CDNA Nieuwsberichten

CDNA-mededelingen: toelichting recente besluiten

9 april 2022  ·  CDNA  ·  4884 × bekeken

Schildraaf niet aanvaard
De Schildraaf die van 22 mei 2019 tot en met 20 maart 2020 Nederland aandeed is na drie stemronden niet aanvaard. De determinatie was boven iedere twijfel verheven, maar een ruime meerderheid van de commissie was van mening dat er nog te veel onduidelijk is over de vagrancy potential van deze soort in Noordwest-Europa.

Schildraaf is in Noordwest-Europa geen ongewone verschijning in gevangenschap. Er is een reeks waarnemingen van bewezen ontsnapte (want met kwekersringen gemarkeerde) vogels, en daarnaast geldt voor Schildraaf geen ringplicht voor kwekers. Daarom heeft de CDNA de vagrancy potential van Schildraaf extra kritisch tegen het licht gehouden. Schildraaf is een cultuurvolger en hoewel ze over land flinke zwerftochten kunnen maken, staan ze niet bekend als (lange-afstands)trekkers, en is ook niet bekend dat ze zelfstandig grote afstanden over zee te vliegen. Er zijn daarentegen wel meerdere gevallen gedocumenteerd waarbij Schildraaf grote afstanden op schepen heeft meegereisd, waarbij de vogels buiten Afrika terechtkomen. Vogels in Spanje (incl. Canarische Eilanden), Portugal, Italië, en zelfs Brazilië en India worden daarom over het algemeen beschouwd als ship-assisted.

De Nederlandse vogel toonde grote zwerflust, aangezien de vogel reeds op 13 juni 2018 ontdekt was aan de oostkust van Engeland (Spurn). Vervolgens verplaatste de Schildraaf zich ruim anderhalve ronde met de klok mee door het Verenigd Koninkrijk, tot in elk geval medio april 2019. Vervolgens dook de vogel op in Nederland, bij Den Oever (Noord-Holland), zwierf door Friesland en Groningen, deed de Waddeneilanden Schiermonnikoog en Ameland aan, alvorens voor lange tijd in Leeuwarden (Friesland) te blijven. Het gedrag in Nederland en Engeland toonde veel verplaatsingen over korte afstanden, waarbij met name antropogene omgevingen werden aangedaan. Hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn dat de vogel per schip in Spurn is aangekomen (een gerucht uit Engeland bleef onbevestigd), is het in het licht van het gedrag bij een dergelijk opvallende vogel op zijn minst opmerkelijk dat deze cultuurvolger pas in Engeland voor het eerst werd opgemerkt. Daarnaast zijn er, buiten de als ship-assisted beschouwde gevallen in Spanje, Portugal en Italië, geen patronen zichtbaar van als wild-beschouwde vogels die duiden op vagrancy potential. Vanwege het gebrek aan een dergelijk patroon, de aangetoonde verplaatsing met behulp van boten bij deze soort en met inachtneming van de mogelijkheid van ontsnapping heeft de CDNA besloten om deze vogel op het statusaspect niet te aanvaarden.

De CDNA is zich daarbij bewust dat de soort zich uitbreidt in Afrika en al tot broeden is gekomen in de Westelijke Sahara en is zich bewust van de recente Schildraafwaarneming in Denemarken. Er bestaat de mogelijkheid dat meer waarnemingen volgen, die kunnen duiden op een patroon van verplaatsing van wilde vogels richting Noordwest-Europa. Thans als ship-assisted beschouwde Zuid-Europese vogels kunnen ook in een ander licht worden geplaatst door de desbetreffende verantwoordelijke commissies. De CDNA houdt deze ontwikkelingen in de gaten. De Nederlandse/UK-vogel is goed gedocumenteerd en gearchiveerd, en het besluit kan daarom op een later moment op basis van nieuwe informatie heroverwogen worden.

