Leuk verslag heren!
Neus in boter, zou ik zeggen, want het was eindelijk weer 'leuk' vogelen aldaar. Als ik de Engelsen mag geloven viel het toch de laatste jaren 'erg' tegen.
De serie ´WP-Birding´ op de website wil aandacht besteden aan het vogels kijken in de Western Palearctic buiten Nederland. Weet je een nieuwe Europese hot-spot, ken je bloedstollende verhalen uit den vreemde, heb je een zinderende twitch gedaan of heb je gewoon tips en/of beeldmateriaal over interessante soorten in de WP? Stuur je verhaal dan op naar webredactie@dutchbirding.nl
15 oktober 2023 · Arjan van Egmond & Marc Guyt · 2588 × bekeken
If only…
De Scillies, de vogelaarsomschrijving voor de Isles of Scilly, is een eilandengroep op zo’n 45 kilometer ten zuidwesten van Land’s End in het zuidwesten van Cornwall, Verenigd Koninkrijk. De eilandengroep is beroemd om de lange lijst met (extreme) dwaalgasten uit zowel het westen als het oosten.
Met groot ontzag en grote bewondering lazen we in de jaren ’90 in de waarnemingenrubrieken in Birding World (en later in Dutch Birding) wat er op de Scillies allemaal gezien was. Vooral die van de nummers van september en oktober, met lange overzichten van de bijzondere waarnemingen op deze fameuze eilandengroep. Handtamme Bartrams Ruiter, Rose-breasted Grosbeak, Northern Parula, Magnolia Warbler, Black-and-White Warbler en Wood Thrush, om er maar een paar te noemen. Maar ook oostelijke dwaalgasten als Goud-, Vale- en Siberische Lijster en Swinhoes Boszanger deden ons ervan dromen om dat in Nederland ook ooit te zien.
Katwijk
Sinds de jaren ‘90 gaan we met vogelvrienden uit Katwijk naar onze favoriete vogelplekken in Nederland buiten Katwijk: de Waddeneilanden Texel, Vlieland en Schiermonnikoog. Najaar 2022 wilden wij echter iets anders. Ondanks dat ‘volgens horen zeggen’ de glans wat van de Scillies af was - doordat in de loop der jaren veel Engelse vogelaars liever een dwaalgast op de Scillies vanaf het vasteland twitchen dan zelf gaan zoeken of gewoon ter plekke in het najaar afwachten totdat er iets gevonden wordt - wilden we afgelopen oktober onze jongensdroom eindelijk in vervulling laten gaan en hopelijk iets van de magie van weleer ervaren.
Een korte app voor de zomer “Wij gaan naar de Scillies. Wie wil er mee?” werd gelijk enthousiast beantwoord door Arnold Meijer, Martijn Verdoes, Casper Zuyderduyn en André van de Plas. Katwijkse emigrant Arjen Leendertse (geëmigreerd naar Noorwegen) haakte al snel aan en Team Katwijk was compleet!
Scillonian pelagic
Op donderdagavond 6 oktober 2022 vertrok auto 1 (Arjan van Egmond, Marc Guyt, Arnold en Casper) met de nachtboot van Hoek van Holland naar Harwich, waar we om half zeven de volgende ochtend aankwamen. Daar vandaan is het nog zo’n 8 uur rijden naar Penzance, vanwaar wij op zaterdagochtend de boot naar de Scillies hadden geboekt.
Dit gaf ons nog wat tijd om vrijdagmiddag te vogelen in Cornwall en wat beroemde vogelplekken te bezoeken. Uiteraard brachten we een bezoek aan Land’s End, letterlijk het einde van Zuidwest-Engeland, waar wij welkom werden geheten door enkele van de lokale Alpenkraaien. Vervolgens sloten we af in Kenidjack Valley, waar ooit een Yellow-throated Vireo heeft gezeten. Gewijde grond!
Zaterdag
Op zaterdagochtend sloot auto 2 aan. Martijn en André hadden de vrijdagmiddagboot genomen, ’s avonds op een vliegveld in Londen Arjen opgehaald en in de nacht in een keer doorgereden naar Penzance, ruim op tijd voor de overtocht om 9.00 uur.
