Iedere vogelaar heeft wel een droombestemming waar hij dolgraag een keer naar toe zou willen. Voor mij was dit Noordoost-India. Toen ik van Laurens Steijn hoorde dat hij een voorbereidingsreis voor BirdingBreaks ging maken en hij gezelschap zocht, was een team snel gevormd. Noordoost-India is een afgelegen gedeelte van India. Het ligt ingeklemd tussen Bhutan, China, Birma en Bangladesh. In deze regio bevindt zich een aantal natuurparken waar heel veel bijzondere en zeldzame soorten te zien zijn: Eaglenest ligt in de provincie Arunachal Pradesh (vergunning verplicht). De andere 2 parken, Nameri en Kaziranga, liggen in de provincie Assam. Op 21 december 2007 stonden wij, Jeroen de Bruijn, Nils van Duivendijk, Laurens Steijn, Bertus de Lange, Remco Hofland en ik, klaar op Schiphol. De start van onze reis beloofde niet veel goeds: vanwege mist en slecht zicht misten we onze aansluiting in Brussel en kwamen we 1 dag later in India aan. In Delhi moesten we dan ook nog eens 16 uur wachten. Gelukkig heeft Laurens veel contacten en waren een overnachting en ochtendje vogelen nabij Delhi snel geregeld. Uiteindelijk kwamen we anderhalve dag later aan in Guwahati (hoofdstad Assam).
Op maandag 24 december vertrokken we dan eindelijk richting Eaglenest. Onderweg veranderde de omgeving langzaam van laagland met rijstvelden in bergachtig terrein met bos. Deze reisdag leverde toch leuke soorten op zoals: Himalayan Buzzard, Great Crested Kingfisher, Brown Dipper, Slaty-Backed fortail en Rotskruiper. Eaglenest is een voormalig militair gebied. Het bestaat bijna geheel uit beboste bergen tussen de 1000 en 3000 meter hoogte. Na het vertrek van de militairen wordt de enige doorgaande weg onderhouden door de lokale bevolking. Deze mensen worden betaald door de organisaties die de trips aanbieden. Hierdoor is het erg lastig om deze trip helemaal zelf te ondernemen. De doorgaande weg is van groot belang. Er vinden hier regelmatig aardverschuivingen plaats, waardoor het lastig is om van de ene naar de andere plek te komen. Overnachten in Eaglenest is zeker geen luxe. We sliepen in 3 verschillende tentenkampen. Het eerste kamp was Lama Camp. Dit is een mooi opgezet tentenkamp met 'een soort van bedden'. In de andere 2 kampen (Bompu en Khellong) ontbrak deze 'luxe': hier sliepen we gewoon in tentjes op matjes! De organisatie was verder echt fantastisch: erg lekker eten en in alle kampen een grote tent waar je gezellig met z'n allen kon zitten en nagenieten met een biertje erbij. Ontbijt en lunch waren ook echt geweldig, waar je ook maar aan het vogelen was, de jeep kwam het eten gewoon brengen!
Lama Camp. Eaglenest, India, 25 december 2007 (Nils van Duivendijk)
Aan het eind van deze dag arriveerden we bij Lama Camp, echt een fantastische plek! Na een hele koude nacht dan eindelijk vogelen. Het vogelen was meteen overweldigend. Overal waanzinnig gave soorten zoals: Rufous-bellied Woodpecker, Plain-backed Thrush, Rufous-breasted Bush-robin, White-browed Bush-robin, Blauwstaart, Black-faced Laughingthrush, White-throated Scimitar-babbler, Coral-billed Scimitar-babbler, Yellow-breasted Fulvetta, Beautiful Sibia, Brown Parrotbill, Greater Rufous-headed Parrotbill, Rufous-breasted Accentor, Scarlet Finch, Gold-naped Finch, Grey-headed Bullfinch, Red-headed Bullfinch en zelfs de zo gewenste Ward's Trogon lukte. Doordat we een dag verloren hadden, waren we hier maar 1 dag. Dit maakte onze zoektocht naar de Bugun Liochicla er niet makkelijker op. De gids had een aantal goede plekken, maar het lukte maar niet. Na de lunch stonden we bij een valleitje nabij het kamp rustig te scannen toen een vogel met veel rood mijn beeld binnen hipte. Ik schreeuwde meteen ' Bugun'!!! twee vogels!!! Zeldzamer dan dit kan bijna niet: er zijn van deze recent ontdekte soort nog maar ongeveer 14 vogels geteld. De volgende dag bestond uit een wandeling over de enige trail die je in het gebied kan lopen en de tocht via Eaglenest Pass naar ons volgende kamp Bompu. De trail was op zich boeiend maar leverde geen knallers op. Wel leuke soorten zoals: Bay Woodpecker, Spotted Laughingthrush (alleen gehoord), White-throated Laughingthrush, Rufous-winged Fulvetta, Brown-throated (Ludlow's) Fulvetta, Dark-rumped Rosefinch, Dark-breasted Rosefinch, Brown Bullfinch, Collared Grosbeak (ca. 120), Yellow-billed Blue Magpie.
