Dit geval doet je opnieuw beseffen dat veel van onze ganzen en eenden lange-afstandstrekkers zijn die ook als dwaalgast kunnen komen. John Dennis maakte lang geleden overzichten van in Amerika geringde eenden die werden teruggemeld in Europa (DB 8 (2): 41-44, 1984; 16 (6): 235-236, 1994); dat ging toen om 13 Blauwvleugeltalingen, 5 Amerikaanse Smienten, 4 Amerikaanse Wintertalingen, 4 Pijlstaarten, Zwarte Eend, Wilde Eend en Ringsnaveleend. In de afgelopen 30 jaar zijn er ongetwijfeld bijgekomen, ook van eenden die op een andere manier dan met een ring werden gemerkt (Grote Tafeleend met restant van in Amerika tbv veldstudies gebruikte wingtag…).
Sensationeel: voor het eerst is er een in Canada geringde Ross’ Gans Anser rossii aanwezig in Europa. Twee vogels werden na een reis door Europa op 9 oktober 2023 opgemerkt in Stalhille, West-Vlaanderen, België, tussen een groep Kleine Rietganzen A brachyrhynchus. Op basis van de wetenschappelijke ring aan de rechterpoot van één van beide vogels weten we dat deze vogel werd geringd in Nunavut in Canada. Deze twee Ross’ ganzen hebben er een indrukwekkende tocht opzitten: vanuit Canada, via Noorwegen, Denemarken en Nederland naar België – al kan het zijn dat deze vogels al langer in Europa waren en dus niet dit najaar uit Canada zijn gekomen. Ross’ Ganzen broeden in Noord-Canada en overwinteren in het zuiden van de Verenigde Staten en Noord-Mexico. De soort was midden vorige eeuw bedreigd, met een broedpopulatie van amper 6000 in 1931. Sindsdien namen de aantallen sterk toe: rond 1990 werd de populatie al geschat op 229 000 en in 1998 liep dat aantal op tot 609 100. Ook het verspreidingsgebied werd groter, met steeds meer nieuwe vestigingen in oostelijke richting (Dutch Birding 26-2: 107-111, 2004). De kans dat er ooit een Ross’ Gans zou afdwalen naar Europa werd almaar groter. Eén probleem: de soort wordt in Europa vaak gehouden in gevangenschap. Het gros van de Ross’ Ganzen die hier zijn opgemerkt werd dan ook weggeschreven als vogels die uit gevangenschap waren ontsnapt, al verschilden daarover de opvattingen per land en per dwaalgastencommissie. Een wilde herkomst kon volgens veel dwaalgastcommissies alleen aannemelijk worden gemaakt als een Ross’ Gans die in het natuurlijke verspreidingsgebied was voorzien van een wetenschappelijke ring zou opduiken in Europa én indien de inscripties op die ring zouden worden afgelezen. Maar die kans leek zo goed als uitgesloten. Tot nu dus...
Sinds 18 september 2023 werden twee Ross’ Ganzen opgemerkt in Støreshøgda, Trøndelag, Noorwegen. Beide vogels verbleven in een groep Kleine Rietganzen. Eén exemplaar droeg een ring aan de rechterpoot. Dit leek echter geen plastic ring (zoals de ringen die doorgaans worden aangebracht bij kweekvogels die in siervogelcollecties worden gehouden) maar een metalen ring. Dit soort ringen wordt standaard gebruikt bij wetenschappelijk onderzoek. Het vermoeden rees dat deze vogel geringd zou kunnen zijn in het oorspronkelijke verspreidingsgebied.
Op 7 oktober werden de twee ganzen gezien nabij Mandø, Syddenmark, Denemarken, opnieuw in een groep Kleine Rietganzen. Rond dit moment van het jaar verlaten 10 000en Kleine Rietganzen de arctische broedgebieden, op weg naar de meer zuidelijk gelegen overwinteringsgronden. Het leek er dus op dat de twee Ross’ Ganzen de groep Kleine Rietganzen zouden volgen richting het zuiden. Dat bleek ook het geval. Op 8 oktober konden vogelaars vanaf de trektelpost De Vulkaan in Den Haag, Zuid-Holland, de twee Ross’ Ganzen om 09:20 oppikken in een groepje van 29 voorbijtrekkende Kleine Rietganzen. Via een Rare Bird Alert werd de melding rondgestuurd, waardoor vogelaars op de Maasvlakte, Zuid-Holland, de ganzen even later konden onderscheppen. Om 11:07 werd de groep opnieuw opgepikt boven Cadzand, Zeeland, vlakbij het Zwin, waar ze de grens met België overstaken. Voor Belgische vogelaars was dit het signaal om de traditionele overwinteringsplaatsen van de Kleine Rietganzen af te speuren. Met succes, want op 9 oktober werden de vogels gevonden op een maïsstoppelveld in Stalhille.