Nu de club compleet was bouwde zich langzaam een gezonde wedstrijdspanning op. De afgelopen week waren er namelijk duizenden ‘grote pijlstormvogels’ rond de Scillies en Cornwall gezien, en normaal gesproken zijn die afwezig in deze tijd van het jaar. Vanaf de wekelijkse ‘birders pelagic’ op de Scillies was in de dagen ervoor zelfs een donsstormvogel gezien. Of liever gezegd: gefotografeerd. Alleen ‘gezien’ door één persoon, en die had niet gelijk door wat het was. De rest kwam er pas achter bij aankomst in de haven …
Ook vanaf onze veerboot, de Scillonian, waren ‘grote pijlen’ op de meeste dagen gezien, soms in grote aantallen. In de luwte van Cornwall waren de grote aantallen zeekoeten en alken spectaculair. Verder op de zee kwamen dan eindelijk zowel Kuhls als Grote Pijlstormvogel op vrij dichte afstand voorbij. De druk was er af. We hadden in ieder geval ‘iets leuks’ gezien op onze vakantie. Nabij de eilanden kwamen vervolgens winterkleed en juveniele Papegaaiduikers in beeld, naast enkele op zee dobberende Rosse Franjepoten.
Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, enkele kilometers ten zuiden van Isles of Scilly, 11 oktober 2022 (Martijn Verdoes)
Grote Pijlstormvogel Ardenna gravis en Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis ten zuiden van Isles of Scilly, 11 oktober 2022 (Casper Zuyderduyn)
St Mary’s
De Isles of Scilly bestaan uit circa 140 eilanden, waarvan vijf bewoond (of zes, indien Gugh wordt meegerekend). Sommige eilanden zijn echter niet meer dan enkele rotspartijen die boven het water uitkomen. Wij verbleven net als de meeste vogelaars op het grootste eiland, St Mary’s. Hiervandaan kun je met behulp van het lokale botengilde dagelijks naar de overige bewoonde eilanden varen.
Wij namen gelijk onze intrek in ons ‘vakantiehuisje’ Newton House, gelegen aan de noordzijde van the Garrison, net buiten Hugh Town, de hoofdstad van de Scillies. Hoe weten we nog steeds niet, maar we hadden een werkelijk schitterend achttiende-eeuws landhuis kunnen huren voor niet al te veel geld, compleet met grote tuin aan het water en uitzicht op de eilanden Samson, Bryher en Tresco. Een droomhuis op een droomplek, te midden van historische vogelwaarnemingen.
Op de honderd meter lange weg naar onze accommodatie alleen al hadden in het verleden diverse Amerikaanse zangvogels veel vogelaars blij gemaakt.
Na de eerste boodschappen was het wachten op Ron en Sue Johns, Scillies-veteranen uit Norfolk. Ron (voormalig VK nummer 1) en Sue zouden ons de plekken rond Hugh Town laten zien. Binnen een uur was de groep echter al uitgedund, omdat iedereen een leuke plek zag om te checken en een andere kant uitliep.
Op bijna elke plek waar we kwamen kon Ron wel een zeldzame soort opnoemen die hij er ooit had gezien in de 40+ jaar dat hij er kwam. Een hoop Amerikaanse zangers zaten er tussen. Gestopt met twitchen in het VK had Ron nog één droomsoort in Engeland, één soort waarvoor hij zelfs nog heel het VK voor door wilde rijden: de Blackburnian Warbler. If only…
Zicht op Hugh Town, St Mary’s, Isles of Scilly, 14 oktober 2022 (Arjan van Egmond)
Zondag
De volgende dag stond Tresco op het plan, voor de al dagen aanwezige Dwerglijster (Swainsons Thrush). Elk eiland bleek zijn eigen sfeer en ‘look and feel’ te hebben. Tresco was meer van de upper class; het hele eiland voelde gepolijst aan. Alles was schoon, opgeruimd, geknipt en geschoren. Het centrale deel van het eiland wordt in beslag genomen door een groot dennenbos, inclusief een beroemde botanische tuin. Daarin en daaromheen zijn diverse kleine meertjes, die goed voor (zeldzame) steltlopers kunnen zijn. Het bos en het zoete water zijn de plekken waar de vogelaars zich op concentreren, de meeste dwaalgasten worden dan ook hier gevonden.
