De laatst bekende broedplek van de Critically Endangered Baer's Pochard bevindt zich een enorm stuk (circa 800 km) zuidelijk van het traditioneel erkende broedareaal in noordoost China en zuidoost Rusland. In 2012 is gebleken, nadat een Chinese vogelfotograaf foto's verspreidde via Facebook, dat er zich een broedpopulatie bevindt op een reservoir in de Chinese provincie Hebei. Omdat ik deze zomer toch in China was had ik bij Terry Townshend (auteur van het blog Birding Beijing en nauw betrokken bij het monitoren van de nieuwe broedplek) geïnformeerd of het zin zou hebben op zoek te gaan naar Baer's Pochards in hartje zomer. Hij schatte mijn kans laag in en ik had dan ook al besloten om een bezoek uit te stellen tot volgend voorjaar. Echter, nadat Terry met Paul Holt, Jennifer Leung en twee Britse gasten in het weekend van 26-27 juli een aantal eenden wist te vinden besloot ik toch een poging te wagen. Ik nam contact op met Terry voor meer informatie en hij vertelde me dat Paul en Qingyu Wang vrijdag 1 en zaterdag 2 augustus met klant Steven Eccles naar de site zouden gaan alvorens hun Qing Hai tour. Paul vond het geen probleem als ik me bij hen aansloot (we kenden elkaar van afgelopen najaar, toen we met Terry zonder succes op jacht zijn geweest naar najaars Baer's bij Beijing) en dat aanbod kon ik natuurlijk niet afslaan.
Logistiek gezien was het eigenlijk vrij makkelijk. De plek is vanuit Beijing in drie uur te bereiken per trein. Als buitenlander is het verkrijgen van een kaartje dan wel weer een onderneming, maar m'n (Chinese) vrouw Yali Si kon dit gemakkelijk regelen (hoewel gezien de vakantietijd de tickets wel bijna op waren) en ik had haar ervan overtuigd dat ze toch echt even deze eend moest zien voordat-ie van de aardbodem verdwenen was (dus mijn handje werd de hele trip vastgehouden). Om per metro naar het treinstation te gaan moet je wel wat tijd inplannen want het is een drukke route en het station zelf is ook afgeladen. Het metrostation is trouwens een knap staaltje slechte planning zoals ze dat alleen in China kunnen: piepkleine trapjes in een verder enorme lege hal die de constante stroom mensen met enorme koffers slecht aankunnen. Na de treinrit moet je een taxi vorderen om bij het meer zelf te komen. Een richtprijs is moeilijk te geven, wij betaalden verrassend weinig, maar legden de eerste dag uiteindelijk nog wat bij omdat we de taxi wel erg lang claimden. Bij het meer is het verder ook vrij straight forward. Iedereen kent het meer zelf en de plekken voor de eend liggen gewoon langs de weg (wat wijzen op een printje van Google maps zou voldoende moeten zijn).
Nepzwaan tussen de lotusbloemen (Ben Wielstra)
Paul en de rest hadden wat vertraging en omdat we toch niet met z'n allen in één auto zouden passen, regelden wij alvast een taxi en reden naar wat het voorgaande weekend de beste plek was, ongeveer een half uurtje met de taxi. Hier was bar weinig te beleven en het was WARM. Op de poel zaten geen eenden. Op de poel hiernaast, bedekt met lotusbloemen en daarom populair bij toeristen, dreef een duikeend. Precies toen ik naar dit beest keek besloot deze op de wieken te gaan, ondanks dat-ie daarvoor wel constant naast een bezette waterfiets in de vorm van een zwaan had gezwommen. Er zitten hier meer Witoogeenden dan Baer's Pochard (vroeger was Witoogeend juist zeldzaam in China!) en de twee soorten zijn, en dan met name de vrouwtjes/jongen, best lastig van elkaar te onderscheiden. Ik durfde op basis van deze flits niets over de eend's identiteit te zeggen. We hoorden voor het eerst de bizarre stuiterbal zang van Reed Parrotbill en kort zagen we er een paar in wat rietpluimen zitten. Omdat deze plek vorig weekend betrouwbaar bleek voor Von Schrenk's Bittern op foerageervlucht, checkte ik het gebied ondertussen voor woudaapjes. Ik zag alleen de (veel algemenere) Yellow Bittern een paar keer langs pendelen. Inmiddels waren Paul, Qingyu en Steven gearriveerd (zij hadden de bittern onderweg vanuit de auto gezien) met een nog goedkopere 'black car'. Hun conclusie: WARM. Aangezien ik in de tussentijd alleen maar twee langsvliegende duikeenden had gezien, besloten we ons al snel te verplaatsen, na eerst even van een erge showy Yellow Bittern genoten te hebben.
