Vondstverhalen

Wat ging er vooraf aan de beep van een mega? Lees hier het volledige verhaal van de ontdekking.

Siberische Sprinkhaanzanger - 4 oktober 2020

22 oktober 2020  ·  Stijn Baeten  ·  1458 × bekeken

Als één van de weinigen in heel het West-Palearctisch gebied heeft Stijn Baeten maar liefst twee vondsten van een Siberische Sprinkhaanzanger (Helopsaltes certhiola) op zijn palmares staan, en dat op minder dan een jaar tijd! Beleef het moment dat de vogel verscheen in het kijkerbeeld van Stijn alsof je er zelf bij was in onderstaand vondstverhaal.

Zondagochtend vier oktober. De wekker gaat om half zes. Vroeg. Vermoeid van de zware werkmaanden strompel ik uit mijn bed. Vrijdag was mijn laatste werkdag, nu een lange vakantie voor de boeg. Zaterdag was er een fall geweest in het Zeebrugse, ik had echter andere verplichtingen. Zaterdagavond kriebelde het dermate dat ik wat telefoontjes pleegde. “De dag na de fall worden vaak de zeldzaamheden gevonden”, zei ik tegen menig kameraad. Het mocht niet baten, zondagochtend om zes uur reed ik alleen naar Zeebrugge, de rarity hotspot van België. Na een dik uur karren parkeerde ik me aan de oostdam van Zeebrugge. Eerste stop de takkenbossen. Het begon licht te worden. Al snel ontwaar ik in het bosje het silhouet van wie anders dan Johan Buckens. Klassiek. Na een sweep door het bosje, met als resultaat slechts enkele lijsters, het gebruikelijke vergadermomentje. Over de fall van de dag ervoor. En dat er niets van was blijven plakken zo leek het. Afsluiten deden we met de gebruikelijke peptalk.

Vervolgens dook Johan het nabijgelegen duindoornstruweel in, terwijl ik de bufferdijk en de bosjes op de blokken van de oostdam ging checken. Op de dijk zat een Roodborst. Niet dat ik daar ooit al veel vogels op gezien heb, dus dat kon slechter. Op het strand 2 Tapuiten, gewone helaas. Op de blokken zelf was er iets meer leven, goed voor 2 Zwartkoppen, een Tjiftjaf, een Goudhaan en een Heggenmus. Vanuit zee kwam een Appelvink aanvliegen en zette zich pardoes op de blokken. Een nieuwe soort voor de officieuze blokken-lijst, denk ik. Alleszins voor de mijne. Met een gevoel van ‘dat kon slechter’ keer ik op mijn stappen terug en duik ook het duindoornstruweel in. Johan is intussen al naar het volgende bosje vervlogen. Hoe hard ik ook mijn best doe, verder dan 2 Tjiftjaffen, een Zwartkop en 2 Roodborsten kom ik niet. ’t Zal niet voor vandaag zijn, denk ik wanneer ik het duindoornstruweel achter me laat.

Op weg naar de auto passeer ik nog een heel klein bosje, het vuurtorenbosje, ook gedomineerd door Duindoorn. Vaak wandel ik er gewoon langs, maar vandaag besloot ik om er even in te duiken. Een Grasmus schiet voor mijn neus weg. Het spannend gevoel komt weer op. Ik wacht een paar minuutjes muisstil en zie voor mij iets onder de top van een duindoornstruik een vogeltje zitten. Verrekijker erop en verschieten. Een Locustella! De vogel zit stil, maar bijna volledig open en bloot. Meteen valt de markante wenkbrauwstreep op, althans voor en boven het oog. De kruin is donkerder grijs en zwaar gestreept, contrasterend met de rest van de kop. Ik neem de kenmerken in mij op en mijn hart begint gewaar te worden wat mijn verstand niet kan bevatten. Na tien seconden draait te vogel weg van me, ik zie hem nu op de rug. Onmiddellijk zie ik de witte tippen aan de binnenvlag van de tertials. Wanneer de vogel de volgende struik induikt krijg ik ook – zij het kort – de onderstaartdekveren te zien. Warm rosbruin zonder donkere pijlpunten. Het begint binnen te komen. In paniek bel ik Johan op. “Ik kan het zelf niet geloven maar ik denk dat ik opnieuw op een Siberische Sprinkhaanzanger sta te kijken! Vuurtorenbosje!”. “Dat meen je niet! Ik ben er binnen een paar minuten!”, antwoordt Johan.