Helaas was er die ochtend geen spoor meer van de Dwerglijster. Voor de zekerheid bezochten we met Ron en Sue toch de plek, maar na een klein uur zoeken besloten we het eiland maar te gaan verkennen, wat niet veel trekvogels opleverde.
Begin van de middag kwam het nieuws dat de vogel toch weer zou zijn gezien. Bij aankomst bouwde het aantal vogelaars zich al snel op, maar geen spoor van de Dwerglijster. De vogel zou zitten in een hedera klimop tegenover de tuin waar hij meestal verbleef, maar compleet onzichtbaar. Langzaam sloeg de stemming om in twijfel of de vogel wel in de hedera zat en er niet aan de achterkant was uitgevlogen.
Na een uur wachten vloog de vogel plotseling vanuit de hedera een palm in die naast de weg stond, waar we die ochtend een half uur naast hadden gestaan. Ook in de palm verdween de Dwerglijster, maar in het juiste gat was de vogel uiteindelijk fantastisch te zien. De vogel bleek te foerageren op kleine witte besjes van de palm. De Dwerglijster pendelde om de 10-15 minuten van de hedera naar de palm.
De stemming in Team Holland, zoals we al snel op het eiland bekend werden, was gelijk uitgelaten. Wij hadden ‘onze Amerikaan’ te pakken! Het werd gelijk gevierd met een mooie groepsfoto en die avond met een hapje en drankje in de pub.
Dwerglijster Catharus ustulatus, Tresco, Isles of Scilly, 9 oktober 2022 (Marc Guyt / AGAMI)
Maandag
De maandag stond in het teken van een rondje St Mary’s. Lekker een beetje rondstruinen langs bosjes en haagjes, waarbij het grootste deel van de dag iedereen over het eiland uitwaaide. Marc had in de ochtend een adulte zomerkleed IJsduiker overvliegend over het eiland, die Martijn en Arjan op het einde van de dag zwemmend in een baai terugvonden.
Aan het einde van de ochtend kwam er een melding van een Amerikaanse Waterpieper, op het vliegveld. De wandeling werd ingezet en na een klein uur waren de meeste van Team Hollland aanwezig, dit in tegenstelling tot de pieper. Elk half uur steeg of landde er wel een vliegtuig, waarbij alle vogels opvlogen en al dan niet wegvlogen. Nadat de groep vogelaars langzaam afbouwde gingen wij ook maar weer een andere kant uit, om te kijken of we ergens anders de soort konden vinden. Een handtamme onvolwassen Roodmus langs het pad was een mooie troostprijs.
Dinsdag
De Scillies genieten ook bekendheid door de leuke zeevogels die daar met name van juli tot september worden gezien. Vooral te zien vanaf de ‘birders pelagics’. In de weken voor onze aankomst werden tijdens pelagische tochten nog tientallen tot honderden Kuhls en Grote Pijlstormvogels gezien. Vaak worden deze soorten na half september hier nauwelijks meer gezien, zeker niet in deze aantallen. Voor we vertrokken hadden we contact gelegd met Bob Flood om mee te gaan op zee. Bob (redactielid van Dutch Birding) organiseert onder de naam Scilly Pelagics pelagische tochten.
Met een kleine vijftig vogelaars vertrokken we met de ‘Sapphire’ richting west voorbij Bishops Rock, op zoek naar zogenaamde feeding frenzies. Oftewel een grote groep foeragerende dolfijnen en zeevogels, vooral Jan-van-Genten, waar vaak ook de grotere pijlstormvogels rondhangen. Al gauw hadden wij geluk en vonden een prachtige zwemmende groep (raft) van zo’n 40 Kuhls Pijlstormvogels, en de eerste voorbij keilende Grote Pijlstormvogel liet niet lang op zich wachten. Later zouden wij nog enkele tientallen Grote en ruim honderd Kuhls Pijlstormvogels zien. Vaak zeer fraai langs de boten vliegend.