Ross’ Ganzen Anser rossii, met Kleine Rietganzen A brachrhynchus, Maasvlakte, Zuid-Holland, 8 oktober 2023 (Vincent van der Spek). Let op opvallende tekening in rechtervleugel van onderste vogel, waardoor individuele herkenning mogelijk is.
Intussen werd duidelijk dat een deel van de inscriptie op de wetenschappelijke ring al was afgelezen in Noorwegen (7-235). Op basis hiervan kon worden achterhaald dat slechts drie Ross’ Ganzen ooit werden voorzien van een ring met de afgelezen inscriptie. Elk van deze drie werd geringd in Nunavut. Welke van die drie de vogel van Stalhille is, zullen we pas weten als de volledige inscriptie op de ring kan worden afgelezen. Maar één ding weten we nu al zeker: het gaat om een vogel die afkomstig is uit het natuurlijke verspreidingsgebied van de Ross’ gans. Spectaculair nieuws, aangezien een wilde herkomst van deze soort nog nooit eerder in Europa zo duidelijk kon worden aangetoond!
Kaart van Nunavut, Canada. Gele spelden tonen locaties van drie Ross’ Ganzen Anser rossii die werden voorzien van wetenschappelijke ring met inscriptie 7-235
De vogels zullen vermoedelijk, samen met de Kleine Rietganzen, overwinteren in de Vlaamse kustpolders. De oostkustpolders zijn als overwinteringsgebied immers van internationaal belang voor de deze laatste soort. Het aantal dat in de kuststreek overwintert, vertoont een sterk dalende trend. Steeds meer exemplaren brengen immers de winter door in Denemarken en Zweden en zakken niet meer af tot in België, vermoedelijk als een gevolg van de klimaatverandering. Toch is het aantal dat in België overwintert nog altijd goed voor 20-25% van de wereldpopulatie. Kleine Rietganzen zoeken hun voedsel vooral op historisch permanente graslanden met microreliëf, waarbij de aanwezigheid van poelen en depressies met water op de foerageerplaatsen van essentieel belang is. Vermoedelijk zullen de twee Ross’ ganzen zich de komende maanden steeds ophouden in groepen Kleine Rietganzen.
Er wordt verwacht dat heel wat vogelaars de komende tijd naar de kustpolders zullen afreizen om de Ross’ Ganzen te bekijken. Om de rust van alle pleisterende ganzen maximaal te garanderen wordt gevraagd om de vogels enkel vanuit de wagen te observeren en zeker niet de akkers of weilanden in te lopen. Zoals de meeste ganzen zijn het schuwe vogels die niet dicht benaderd kunnen worden. Het vermijden van elke vorm van verstoring is van essentieel belang. Na een lange trektocht vanuit de arctische broedgebieden op onder meer Spitsbergen en Nova Zembla verdienen deze ganzen alle rust. Dat geldt eveneens voor de twee verdwaalde Ross’ Ganzen, die er ook nog eens een fenomenale trans-Atlantische vlucht hebben op zitten (tenzij ze via de Siberische route zijn gekomen…).
Deze waarneming zal de discussie over de status van Ross’ Ganzen in Europa een nieuwe wending geven. In enkele landen (Nederland als sinds eind jaren 1980, meer recent Brittannië, Noorwegen en Polen) is de soort op de nationale (A-)lijst geplaatst, maar het is een lastige puzzel om zekere escapes, verdachte vogels en ‘goede’ vogels uit elkaar te houden (Dutch Birding 8: 57-59, 1986, 26: 100-106, 2004; https://bou.org.uk/british-list/changes-29-november-2021/). Overzomeren en kruisingen met Brandgans Branta leucopsis maken het plaatje daarbij niet eenvoudiger. Ross’ Gans beweegt daarmee naar de categorie van soorten waarvan zowel een wilde herkomst in Noordwest-Europa aan de hand van ringen is aangetoond als een duidelijke ‘vervuiling’ door niet-wilde of verwilderde exemplaren, zoals ook bij Sneeuwgans A caerulescens en Flamingo Phoenicopterus roseus.
Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie) & Enno B Ebels