Dat noem ik nog eens een enthousiaste recensie mijnheer de burgemeester! Het boek heb ik uiteraard al, en wat ik opvallend vind is dat het elke keer dat ik het opensla weer leuker is geworden.
René van Rossum, 2021. Puffin dtp & fotografie. Harde kaft, 360 pagina’s.
Prijs: € 25,- (ophalen in Katwijk) of € 33,- (per post). Stuur een e-mail naar: rene.van.rossum@kpnmail.nl en je krijgt de betalingsmogelijkheid retour.
‘Een vogelaar met een camera’ heet het in eigen beheer uitgegeven boek van René van Rossum. De geboren en getogen Katwijker René behoeft eigenlijk geen introductie. Sinds 1970 vogelaar en sinds 1973 kwam daar een onafscheidelijke camera bij. Ik kwam hem voor het eerst tegen op de Knardijk in Flevoland, in vogelhut de Grauwe Gans, op 31 juli 1976: een druk pratende, goedlachse en boomlange Katwijker met een onmiskenbaar accent. Tijdens de vogelweken van DBA die van 1981 tot en met 1985 op Terschelling plaatsvonden, leerde ik hem beter kennen. Een enorme eetlust, vol anekdotes, altijd druk in de weer. Met Arend Wassink erbij hoefde je je geen zorgen te maken of je door de lokalen te grazen zou worden genomen in het uitgaansleven (lees: de Groene Weide). René vond tijdens de eerste editie in 1981 een groep van vijf Grote Piepers ergens bij Lies en meteen scheurde hij met zijn auto terug naar Oosterend om ons op te halen. Hij was alleen vergeten waar het precies was. Na diverse onverharde zijweggetjes te hebben geprobeerd, en toen het al bijna donker was, vonden we de plek mèt de Grote Piepers alsnog.
René was en is een van de drijvende krachten achter ons tijdschrift en menig foto - ik ben gestopt te tellen - stond en staat in bijna iedere aflevering van Dutch Birding. Ook een foto bij hem nabestellen in het analoge tijdperk was nooit een probleem en binnen enkele dagen lag deze in je brievenbus of later, in het digitale tijdperk, in je mailbox. Daarnaast zijn in het lokale vogeltijdschrift De Duinstag veel foto’s van René te vinden en tegenwoordig ook op Facebook, vooral in de trektijd, vallen eens te meer de prachtige vliegbeelden op. René is gezegend met drie telposten in zijn eigen dorp, en drie toplocaties om de hoek: de Coepelduynen, Berkheide en natuurlijk de Noordzee. Als een soort van 50-jarig jubileum heeft hij nu zijn hoogtepunten gebundeld in dit prachtige en lezenswaardige boek. Het moet een moeilijke klus geweest zijn, schrijft hij, om een selectie te maken, want er waren meer foto’s dan er redelijkerwijs in het boek konden. Het boek geeft niet alleen een mooie inkijk in René’s ontwikkeling, van een Prinz Galaxy 400 mm uit 1973 tot de super Canon 600 mm van nu en van werken voor een baas tot eigen baas zijn. Ook de ontwikkeling van analoog (diarolletjes!) naar digitaal wordt besproken.
Het boek is ingedeeld in de delen Nederland, met de vogelfoto’s in volgorde gezet van de ‘ANWB Vogelgids van Europa’, met daar doorheen geweven hoofdstukken als Telpost Berkheide, Plevieren, Telpost Savoy, Meeuwen en (uiteraard) telpost de Puinhoop; Vogels over de Grens (o.a. Azerbeidzjan, Georgië, China, tot Helgoland) en Vogelaars en vogelaars. Ik vond die indeling niet altijd logisch, maar al bladerend door het boek is dat nooit storend en de zeer goede index achterin met alle soorten maakt alles goed. De foto’s in deze hoofdstukken zijn zoveel mogelijk in taxonomische volgorde gerangschikt en vaak met extra aandacht voor de vele dwaalgasten die rond Katwijk - al dan niet door René zelf - zijn gevonden, maar ook van dwaalgasten in Nederland die René door het hele land bezocht heeft. Alle foto’s hebben ook nog natuurhistorische waarde: elke foto is voorzien van locatie en datum. Daar kan menig fotoagentschap nog wat van leren! Ook wordt vermeld of de foto een dia betrof. Dat is overigens moeilijk te zien voor een ongeoefend oog. Zo nu en dan wordt er bij een soort stilgestaan met een leuke anekdote of informatie over een soort, bijvoorbeeld hoe René bij de vogel terechtkwam, of over een gruwelijk detail als bij een Roerdomp zonder poten die René ooit zag (zie pagina 53). De foto’s van de telposten maakten op mij de meeste indruk, de eindeloze stroom van vogels die op goede trekdagen over voornoemde telposten heen komt zetten, zoals Zwarte Ooievaars, Kraanvogels, Purperreigers, roofvogels, maar vooral de vliegende zangvogels zijn ongekend én leerzaam. Zeevogels ontbreken uiteraard niet en Grauwe en Noordse Pijlstormvogel worden sfeervol weergegeven (zie pagina 123). Schitterende foto’s van de Vlissingse Ross’ Meeuw, dwaalgasten als Alpenheggenmus, Roodkeelnachtegaal, Bergheggenmus, de ultieme Roze Spreeuwenfoto (pagina 229, de bovenste) plus de ultra-dwaalgasten Grote Kanoet, Daurische Kauw en Kroonboszanger en de uit Nederland verdwenen Kuifleeuwerik, te veel om op te noemen. Maar wel nog even het noemen waard: René ontdekte de eerste en enige Brilgrasmus voor Nederland op de punt van de Zuidpier te IJmuiden op 1 november 1984 (pagina 202).
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's roofvogels.
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's Ross' Meeuw.
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's Bergheggenmus.
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's boszangers.
Vogelen in het buitenland komt ruim aan bod: onder andere China met soorten waar je elk najaar van droomt, Marokko met zes soorten tapuiten en zes soorten leeuweriken, IJsland met o.a. zomerkleed Kuifduiker en man Harlekijneend, Georgië met Grauwe Kiekendief in de sneeuw, schitterende Rotskruipers en een groep Witkruinroodstaarten. In Azerbeidzjan was het eten ‘niet te hachelen’ en kwam René bijna om van de honger. En uiteraard Helgoland, buiten Katwijk zijn favoriete vogelplek. Dit Duitse mini-eiland bezocht hij jaarlijks in de periode 2005 tot en met 2019 in oktober en waar vermoeide zangvogels voor je voeten lopen en dus goed te fotograferen zijn. Daar nog meer hoogtepunten als Woestijngrasmus en een Moltoni’s Baardgrasmus.
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's China.
Een vogelaar met een camera - voorbeeldpagina's Georgië.
Tot slot is er een klein hoofdstuk aan vogelaars gewijd, hoewel er al groepsfoto’s in de bovengenoemde hoofdstukken zijn opgenomen. Gijs van der Bent staat daar als een wethouder Hekking op bijna elke foto en Arnold Meijer zag er in 1986 net zo uit als nu. Zoek jezelf op de foto op pagina 213 bij de Kroonboszanger van 2007 of op pagina 357 bij de Bonte Tapuit van 1992.
Conclusie: een fantastisch boek, een must voor iedere vogelliefhebber, van twitchers, telposters, zeetrekkers tot liefhebbers van gewone vogels dan wel verhalen van vroeger. Maar ook voor alle typen vogelaars die ik ben vergeten.
Jan van der Laan