De boottocht werd afgesloten met een groepje Grampers (Risso’s Dolphins) die Martijn vond, nog net zwemmend voor de horizon. Uiteindelijk hebben we ze zeer fraai op enige afstand naast de boot gezien.
Rond half drie kwamen we verzadigd weer aan op St Mary’s. Snel naar het huisje om spullen op te pikken of weg te brengen en met een taxibusje naar de andere kant van het eiland. Helaas liet de eerder op de dag ontdekte Roodoogvireo zich niet meer zien. Het eiland heeft echt veel hoge vegetatie en vooral in dit deel van het eiland kunnen vogels makkelijk verdwijnen.
Gewone soorten op de eilandengroep zijn Winterkoning, Roodborst en Zanglijster. Op een dag zie je een enkele Zwartkop, Tjiftjaf en een paar kleine groepjes Vinken, en het is dagen wachten op een eerste en soms enige Koperwiek.
Woensdag
Vandaag stond St Agnes op het programma. Een klein en pittoresk eiland, met het ‘eiland’ Gugh hieraan vergroeid tijdens (zeer) laag water. Ook dit eiland zit vol met herinneringen aan extreme dwaalgasten. Zo is de enige Wood Thrush van Engeland hier gezien, tijdens een zeer zware storm.
We maakten een mooie wandeling over het eiland, maar deden geen bijzondere waarnemingen. Wel vonden we een Bonte Vliegenvanger, waar gelijk weer vogelaars op af kwamen.
Bij terugkomst op St Mary’s, halverwege de middag, werd de voettocht ingezet naar andere kant van het eiland. De Amerikaanse Waterpieper was herontdekt op een kilometer oostelijker gelegen weiland. De vogel zat vaak in het gezelschap van Graspiepers en liet zich met enig geduld door de telescoop goed bekijken en vergelijken. Weer een Yank in de tas!
Vogels kijken op St Agnes, Isles of Scilly, 12 oktober 2022 (Arjan van Egmond)
Donderdag B-day
De laatste jaren lijken de Scillies hun glans een beetje verloren te hebben en zijn het vooral de Schotse eilanden die scoren met de een na de andere aansprekende dwaalgast. De week voorafgaand aan ons bezoek was er een orkaan langs de oostkust van Noord-Amerika gegaan. Om ons heen werden aansprekende soorten gevonden, zoals Tennessee Warbler in Wales, Alder Flycatcher in Ierland, Baltimore Troepiaal op Ouessant (Frankrijk), Least Bittern in Schotland en als klap op de vuurpijl een Geelsnavelkoekoek op de Maasvlakte. Dan begint het toch een beetje te knagen.
In de middag liep Team Holland verspreid over St Mary’s te struinen toen via de Scilly-appgroep een kort, droog bericht binnenkwam: “Blackburnian Bryher”. Verder niets. Een golf van ongeloof en paniek ging over het eiland. Van alle kanten kwamen vogelaars aangerend richting de haven om de eerste boot te pakken, zo ook Team Holland. Vanwege het extreme lage water zou de reguliere dienstvaart niet eerder dan 15.00 uur vertrekken, en hier zouden niet de 300+ aanwezige vogelaars in passen. En dan waren er ook nog vogelaars die op andere eilanden ‘vast’ zaten.
De lokale vogelaars coördineren in dit geval direct met de lokale schippers om zo snel mogelijk zo veel mogelijk boten beschikbaar te krijgen om de vogelaars op het juiste eiland te krijgen. Met laag water betekende dit een ’Normandy-style’ natte landing, iets waar we over lazen in de jaren ‘80 en ’90 maar wat al vele jaren niet meer nodig was geweest. Dit was een twitch in retro stijl!
Al snel vertrok het eerste schip naar Bryher, compleet met een Zodiac om de vogelaars per tien man/vrouw vlak voor een zandstrand in het water af te zetten. Met bijna 200 mensen op de twee boten ook een tijdrovende klus. We moesten overstappen in een zodiak en het laatste stukje al wadend naar het strand, maar zoals de kapitein van het schip ons vertelde: “In the old days they just swam ashore”. Gevolg van de gestegen gemiddelde leeftijd zullen we maar zeggen. Team Holland zat in de tweede boot en het duurde nog wel een half uur voordat we aan land waren en ons in gezwinde spoed naar de plek konden begeven, waar ondertussen een compacte massa vogelaars in stille afwachting was.