Reed Parrotbill Paradoxornis heudei, Hebei, China, 17 juli 2013 (Terry Townshend)
Aan de westkant van het meer waren weinig watervogels te bekennen. Na een paar stops namen we de dijk die van zuidwest naar middenoost door het meer loopt. Deze dijk is een erg goede plek voor Reed Parrotbill. De soort is hier algemeen (voornamelijk op gehoor) en de rietkraag aan beide zijden van de dijk is niet zo breed. We konden ze regelmatig goed zien tijdens ons verblijf. De beste waarneming was in de middag aan het begin van de dijk, toen we een beest met veel geweld een rietstengel uit elkaar zagen trekken. Nadat de vogel een insectenlarf uit de stengel gepulkt had vloog-ie er kort een bos riet mee in en kwam er al snel weer uit: vast een nestje (tweede legsel misschien? Er vlogen al heel wat juvenielen rond). Het zijn brute rakkers met hun enorme gele gok. Apart is dat de kleurverdeling sterk aan Baardman doet herinneren (mogelijk mede de reden dat Baardman in het verleden nog wel eens abusievelijk bij de parrotbills ingedeeld werd?). Erg apart vond ik dat de ondersnavel een heel stuk voor de bovensnavel uit geschoven kan worden, waardoor het beest alleen maar meer op een muppet lijkt. In het verleden werd deze soort wel eens in tweeën gesplit (in Reed en Northern) op basis van een gapend gat in het verspreidingsgebied, maar recentelijk zijn er tussenliggende populaties ontdekt, zoals ook deze in Hebei. We vermaakten ons met Vinous-throated Parrotbills, fraaie Witwangsterns (inclusief juvenieltjes), ijsvogels en wat niet al, maar er was geen eend te bekennen. De Meerkoeten zagen er hier erg ongezond uit, vaak met gezwellen rond de keel. Ook vond ik de jonge vogels erg veel wit in het gezicht hebben en ik vraag me af of dat ook gewoon met hun conditie te maken had. Dat wekte toch wel de indruk dat dit meer best vervuild is (leuk voor de Baer's!). Toch zwommen er regelmatig mensen in het meer. Iets waar wij gezien de hitte en de afstand tot vogels ook wel wat in zagen, maar de constante lucht van rottende dierenlijkjes deed ons een zwempartij heroverwegen.
Naarmate we meer noordelijk kwamen boekten we vooruitgang. Eerst zagen we wat duikeenden aan de oever van de westkant van het meer. Veel te ver om wat van te maken, zeker omdat het vandaag erg heiig was (smog). Hierna zagen we aan de oostkant van de dijk twee duikeenden zwemmen. Ondanks de afstand waren het stevige units met een flinke snavel: dat moesten Baer's Pochards zijn. Het begon inmiddels richting schemer te gaan. Onze taxichauffeur bleek z'n auto bij een collega te moeten droppen voor de nachtshift. Daar had-ie eerder mee kunnen komen. We besloten dat wij alvast naar het hotel gingen en Paul zou alleen nog even stoppen als er wat dichtbij de dijk dreef. Natuurlijk zagen we nu direct vanuit de auto een behoorlijke concentratie watervogels drijven en natuurlijk ging kort hierna de telefoon ("Terug komen", "fantastisch", "indrukwekkendere ervaring dan geboorte eerste kind", etc.). De taxichauffeur wilde om de een of andere reden niet achteruit rijden en deed enorm moeilijk met keren, terwijl het zienderogen schemeriger en schemeriger werd. Het leek een eeuwigheid te duren maar toen konden we ons eindelijk bij Paul, Qingyu en Steven aansluiten. Er lag een plakkaat van voornamelijk Baer's Pochards rustig dicht langs de dijk: 35 vogels, voornamelijk mannetjes. Om dit even in perspectief te plaatsen, de voormalige hoogste telling op het meer betrof 26 vogels (door Max Berlijn trouwens). Bizar! Ik kon de vogels nog even goed in me opnemen alvorens het echt donker was.