Grey-headed Bullfinch Pyrrhula erythaca. Eaglenest, India, 27 december 2007 (Laurens Steijn)
Na de lunch kwamen we aan bij de Eaglenest Pass van ongeveer 2900 meter hoogte. Hier zagen we onze eerste Wren babbler: de Bar-winged Wren-babbler. Helaas werd de vogel niet door iedereen gezien. Tegen de avond arriveerden we bij Bompu, dit ligt een stuk lager dan Lama Camp. De komende twee dagen vogelden we alleen langs de weg boven het kamp. De jeeps brachten ons dan meestal naar interessante stukken vanwaar we dan steeds stukken lopend aflegden. De eerste dag naar boven lopend, de andere afdalend. Het soortenspectrum is hier compleet anders dan bij Lama Camp. Zo zagen we deze dagen onder andere: Barred Cuckoo-dove, Darjeeling Woodpecker, Grey-winged Blackbird, Golden Bush-robin, Scaly Laughingthrush, Blue-winged Laughingthrush, Bhutan Laughingthrush, Grey-sided Laughingthrush, Fire-tailed Myzornis, White-naped Yuhina, Golden-breasted Fulvetta, Rusty-fronted Barwing, Streak-throated Barwing, Cutia, Rufous-throated Wren-babbler, Spotted Wren-babbler, Sikkim Wedge-billed Babbler, Black-throated Parrotbill, Broad-billed Warbler, Maroon-backed Accentor. Het grootste probleem was wel dat we met z'n zessen waren en dat niet iedereen alle soorten te zien kreeg. Gezien dit feit was het dan ook verbazingwekkend dat we op laatste dag bij Bompu met z'n zessen op een rij liepen en er wat ritselde in de begroeiing en er zomaar een paartje Blyths Tragapon langzaam langs de helling naar boven liep. Toen werden we gek: een droomsoort!!!
Ontbijt nabij Bompu. Eaglenest, India 28 december 2007 (Remco Hofland)
De laatste 2 dagen brachten we door in het lager gelegen deel. Eerst in een soort regenwoud en later in wat opener en droger gedeelte. Met name het gedeelte rondom Sessni is echt geweldig. Het is hier een muur van groen met overal flocks en de meest waanzinnige soorten: Red-headed Trogon, Wreathed Hornbill, Rufous-necked Hornbill (30+!!!), Rusty-bellied Shortwing (alleen gehoord), Purple Cochoa, Golden Babbler, Rufous-backed Sibia, Long-tailed Sibia, Red-tailed Minla, Black-eared Shrike-babbler, Black-headed Shrike-babbler, Cutia, Sultan Tit, Collared Treepie en Beautiful Nuthatch. Deze laatste was voor ons allen het hoogtepunt. Wat een mooi beest!!! Normaal gesproken kan je ook in Sessni overnachten, maar door werkzaamheden aan het kamp was dat nu niet mogelijk.
Sessni. Eaglenest, India 30 december 2007 (Nils van Duivendijk)
We brachten de laatste nacht door in het kamp Khellong. Het is hier al een stuk opener, droger en vooral warmer. Met name in de hoger gelegen kampen kan het vooral in de ochtend en 's nachts behoorlijk koud zijn. Ook was dit gedeelte qua vogels weer heel anders: Blue-naped Pitta, Pygmy Blue Flycatcher, Crimson-faced Liochicla, Greater Necklaced Laughingthush, Grey-throated Babbler, White-hooded Babbler, Silver-eared Mesia, Nepal Fulvetta, Blue-winged Minla, Eye-browed Wren-babbler, Mountain Tailorbird, Slaty-bellied Tesia, Chestnut-headed Tesia, Rufous-faced Warbler. De weg loopt hier slingerend naar beneden en verandert in een verhard pad. Al afdalend vogelen kwamen we op de grens van het park.