Onderweg naar de Sparrenzanger, Isles of Scilly, 13 oktober 2022 (Arjan van Egmond)
‘Normandy-style landing’, Bryher, Isles of Scilly, 13 oktober 2022 (Arjan van Egmond)
De vogel zat in een hagencomplex en was al een paar keer kort gezien, maar de nieuwe mensen arriveerden aan de achterkant en moesten over allemaal hoofden heen de vogel in beeld zien te krijgen. De vogel ging door de boomtoppen heen en weer en was af en toe te zien door een deel van het publiek. Elke keer ging er een golf van opwinding gemixt met frustratie door het publiek, maar toen de Blackburnian Warbler op korte afstand zich fantastisch in de boomtoppen liet zien was de ontlading groot en waren de emoties voelbaar.
Een golf van geluid en energie steeg tussen de hagen op. Daarna werden we als Team Holland van alle kanten gefeliciteerd; dat we het beste jaar sinds lange tijd hadden uitgekozen en vooral de beste/mooiste/meest gewilde dwaalgast voor Engeland hadden gezien. Hoeveel geluk we wel niet hadden werd ons van alle kanten op het hart gedrukt.
Vol van de waarneming besloten we die avond naar goed Katwijks gebruik de soort te vieren met champagne in onze huis-pub.
Sparrenzanger Setophaga fusca, Bryher, Isles of Scilly, 13 oktober 2022 (Casper Zuyderduyn)
Vogelaars bij twitch Sparrenzanger, Bryher, Isles of Scilly, 13 oktober 2022 (Arjan van Egmond)
Vrijdag
Vandaag was een dag voor berusting na zoveel opwinding de vorige dag. Vlakbij ons bescheiden optrekje had Arnold de dag ervoor een Roodmus gevonden, waar ieder van ons deze dag wel een paar keer stopte om met de vogelaars een praatje te maken, waarbij iedereen een grote glimlach standaard op het gezicht had. Alsof iedereen nog aan het nagloeien was.
Ondertussen viel het op dat er deze ochtend meer vliegverkeer was dan normaal. En de Scillonian was ook afgeladen met enkele honderden vogelaars, die direct naar de wachtende lokale bootjes werden gedirigeerd. Gelukkig voor allen was de vogel nog steeds aanwezig, en ook de weken erna. En ja, ook Ron Johns heeft zijn most wanted kunnen bijschrijven.In de middag togen Martijn en Marc nog naar de Lower Moors, een plas water met een zeldzaamhedenlijst om u tegen te zeggen, om de gemelde Amerikaanse Watersnip te bezoeken. De determinatie kwam rond met hulp van James Lidster, die natuurlijk ontzettend ‘blij’ was dat hij ons met de determinatie kon helpen, uitgerekend in het jaar dat hij niet naar zijn geliefde Isles of Scilly was afgereisd. Bedankt nog James!
Zaterdag
De terugreis op zaterdag 15 oktober kwam te vroeg. Door de relaxte sfeer, het prachtige weer en elke dag weer wat aankomst van nieuwe trekvogels (in niet al te grote aantallen) kun je het hier makkelijk het hele najaar uithouden. De laatste ochtend werd vooral lopend rond het dorp rondgebracht, en uiteindelijk stapten we toch weer de Scillonian op met een boot vol gelukkige vogelaars.
Tijdens de terugtocht hadden we dezelfde soorten als op de heenreis, inclusief de ‘grotere’ pijlstormvogels. Helaas niet de donsstormvogel die een week later vanaf dezelfde overtocht werd gefotografeerd. Je kan niet alles hebben. Maar gelukkig hebben we wel een Blackburnian!
Arjan van Egmond & Marc Guyt
Team Holland, Tresco, Isles of Scilly, 9 oktober 2022 (Ron Johns)
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.