Een stoot watervogels (Ben Wielstra)
We verbleven in een zeer posh maar niet eens zo overdreven duur hotel langs het meer. Bij het eten vergrepen we ons aan menig koud biertje. Dat was wel nodig na een middagje sauna en we hadden natuurlijk heel wat te vieren. De volgende ochtend stond de chauffeur die Paul et al. gisteren rondgereden had alweer om 4:30 uur klaar. Steven en de dames hadden geen zin om zo vroeg al op te staan dus ik ging er samen met Paul op uit. Het was nog behoorlijk donker toen we op de plek van gisteren uitstapten. We werden werkelijk besprongen door de muggen - DEET bij de vleet. Langzaam veranderden de schimmetjes op het water in Baer's Pochard silhouetjes: ze zaten er nog en het waren er alleen maar meer. Paul telde er zo snel maar liefst 65 (!!!), maar al snel begon de boel uit te waaieren toen er een vissersboot door de eendenmassa heen voer (waardoor we er wel een aantal leuk in vlucht konden zien). Het werkelijke aantal had best een aardig stuk hoger kunnen liggen. Duidelijk weer was dat het gros mannetjes betrof. Vrouwtjes en kuikens zullen nog in het riet weggestopt gezeten hebben? Hoewel de vogels nu wat meer verspreid zaten waren er wel constant Baer's Pochards in beeld alhier.
Er waren nog wel meer vogels op de been. We hadden een schreeuwende langs vliegende Black-capped Kingfisher en regelmatig lieten Reed Parrotbills zich fantastisch zien en horen. Er waren ook al wat vogels op trek. Met Forest Wagtail had ik totaal geen rekening gehouden maar er kwam er eentje langs terwijl-ie zijn aparte roepje riep. Ook Maskergors bracht een vrij herkenbaar roepje ten gehore, een tikje met een lisp. Er tikten nog wat meer gorzen en er kwam een Black Drongo langs. Niet slecht. We troffen uiteindelijk dan toch twee Blunt-winged Warblers, na al hondermiljoen Oriental Reed Warblers gezien te hebben. De beesten zagen er niet uit, ze waren zo zwaar in de rui dat we het vlees door de kopveren heen konden zien schijnen. Onze chauffeur had ondertussen Steven even opgepikt. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot smerig warm. We deden ons te goed aan de eenden en de Blunt-winged Warblers kwamen ook nog eens een kijkje nemen en zongen zelfs even. Vervolgens reden we om naar de Von Schrenck's Bittern locatie. Twee keer zagen we er één langsvliegen, maar de afstand was helaas groot. Ze zouden nog wat kunnen leren van de Yellow Bitterns, die werkten een stuk beter mee.
Von Schrenck's Bittern Ixobrychus eurhythmus, Hebei, China, juli 2012 (Terry Townshend)
We reden weer terug naar de dijk, alwaar Qingyu en Sisi zich bij ons voegden. Steven was een stukje gaan lopen en was een zeer tamme Long-billed Plover tegen het lijf gelopen. De vogel, een wijfje, liep simpelweg langs de oever van het meer te foerageren en liet zich geweldig bekijken. De snavel is dan misschien wel lang, maar veel opvallender vond ik de lange staart. Twee keer vloog de plevier dicht bij heen en weer om weer voor onze voeten te landen. Niet lelijk! Het was voor mij een totale verrassing deze soort hier te zien. Paul vertelde dat er ook al weer een aantal op hun vaste overwinteringsplek in Beijing (n.b. in de stad zelf) zaten. Na deze waarneming hoefde ik daar deze zomer niet meer langs, maar in het najaar ga ik wel eens een kijkje nemen (ik wil wel een mannetje zien). We hadden het wel even gehad met de hitte en gingen terug naar het hotel om wat te chillen (letterlijk) en te lunchen. 's Middags reden we heel langzaam aan richting het station met regelmatige stops langs de dijk.
De Baer's Pochards waren nog immer present en ditmaal kregen we ze uitmuntend te zien. Een gemengd groepje Baer's Pochard / Witoogeend lag bijzonder dicht langs de dijk. We namen uitgebreid de tijd om ze te bestuderen in directe vergelijking met Witoogeend. Baer's Pochards zijn een slag forser dan Witoogeend. De kop- en snavelvorm bepalen een belangrijk structuurverschil: Baer's heeft een stevigere en langere snavel die direct overloopt in het voorhoofd terwijl deze overgang bij de liever ogende Witoogeend geprononceerder is. Mannetjes Baer's zijn opvallend getekend. In prachtkleed hebben ze een donkere, groenglanzende kop. Het lichaam is juist weer een slag lichter dan Witoogeend. Opvallend is de flanktekening, die flodderig en geschubd is aan de achterzijde maar steeds duidelijker wit richting de voorkant en hier een witte wig vormt. Onze vogels waren richting eclips aan het gaan. De kop was nog steeds donker maar meer bruinig en de glans was niet opvallend en overall waren de vogels grauwer. De flanktekening varieerde sterk van vogel tot vogel en was soms praktisch afwezig. De vrouwtjes vond ik knap lastig. Wanneer ze de witte flanken missen moet je ze echt op structuur doen. Een van de mannetjes was vrijwel constant aan het baltsen richting een mannetje Witoogeend, (gedrag dat hier wel vaker wordt waargenomen). De Witoogeend-man was hier duidelijk niet van gediend maar pas wanneer-ie onderdook had de Baer's man even aandacht voor conspecifieke vrouwtjes (totdat de Witoogeend weer aan de oppervlakte kwam). Daar komen natuurlijk geen kuikentjes van! Een laatste stop bij de Von Schrenk's Bittern site leverde niks op. We waren ruim op tijd weer op het treinstation, waar we iets na 17:30 uur weer richting Beijing vertrokken.
