Goud van Oud

De serie 'Goud van Oud' op de website van de Dutch Birding Association belicht die historische en vaak legendarische gevallen.
Heb je een mooi verhaal en/of een fraaie (twitch)foto's van een 'legendarisch' geval, stuur die dan op naar de samenstellers van deze rubriek via birding@dutchbirding.nl. Over het algemeen geldt voor een rubriek die Goud van Oud heet het credo 'hoe ouder hoe leuker', maar schroom niet om ook meer recente foto's/verhalen in te sturen.

Steppehoen, Amsterdamse Waterleidingduinen 1964: een wel heel trage reactie...

17 december 2009  ·  28088 × bekeken

Een van de meest tot de verbeelding sprekende soorten op de Nederlandse lijst is het Steppehoen. Deze Aziatische soort heeft ooit in Nederland gebroed, na enorme invasies in Europa in 1863 en 1888. Al een eeuw komen grote invasies in Europa niet meer voor; de laatste was in 1908, wat slechts een waarneming in Nederland opleverde: 2 juni 1908 te Bloemendaal. Daarna waren er pas weer enkele waarnemingen in 1964 en 1969, samenhangend met veel kleinere influxen in Europa. Op een waarschijnlijk voor de jacht uitgezet exemplaar in 1972 in de Noordoostpolder na is er nooit meer een Steppehoen gezien in Nederland (Van den Berg & Bosman 2001. Avifauna van Nederland I). En zelfs in de broedgebieden in Azië is de soort lastig.

De op 11 oktober 2006 op 90-jarige leeftijd overleden Katwijkse vogelaar Jo Rampen had het Steppehoen op zijn Nederlandse lijst staan. De dagboeken met vogelwederwaardigheden die van Jo Rampen bewaard zijn gebleven bestrijken de periode 1940-2006, en geven niet alleen een mooi beeld van de ontwikkeling van de vogelbevolking van Katwijk vanaf 1947 (toen Rampen in Katwijk kwam wonen) maar zeker ook van de ontwikkeling van het ´vogelen´ door de jaren heen. Voor de Dutch birder van nu zijn de beschrijvingen van de twitches uit ´de oertijd van het vogelen´ natuurlijk de krenten in de pap.

Steppehoen Jan G Prins
Steppehoen Syrrhaptes paradoxus Pallas's Sandgrouse. De Zilk, Amsterdamse Waterleidingduinen, 24 december 1964 (Jan Prins)

Ook voor Jo Rampen sprak het Steppehoen sterk tot de verbeelding; hij besteedt er in ieder geval meerdere pagina's van zijn dagboek aan. Naar huidige maatstaven lijkt hij aanvankelijk echter niet zo enthousiast. Op zaterdag 5 december 1964 schrijft Rampen in zijn dagboek, na mededelingen over wat hij die dag op het Katwijkse strand had gezien en de drie Groenlingen in zijn voortuin:

Fokko (Niesen, de vader van Harm Niesen) belde mij op dat hij vanmiddag in de A.W.-duinen, op een fanzantenvoerplaats het reeds eerder gesignaleerde Steppenhoen Syrrhaptes paradoxus (Pallas) zag!

Een fantastisch vogelsoort, en zo dicht bij Katwijk; dat wordt direct in de auto springen of desnoods op de fiets, en dan blazen! Maar nee, Jo Rampen vogelt de weken erna wat in de buurt, gaat op zaterdag 12 december nog naar Alkmaar en vindt pas op zondag 20 december tijd om de twitch te gaan maken. Maar ondanks de wel heel trage reactie is het gelukkig raak, getuige het volgende letterlijk weergegeven verslag.

