputten à Heist. L'oiseau volait dans un groupe de sansonnets et a rapidement disparu hors de vue. Il est probablement encore présent dans la région mais n'a plus été repéré par la suite. C'est le 58ème cas pour la Belgique.

Des Roselins cramoisis (Carpodacus erythrinus) ont été observés dans 5 localités ce mois-ci. Le 20 mai dans la vallée de l’Aa à Poederlee et au Verrebroekse Plassen de Verrebroek, le 21 mai à De Haan et Kalmthout, et enfin le 31 mai en passage sur le poste de suivi migratoire des Fonteintjes à Zeebrugge.

À chercher en juin

La fin du mois de mai et le mois de juin sont le moment idéal pour rechercher la Rousserolle des buissons (Acrocephalus dumetorum) ! Nous avons maintenant plus de 40 cas de cette espèce en Belgique, tous en automne et, croyez-le ou non, seulement 1 observation de terrain (16-17 octobre 2015, Kallo). Aux Pays-Bas, pas moins de 9 chanteurs ont été trouvés la semaine dernière ! Les Rousserolles des buissons peuvent se contenter de buissons et fourrés denses, il n'y a même pas besoin de roseaux. Le chant peut être confondu avec celui de la Rousserolle verderolle, mais il est beaucoup plus lent, avec de nombreuses répétitions et des sons pleins remarquables. Faites également attention au rythme du chant de l'oiseau dans l'enregistrement ci-dessous !

En ce moment, une grande invasion d’Étourneaux roselins (Pastor roseus) est en cours, avec des groupes allant jusqu'à 20 oiseaux en Autriche et, le 28 mai, pas moins de 98 oiseaux à Hyères dans le sud de la France. Il semble que l'invasion soit au moins aussi importante que celle de 2018, qui nous a livré 4 oiseaux. Vérifier régulièrement les spots de votre région où vous savez qu'il y a parfois des groupes d'étourneaux pourrait finir par payer !

Étourneau roselin Pastor roseus, Doel, 20 juin 2012 (©Wim Deloddere)

Gardez également un œil sur le ciel de temps en temps, juin s'est avéré être un bon mois pour les martinets en Europe occidentale par le passé, par exemple avec le Martinet épineux (Hirundapus caudacutus) ou le Martinet du Pacifique (Apus pacificus). Et nous pouvons naturellement encore nous attendre à voir passer quelques chouettes espèces de rapaces ; nous n’avons par exemple pas encore eu d'Aigle pomarin (Clanga pomarina) cette année !

Olivier Dupont

Discussie

Toy Janssen  ·  6 juni 2020  11:28

Mooi om een maand overzicht nu ook van België te kunnen lezen!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.