Rufous-necked Hornbill Aceros nipalensis. Eaglenest, India 29 december 2007 (Laurens Steijn)
Na de middag verlieten we het gebied en gingen op weg naar het volgende park: Nameri. Deze reis was een nogal aparte ervaring. Vanwege een staking van theeplukkers hebben we een paar uur in een afgelegen dorp vastgezeten. Het was duidelijk dat in dit dorp weinig toeristen kwamen, binnen no time stond bijna het hele dorp om ons heen. In plaats van volgels kijken voelden wij ons nu bekeken! Uiteindelijk kwamen we in het donker aan bij het Eco Camp nabij Nameri.
Nameri, India, 1 januari 2008 (Laurens Steijn)
Na een erg wel rustig oud- en nieuw (9 uur naar bed en half 5 weer op) staken we 's ochtends met een bootje de rivier over om het park te betreden. Nameri is een prachtig laagland park, gelegen langs een brede rivier. Het gebied is een combinatie van hoge grasvelden,open bos met kleine moerasjes en een rivier met zand- en kiezelstrandjes. De dag begint meteen goed. Tijdens het ontbijt komt uit het niets de tweede Parelduiker voor India voorbij vliegen. Na het reanimeren van onze gids maken we verschillende wandelingen door het gebied met als grootste doel de White-winged Wood-duck. Bij het checken van het eerste meertje in het bos is het meteen bingo. Er zit een paartje doodstil op het plasje. Na een dag rondlopen in dit gebied zien we weer veel gave soorten: Rufous-bellied Eagle, Small Pratincole (800+!!!), Greater Thick-knee, Long-billed Plover, River Tern, Green Imperial-pigeon, Ashy-headed (Pompadour) Green-pigeon, Pin-tailed Green-pigeon, Blue-bearded Bee-eater, Black-backed Forktail, Vale Lijster, Small-billed Scaly-thrush, White-tailed Robin, Daurian Redstart, Snowy-browed Flycatcher, Rufous-bellied Niltava, Pale Blue Flycatcher, Yellow-vented Warbler, Spot-winged Starling.
White-winged Wood-duck Asarcornis scutulata. Nameri, India, 1 januari 2008 (Jeroen de Bruijn)
De daarop volgende dag vogelen we weer in het park en rondom de lodge. Hier is het goed vogelen, we zien soorten als Diksnavelkarekiet en Oriental Hobby. De laatste dag in Nameri maken we een "rafttocht" over de rivier op zoek naar Ibisbill. Het zoeken duurde niet lang: na nog geen 5 minuten zien we al een paar vogels. In totaal zien we zo'n 11 vogels. De rubberbootjes glijden makkelijk door de stroomversnellingen waardoor vogelen goed te doen is. Zo zien we nog Witbandzeearend, Red-headed Vulture en Small Pratincole. Na een vroege lunch vertrekken we naar het laatste nationale Park: Kaziranga. Dit park ligt aan de zuidoever van de Brahmaputra rivier en bestaat bijna geheel uit grasvlaktes met moerassen en stukken open bos. Het park is vooral bekend vanwege zijn grote aantallen Indische Neushoorns. Dit is niet overdreven, want tijdens ons verblijf zien we er behoorlijk wat. Ook komen hier ook nog aardig wat tijgers voor, maar deze zijn vanwege het hoge gras lastig te vinden.
Vogelen in Kaziranga. Kaziranga, India, 4 januari 2008 (Remco Hofland)
Halverwege de middag komen we aan en maken we een jeeptocht door het westelijke deel van het gebied. Na een middagje rondrijden worden alweer een groot aantal soorten toegevoegd aan de al maar groeiende soortenlijst: Spot-billed Pelican, Greater Adjutant, Himalayan Vulture, Pied Harrier en Swamp Francolin. Nadat we bijna de gehele trip in tenten hebben geslapen, verblijven we nu in een prachtig hotel. Het Wild Grass Resort is een heerlijke plek om te vertoeven, zalige bedden, heerlijk eten en tijd om te relaxen. In de omgeving van het hotel bevinden zich veel leuke algemenere soorten, zoals Great Hornbill en Dark-hooded Oriole.