Zondag 20 december 1964

Vanmiddag met Fokko Niesen naar de A.W.-duinen, via het landgoed Vogelenzang, waar we na een wandeling van iets meer dan drie kwartier een exemplaar van het Steppenhoen Syrrhaptus paradoxus (Pallas) zagen. We kwamen aanlopen in de omgeving waar hij of zij reeds enkele malen gezien was toen ik een schim van een zandkleurige vogel zag, die, voor ons onzichtbaar, achter een struikje neerstreek, doch een ogenblik daarna voor ons vrij zichtbaar en plotseling op de asfaltweg zat, op plusminus 30 m. afstand.
Dat duurde zo helaas maar luttele seconden, waarna de vogel opvloog, in snelle vlucht langs ons vloog en weg. Enkele malen maakte hij zwenkingen, zodat we even hoopten dat hij weer terug zou komen, maar tenslotte verdween hij ver weg over een duin uit het gezicht. De vlucht bleef zeer snel.
Aan de op de weg zittende vogel vielen op: de zeer lage zit (korte poten), de zwarte met wit onderbroken ,,buikvlek'' (naar anaalstreek, dus nogal achteraan), de gelig-bruinige zandkleur, de wat duifachtige doch vrij zware gestalte. Opvallend was de snelheid waarmee hij op het pad verscheen, plotseling zat hij er, maar plotseling was hij ook weer weg. In de vlucht liet hij zo nu en dan een roep horen, die in de stille middag nog te horen was toen hij al op vrij grote afstand vloog en die ik hoorde als ,,kuuk'' of ,,kruuk'' of i.d. Opvallend in de vlucht waren ook de bij een vrij brede aanzet zeer spits toelopende vleugels, die nogal lang moeten zijn, doch mij in verhouding waarschijnlijk tot de lange staart niet zo heel lang leken. Ik zou die nog eens moeten zien!
Op een iets verderop gelegen duintop ontmoeten we een aantal enigszins teleurgestelde ornithologen, die slechts een flits van het Steppenhoen gezien hadden, waaronder Swaab, Bezemer, Top, Hoogerwerf (de bekende).

Rampen gaat dan in het kort verder over enkele andere vogelsoorten die hij zag die dag. Daarna komen nog twee pagina's nadere info over deze bijzondere soort, want ,,De ontmoeting met deze vogel was voor mij de ontmoeting met een soort, behorende tot een familie waarvan ik nog niet eerder een exemplaar ontmoette.''
Na een korte beschrijving van het normale biotoop van deze Aziatische soort schrijft hij over de waarnemingplaats in de AW-duinen nog:
Het terrein waarin het Steppenhoen regelmatig wordt gezien komt daar, naar het mij toeschijnt, goed mee overeen: een kaal, recent vergraven, glooiend duinterrein, vrijwel zonder begroeiing, met helm vastgehouden. Daarbij een waterpartij en in de nabijheid in een wat meer (met lage struikjes) begroeid deel een fazantenvoerplaats, waar hij pleegt te fourageren.
Voor afbeeldingen van de soort verwijst Jo Rampen naar enkele handboeken, en hij besluit de vier volgeschreven pagina's over het Steppehoen met een opmerkelijke passage:
Fokko vertelde mij nog dat het Steppenhoen na de invasie in 1908 hier te lande, nl. in de A..W.-duinen, tot nestelen gekomen is, een feit dat in de literatuur nergens vermeld staat. Volgens Jan P. Strijbos had de jachtopziener Jan van Honschoten een stuk of drie nesten gevonden. Tenminste één daarvan zou Jan P. gezien hebben.
Dit ´feit´ staat ook 35 jaar later niet vermeld in De Avifauna van Nederland I. Mogelijk is hier sprake van verwarring. Jan P. Strijbos leefde van 1891-1983, dus de nesten van 1888 kan hij zeker niet gezien hebben. Arnoud van den Berg zal het als auteur van de avifauna wel uitgeplozen hebben...


Step1863
Steppehoen Syrrhaptes paradoxus Pallas's Sandgrouse. Vrouwtje verzameld in de duinen bij Zandvoort op 5 oktober 1863 en opgenomen in de collectie van Naturalis (Justin Jansen)


Step1888Steppehoen Syrrhaptes paradoxus Pallas's Sandgrouse. Mannetje verzameld in de duinen bij Zandvoort op 25 mei 1888 en opgenomen in de collectie van Naturalis (Justin Jansen)

Het twitchvirus krijgt in de zestiger jaren ook Jo Rampen te pakken en regelmatig stuit je in zijn dagboeken op dergelijke uitgebreide beschrijvingen als hierboven. Blijkbaar werd niet alles genoteerd. Rampen heeft mij meermalen toevertrouwd dat de ´enigzins teleurgestelde ornithologen´ op de duintop helemaal niet zo blij waren met de actie van hem en zijn kompaan Niesen. Het ´jeugdige´ tweetal heeft wellicht nog een schrobbering gehad van de gevestigde orde omdat ze de strategie van geduldig wachten op een hoog punt hadden doorkruist en de vogel hadden verjaagd door dwars door het gebied te gaan struinen. Perikelen in het veld zijn blijkbaar van alle tijden.