Pleskes Mees niet aanvaard
De Azuurmees die van 8 tot 28 maart 2019 in Bergen, NH verbleef is medio 2021 als Pleskes Mees (hybride Azuurmees x Pimpelmees) ingediend. De vogel is niet aanvaard op zowel determinatie als status. De commissie doet uiteindelijk geen definitieve uitspraak over de determinatie. Zowel het kleed (grijze wangen, grijze kruin en de gereduceerde gele borstvlek), als de opgenomen geluiden wijzen op invloeden van een Azuurmees van een zuidoostelijk taxon, maar een hybride tussen Pimpelmees en een van de zuidoostelijke ondersoorten van Azuurmees kon de CDNA niet volledig uitsluiten. Wel komt de commissie tot de conclusie dat de vogel geen kruising is tussen een Pimpelmees en de nominaat van de Azuurmees (i.e. Pleskes Mees), die eerder in Nederland als dwaalgast is vastgesteld. Omdat de zuidoostelijke taxa van Azuurmees geen lange-afstandstrekkers maar standvogels zijn, met ’s winters hooguit korte verplaatsingen (‘altitudinal migration’), wordt een wilde herkomst van de waargenomen vogel niet aannemelijk geacht.

Bergfluiter na herroulatie aanvaard
Een opmerkelijk geval betrof de melding van de vroegste Bergfluiter ooit voor Nederland, op 14 april 2020 in de Hoekse Waard, ZH. Deze vogel werd aanvankelijk niet aanvaard. Het beknopte dossier maakte onvoldoende duidelijk of de vogel echt was gezien, bevatte geen beschrijving van het kleed en er waren enkele korte geluidsopnamen bijgevoegd. Deze korte geluidsopnamen lieten zowel een Bergfluiter als een Gekraagde Roodstaart horen. Die laatste soort staat echter bekend als een uitstekende imitator, die ook regelmatig Bergfluiter in zijn repertoire heeft. Dit is ook in Nederland vastgelegd. Op sonagrammen van deze imitaties lijken geen verschillen te zien tussen de ‘echte’ soort en de imitator. Er is uitvoerig contact geweest met geluiden- en roodstaartenexperts in Europa, die unaniem stelden: op basis van deze korte opnamen konden zij een roodstaart niet uitsluiten. De vroege datum zorgde voor verdere twijfels (al is in 2021 inmiddels een nog vroeger geval vastgesteld). Op basis van al deze omstandigheden kon de de commissie niet volledig uitsluiten dat de opgenomen vogel een imiterende Gekraagde Roodstaart betrof.

Het geval werd echter opnieuw ingediend. De belangrijkste aanvullende informatie bestond eruit dat de vogel – hoewel niet uitvoerig – wel degelijk gezien was. Omdat uit het aanvullende dossier duidelijk bleek dat echt een boszanger is gezien die het geluid produceerde, is het eerdere besluit teruggedraaid en is deze vogel alsnog aanvaard als Bergfluiter.

Dit dossier illustreert ons inziens zien dat de compleetheid van dossiers cruciaal kan zijn, en teleurstelling bij waarnemers en onnodig meerwerk voor de commissie kan voorkomen. In dit geval had ook een langere (serie) opname(n) van zangstrofen zonder kenmerkende elementen van Gekraagde Roodstaart ongetwijfeld direct tot aanvaarding kunnen leiden. Daarmee doen we een algemene oproep om, als dat mogelijk is, langere opnamen te maken en met ons te delen. Wij ontvangen vaker heel korte opnamen (soms van minder dan 10 seconden) van vogels die veelvuldig lijken te hebben gezongen. Als het mogelijk is, zijn opnamen van ten minste een halve minuut (of een serie kortere, als intervallen groot zijn) dikwijls waardevol.

Kumliens Meeuw Julianadorp aanvaard
De Kleine Burgemeester s.l. die sinds winter 2016 jaarlijks rondom Julianadorp aanwezig is, is aanvaard als Kumliens Meeuw. Lang werd vermoed dat het een Kumliens Meeuw en geen Kleine Burgemeester betrof, maar voordat de vogel volwassen was, was er onder meeuwenkenners nog enige twijfel over de determinatie. In adult kleed vertoont de vogel echter kenmerken (donkere buitenschachten op buitenste handpennen, subterminale bandjes op de handpennen) die gewoonlijk met een (lichter type) Kumliens Meeuw worden geassocieerd, en de vogel is daarom als Kumliens aanvaard.