Great hornbill Buceros bicornis. Kaziranga, India, 5 januari 2008 (Kees de Vries)
In de drie dagen dat we hier waren maakten we verscheidene jeeptochten door het park. Kaziranga heeft naast drie verschillende ingangen (west, midden en oost) ook vaste openingstijden en is tussen de middag gesloten. Dit maakt het best lastig, omdat je vaak maar beperkt de tijd hebt. Ondanks dit gegeven weten we toch een flink aantal leuke soorten te zien zoals: Asian Openbill, Woolly-necked Stork, Black-necked Stork, Lesser Adjutant, Greater Adjutant, Bronskopeend (3 ex.), Spot-billed Duck, Cotton Teal, Bastaardarend, Zeearend, Witbandzeearend, Grey-headed Fish-eagle, Bronze-winged Jacana, Pheasant-tailed Jacana, Grey-headed Lapwing, Dusky Eagle-owl, Stork-billed Kingfisher, Streak-throated Woodpecker, Himalayan Rubythroat, Small-billed Scaly-thrush, Rufous-rumped Grassbird en Veldrietzanger. Naast het nationale park zijn er meer leuke plekken in deze omgeving om te verkennen. Met name de Teagardens en Panbari Forest zijn zeer de moeite waard. De Teagardens liggen op loopafstand van het hotel en zijn zeer soortenrijk. Midden tussen de theeplantages vind je verspreide stukjes bos met bamboe en een klein riviertje. Na een ochtendje vogelen leverde dit weer leuke soorten op: Brown Fish-owl, Roodkeelnachtegaal, Black-backed Forktail, Rufous-necked Laughingthrush, Yellow-bellied Warbler en Green Magpie.
Siberian Rubythroat Luscinia calliope. India, 5 januari 2008 (Laurens Steijn)
Panbari Forest ligt op ongeveer 20 minuten rijden van het hotel. Van het bos is niet veel over. Het meeste is verloren gegaan aan de theeplantages. Het is dan ook bijzonder dat hier nog veel interessante soorten te zien zijn. De beste soorten die je hier kan zien zijn Silver-breasted Broadbill en Blue-naped Pitta. Die eerste was geen probleem. Helaas hebben we de Pitta alleen maar gehoord. Naast deze soorten zagen we nog andere leuke soorten: Grey Peacock-pheasant (alleen gehoord), Orange-headed Thrush, Small Niltava, Lesser Necklaced Laughingthrush, Abbott's Babbler, Grey-bellied Tesia (alleen gehoord), Hill Myna en Hoolock Gibbon (specialiteit van dit bos). Wel is het hier erg oppassen voor olifanten, die in deze streek erg algemeen zijn. Je mag het gebied dan ook niet in zonder gids en jachtopziener met geweer. Helaas is dit zoals bekend niet altijd voldoende.
Silver-breasted Broadbill Serilophus lunatus. Panbari Forest, India, 5 januari 2008 (Laurens Steijn).
In de ochtend van 7 januari sloten we ons bezoek aan Kaziranga af met een olifantentocht door de graslanden op zoek naar de Bengal Florican, helaas lukte dit niet, ondanks goed zoeken! Hoewel dit erg jammer is, was de tocht wel de moeite waard. Je kan op deze manier de neushoorns erg mooi van dichtbij bekijken. Op de route naar het vliegveld stond de vuilnisbelt van Guwahati nog op het programma. Hoewel dit niet echt aanlokkelijk klinkt, was dit toch echt een zeer bijzondere ervaring. Op deze plek komt namelijk tweederde van de wereldpopulatie van de Greater Adjutant voor. Bij aankomst dachten we nog ' wat moeten we hier'. Je rijdt letterlijk door het vuilnis en langs de krotten en daar staan dan ineens bij een vies moeras 146 Greater Adjutants. Ondanks de treurige omstandigheden ontzettend gaaf.
Greater Adjutant Leptoptilos dubius. Guwahati, India, 7 januari 2008 (Laurens Steijn)
Hoewel de meeste vogelaars in het voorjaar naar Eaglenest afreizen, kan ik ook echt de winter erg aanbevelen. Ondanks dat er weinig vogels zingen, is de vogelactiviteit veel hoger en zitten er veel soorten in flocks. Ook zie je soorten die in het voorjaar al weer veel hoger de Himalaya in trekken. Voor mij was deze trip echt alles wat ik ervan gehoopt had. Naast de fantastische (455) soorten en de prachtige natuur waren de reisbegeleiding (Sujan Chatterjee) en de organisatie (Helptourism) echt super. Al met al een reis om nooit te vergeten!
Kees de Vries