Ik hoop van de meter dagboeken van Jo Rampen die mij in beheer zijn gegeven ooit nog iets te publiceren, maar zonder sabbatical year zal daar vrees ik vooralsnog weinig van terecht komen. Het bovenstaande artikel is een (enigszins bewerkt) deel van een In memoriam dat ik maakte voor De Duinstag 21-3 (2006).

Gijsbert van der Bent

Discussie

Max Berlijn  ·  17 december 2009  22:52, gewijzigd 17 december 2009  22:55

Gaaf stuk, ik heb altijd al eens willen weten hoe dat was met die soort en dit geval. Volgens mij heeft de vogel naast de fiets van Edward van IJzendoorn gelopen, die hem zelf niet zag imdat hij ergens anders aan het zoeken was, tevens heeft Harm de vogel (als jong jochie) ook gezien. In azie is hij niet echt moeilijk, Mongolie schijnt de makkelijkste plek te zijn met soms honderden op een dag maar ook Mansjoerije, Kazakstan en Tibet herbergen de soort. Ik heb deze zomer bij een franse ornitholoog eens nagevraagd of een invasie zich nog eens kon voordoen (immers soms zat er meer dan 50 jaar tussen de invasies dus waarom in de huidige tijd niet). Volgens deze man zijn de aantallen echter dramatisch gedaald door de intensieve veehouderij in zijn verspreidingsgebied. Ook zijn de benodigde combinatie van weerstypen al jaren niet meer voorgekomen (klimaatsverandering?) dus Harm zal wel de enige actieve twitcher blijven die hem op zijn lijst heeft in NL.... Groet Max

Gijsbert van der Bent  ·  18 december 2009  00:04

Bedankt Max voor je verduidelijkingen. Dat de soort moeilijk zou zijn heb ik eigenlijk alleen maar van reizigers naar Kazachstan, waar-ie blijkbaar niet altijd makkelijk is. En hoe het was in 1964 daar in de AW-duinen voor de nog actieve vogelaars moeten ze zelf maar eens vertellen.

Justin Jansen  ·  18 december 2009  07:58

Ehmmm Max voor actieve en i.d.d. minder actieve vogelaars met Steppenhoen zie; http://www.dutchbirdalerts.nl/species-detail.action?s=399

Jan Hein van Steenis  ·  18 december 2009  14:15

Steppehoen viel in Kazakhstan helemaal niet mee. Met o.a. Henk Hendriks, Wiel Poelmans en Rob Bouwman vonden we de eerste keer zoeken op de Sogetyvlakte (de vaste stek in Zuidoost-Kazakhstan) niks, de tweede keer een paar dat (snel!) ver weg vloog en niet teruggevonden kon worden en de derde keer was het zulk slecht weer dat we het maar hebben laten zitten. In de Tauqumwoestijn (ten noorden van Almaty) worden er ook wel eens gezien, maar daar is volgens mij geen vaste plek. Overigens is er in 1990 nog eentje op Shetland opgedoken, dus het kan nog steeds... toch maar weer fazanten voeren!

Ben Wielstra  ·  19 december 2009  12:25, gewijzigd 19 december 2009  12:27

Op Oriental Bird Images zijn zojuist een paar fraaie platen toegevoegd van Martin Hale: http://orientalbirdimages.org/search.php?action=searchresult&Bird_ID=1138 (uit China, niet de AW duinen)