Baer's Pochard Aythya baeri, Hebei, China, mei 2013 (Terry Townshend)
Twee woerden en een wijfje, samen met een man Witoogeend.
Baer's Pochard Aythya baeri, Hebei, China, 27 juli 2014 (Terry Townshend) Een vrouwtje.
Baer's Pochard Aythya baeri, Hebei, China, 2 augsustus 2014 (Ben Wielstra) Mijn eigen poging een paar plaatjes te schieten.
Het ziet er niet bepaald rooskleurig uit voor Baer's Pochard. De populatie heeft werkelijk een vrije val doorgemaakt. Tot enkele tientallen jaren geleden stond de soort te boek als algemeen. Zelfs begin deze eeuw werden er nog groepen van honderden gemeld, bijvoorbeeld van het bij vogelaars populaire meer Poyang Hu (de belangrijkste overwinteringsplek van Siberische Kraanvogels), maar de laatste jaren zijn waarnemingen opgedroogd. De soort kon tot voor kort ook zo 'binnen geharkt' worden op de broedplaatsen tijdens een tripje Mantsjoerije, maar er zijn de laatste jaren geen bevestigde broedgevallen meer uit deze hoek. Gezien recente (schaarse!) najaarsgevallen moeten er nog steeds vogels tot broeden komen in, of in ieder geval op en neer vliegen naar, noord China en/of aangrenzend Rusland, maar dat kan zo maar eens heel snel afgelopen zijn.
Natuurlijk is het niets nieuws dat het slecht gaat met een vogelsoort, maar de snelheid waarmee het bergafwaarts gegaan is met Baer's Pochard is verwonderlijk. Nog niet al het geschikte habitat is verruïneerd en is de jachtdruk werkelijk zo hoog? Wat is er aan de hand? Waarom neemt Witoogeend juist toe en zou hybridisatie met deze soort een bijkomende bedreiging kunnen zijn? Met zo veel onduidelijkheid is het extra moeilijk de soort voor uitsterven te behoeden. De ogenschijnlijk gezonde populatie in Hebei, zo ver buiten het gebruikelijke broedareaal, is natuurlijk geen lange termijn-oplossing. Ook deze populatie is mogelijk geen lang leven beschoren. Het reservoir is een toeristische trekpleister en hoewel het officieel een natuurreservaat is, zijn er prachtige plannen geopperd voor 'ontwikkeling' zoals hovercrafting. Het zou toch wel sneu zijn als dat soort ongein de laatste druppel zou betekenen voor de Baer's Pochard.
Baer's Pochard Aythya baeri, Hebei, China, mei 2013 (Terry Townshend)
De East Asia Australasian Flyway Partnership heeft het initiatief genomen om een actieplan voor de Baer's Pochard op te stellen en een task force samen te stellen om dit plan uit te voeren. Beperkte financiële middelen vormen een limiterende factor. Hoewel het een aansprekende soort is heeft Baer's Pochard nog geen Species Champion! Ergens is dat wel passend gezien de obscure aftakeling, maar inmiddels moet duidelijk zijn dat de Baer's een soort is van het kaliber Lepelbekstrandloper (waar Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland Species Champion voor zijn). Bird Life International heeft een pagina opgezet waar je donaties kunt doen speciaal voor Baer's Pochard. De Beijing Birdwatching Society probeert fondsen te werven om een monitoringsproject voor de hier besproken broedplek op te zetten. Hou voor de laatste ontwikkelingen vooral Terry's blog in de gaten, inclusief een speciale pagina toegewijd aan de Baer's Pochard.
Er is afgesproken de broedplek niet al te openbaar te maken om verstoring tegen te gaan (vogelfotografen in China halen bijvoorbeeld soms rare fratsen uit) en in dit stukje heb ik daarom bewust geen preciezere plek info gegeven. Mensen die geïnteresseerd zijn om de eend te gaan bekijken (maar verder niet kapot te schieten) zijn welkom om meer informatie op te vragen. Graag wil ik Terry Townshend en Paul Holt bedanken voor hun hulp. En natuurlijk Max Berlijn en Remco Hofland die de plek al eerder als Nederlandse twitchers bezocht hebben en me enthousiast maakten met hun verslagen.
Ben Wielstra