Een paar minuten later arriveert Johan en ik doe mijn verhaal opnieuw. Geen nieuwe elementen, gewoon adrenaline. Naar de volgende stap nu, documenteren. Eerst proberen we met de zang en de roep of we de vogel tot bij ons kunnen lokken. Negatief. Dan maar plan B. Johan positioneert zich in een gat tussen de Duindoorn terwijl ik door de Duindoorn ga zigzaggen richting Johan. Indien een van ons de vogel zag, moesten we fluiten. Ik tank door de Duindoorns en een paar minuutjes later hoor ik Johan fluiten. Hij had de vogel niet alleen gezien, maar ineens ook kunnen fotograferen. Een huzarenstukje te midden van de wirwar aan duindoorntakken. Een masterclass in manuele scherpstelling wanneer het er echt toe doet! Ondanks de vele takken voor de vogel zien we op de foto’s onder andere de ongetekende onderstaartdekveren, de roodbruine tint op de mantel, de grijzige tint op de kruin en – met veel moeite – lichte toppen aan enkele staartpennen. “t Is een”, zegt Johan. Ik kan het zelf nog altijd maar moeilijk geloven. Nog geen jaar ervoor had ik in de nabijgelegen takkenbossen de eerste twitchbare Siberische Sprinkhaanzanger voor België gevonden. Een once in a lifetime, dacht ik. Niet dus.

Siberische Sprinkhaanzanger Helopsaltes certhiola, Heist, 4 oktober 2020 (©Johan Buckens)

Nog altijd vol van ongeloof besluiten we om hem opnieuw te zoeken. Johan had hem immers enkel door de zoeker van de camera gezien. Ondanks goed zoeken vinden we hem niet meteen terug, het regende ondertussen ook fel. We besluiten Hans Matheve te bellen die met een team het Stapelterrein aan het uitkammen was om ons te komen helpen. Na een kwartiertje arriveren ze en besluiten we om op een lijn door het bosje te lopen. De vogel wordt teruggevonden maar is vliegerig nu. In zit te zien krijgen, laat staan fotograferen, was er ondanks verwoede pogingen niet meer bij. We besluiten de waarneming nu algemeen kenbaar te maken met de mededeling dat hij lastig te zien is.

Siberische Sprinkhaanzanger Helopsaltes certhiola, Heist, 4 oktober 2020 (©Thibaud Vandaudenard)

De rest van de dag is de vogel twitchbaar, hoewel waarnemingen vaak van heel korte duur zijn. Ook de volgende ochtend bleek hij er nog te zitten waarna Johan nog betere foto’s kon maken. Indien aanvaard betreft het de 9de waarneming voor België en de derde veldwaarneming. De eerste veldwaarneming werd gevonden op 146 meter van deze locatie, in de takkenbossen op 11 oktober 2019 en bleef in de buurt aanwezig tot en met 16 oktober 2019. Op 28 en 29 september 2020 vond onverwacht de tweede veldwaarneming plaats en dit op het ontoegankelijke deel van de Voorhaven van Zeebrugge. Dit staartloze individu werd gevonden door Hans Matheve. Op minder dan een jaar tijd werden dus 3 veldwaarnemingen van Siberische Sprinkhaanzangers gedaan op maximaal 3.5 km van elkaar. Bizar!

Siberische Sprinkhaanzanger Helopsaltes certhiola, Heist, 5 oktober 2020 (©Johan Buckens)

Discussie

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.