Harm Niesen  ·  20 december 2009  16:34

Het dagboek van Jo rampen is niet helemaal exact. Hans Vader en ik werden op 5 december 1964 getipt door een jachtopzichter, die ons vertelde dat hij al enkele dagen een rare vogel op zijn fazantenvoederpad had gezien. Hij omschreef hem als iets tussen een goudplevier en een duif en met een ongelofelijk snelle vlucht. Ik kreeg direct visioenen van een steppehoen.... Niet in het minst door de verhalen van Jan P. Strijbos, een goede vriend van onze familie, over invasies uit het begin van de 20e eeuw. Strijbos heeft toen zowel in de AWduinen als bij Castricum ook eieren gezien: geen nesten, maar losliggende, verloren eieren als kennelijk gevolg van legnood. Wij zijn uiteraard diezelfde 5 december direct gaan zoeken en op een gegeven moment kwam de vogel hoog en hard en af en toe roepend aanvliegen. Hij landde op de onverharde weg onderaan de duintop, die de dagen daarna als het uitkijkpunt voor de vogel dienst deed. De vogel heeft nooit naast de fiets van Edward gelopen, want die mocht daar niet fietsen. Ik wel, en bij een van de bezoeken aan de vogel heeft hij op mijn op de grond liggende fiets ( wij stonden op de duintop ) gepoept! Was vast van plan die poep daar eeuwig te laten zitten, maar helaas lukt zoiets in de praktijk niet. Mijn vader kan de vogel dus niet op 5 december gezien hebben, wel kort daarna. Behalve Hans Vader en dus kennelijk ook Edward hebben ook Fred Koning en Gerald Oreel de vogel gezien. Niet zo erg veel overlevenden.... En stiekum hoop ik natuurlijk dat dit nog heel lang het laatste steppehoen in ons land blijft. Groet, Harm

Harm Niesen  ·  20 december 2009  17:12

Na de tip van Justin zie ik dat Edward het steppehoen kennelijk nooit heeft gezien en dat ik de onvolprezen Hans van der Meulen helemaal vergat. Die kan toen niet ouder dan een jaar of 12 geweest zijn...... En om iedereen nog even de ogen uit te steken: het was die winter mogelijk om in dezelfde AWduinen op dezelfde dag ook een bastaardarend te zien. Beide soorten op een dag is mij overigens niet gelukt. Groet, Harm

Justin Jansen  ·  21 december 2009  07:54

Ooit eens gehoord van Arend van Dijk, dat het hem gelukt is de Steppenhoen en Bastaardarend op 1 dag te zien...

Gijsbert van der Bent  ·  22 december 2009  17:21, gewijzigd 22 december 2009  17:23

Bedankt Harm. Ik schrijf alleen maar over wat ik lees. Ik ga er van uit dat jij als waarnemer de data het nauwkeurigst hebt genoteerd. Maar de facto ben jij dus de aanstichter van de twitch, want als jij niet de waarneming van die ´vreemde vogel´ van die jachtopziener had nagetrokken...

Harm Niesen  ·  24 december 2009  19:46

Hallo Dan, Dit is met recht een commentaar! Leuk en leerzaam. Engel van Honschooten kende ik maar al te goed. Wij waren geen vrieden... En al helemaal niet meer toen ik hem een grutto had zien schieten, terwijl hij naar eigen zeggen dacht een taling geschoten te hebben. Maar Engel van Honschooten was jachtopzichter in wat nu het Infiltratiegebied is, grenzend aan de bebouwde kom van Zandvoort. De naam van de tipgever - zo'n beetje de enige jachtopzichter in de AW waar we geen ruzie mee hadden - ben ik nu even kwijt. Maar die is wel te achterhalen: Hans Vader weet het als oud-werknemer vast uit zijn hoofd. Groet, Harm

Gijsbert van der Bent  ·  26 december 2009  11:00

Hallo Dan, Wat een verhalen! Ook ik refereerde aan de invasie van 1908 door te stellen dat Strijbos gezien zijn geboortejaar in ieder geval NIET de invasie van 1888 meegemaakt kan hebben. Als Strijbos nesten heeft gezien (zoals Jo Rampen meldt op voorspraak van Fokko Niesen) dan moet dat in 1908 zijn geweest. Zoals ik bedoeld en geschreven heb.

Harm Niesen  ·  31 december 2009  00:53

Vandaag kreeg ik dagboeken van mijn vader en mij terug: ze waren bij Kees Camphuijsen, om alle onverwerkte strandingen van zeezoogdieren ( en vogels ) te verwerken. De jachtopzichter, die wij "de Indiaan" noemden, heette K. Hoogerwerf. Hij blijkt ons verteld te hebben dat de vogel al zo'n 3 weken op zijn fazantenvoerpad door hem werd waargenomen. Mijn beschrijving van de vogel zal ik jullie besparen... Ik heb de vogel daarna nog op 6, 8, 22 en 24 december gezien. Maar het bleef een leuke winter met op 9 januari een Noordse pijl ( Of Vale? die bestond in die tijd nog niet.... ) in Zandvoort en op 29 januari een Witkopeend in Amsterdam. Groet, Harm

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.