DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Roetvliegenvanger in Ganzenhoek

6 oktober 2024  ·  Bas van Gennip  ·  8057 × bekeken

Roetvliegenvanger in Ganzenhoek, Wassenaar op 5 oktober 2024

Op zaterdag 5 oktober besloten Bas van Gennip (BvG) en Marcel Lakeman (ML) zoals wel vaker een vogel/fotodagje te doen. Het weer was prima en na een rustige start werden plannen gemaakt om 'ergens in de buurt' te gaan vogelen en dan te kijken of er nog wat leuks gemeld zou worden. De keuze voor Ganzenhoek, Meijendel was snel gemaakt. Dit bos met omliggend open duin is ideaal om rustig bij te kletsen en intussen ogen en oren open te houden voor leuke soorten. De lijst van waargenomen soorten van dit gebied is indrukwekkend, al zijn de meeste krakers: Steppehoen (!), Schreeuwarend en Noordse Nachtegaal meerdere decennia/eeuwen geleden gezien. Van recentere datum zijn onder andere meerdere loofzangers. 's Ochtends waren er al wat Bladkoningen gemeld en deze soort werd het fotodoel. Intussen hielden BvG en ML waarneming.nl in de gaten om eventueel snel weg te kunnen, mocht er iets beters gemeld worden...

De parkeerplaats bij Hotel Duinoord was bij aankomst rond 11 uur al bijna vol, maar BvG en ML vonden nog een plekje. Dat scheelde een flinke wandeling vanaf parkeerterrein 'De Kuil', in het geval van een snelle, ongeplande aftocht. Al na 100 meter diende de eerste Bladkoning zich aan en konden de geheugenkaartjes met plezier gevuld worden. Daarna werd om de paar honderd meter een op het oog geschikt plekje gezocht en het geluid van Bladkoning afgespeeld, in de hoop meer leuks te vinden. De Zeedennen rond een plek met een aantal Hemelsleutel-planten in de berm bleken erg in trek bij de lokale Goudhanen. Nog meer reden tot fotografisch vermaak, van haast was geen sprake. Ook hier liet een Bladkoning zich kort horen, maar deze bleef onzichtbaar. Een Vuurgoudhaan bracht nog wat kleur.

Bladkoning Phylloscopus inornatus, Wassenaar, ganzenhoek, 5 oktober 20 (Bas van Gennip)
Goudhaan Regulus regulus, Wassenaar, ganzenhoek, 5 oktober 20 (Bas van Gennip)

Een uitgebreid rondje door het bos leverde weinig spannends op, afgezien van een Raaf en een slechts 2x maal klinkend, maar verder onvindbaar smakkend geluid. Verderop liepen BvG en ML Joost van der Sluijs (JvdS) tegen het lijf en werden waarnemingen gemoedelijk uitgewisseld. Ook waarneming.nl gaf geen reden om snel het bos te verlaten. Daarop besloten BvG en ML rond 2 uur de plek van de eerste Bladkoning nogmaals te bezoeken en daarna even bij te komen op het terras van het hotel. Het liep allemaal anders....

In de buurt van de Bladkoning aangekomen, werd tijdens een korte rustpauze nogmaals het geluid van deze soort afgespeeld. Al vrij snel zag BvG een klein, donker vogeltje aan komen vliegen vanuit het noorden, dat hoog in een Zeeden op een kale tak ging zitten. Een snelle blik met de kijker leerde dat het een vliegenvanger was. Een kleine schok, want naast het tamelijke late tijdstip, zag deze er toch wel anders uit dan de bekende vliegenvangers. Vooral het koudbruine, daardoor nogal donkere kleed, in combinatie met de zeer lichte oogring die het grote oog nog verder accentueerde, deed alarmbellen verder afgaan. BvG maakte snel een serie foto's met de zon in de rug, terwijl de vogel op typische vliegenvanger manier rondvloog en op een afstand van 25-100 meter telkens hoog op een kale tak van een van de dennen ging zitten. Opvallend waren de opgerichte houding, de donkere bovenborst en de sterk getekende, zeer lichte keel met donkere lijnen erlangs, die in eerste instantie wel wat aan Blauwstaart deed denken. Helaas liet de vogel zich niet op de rug kijken. De vogel was even uit beeld, maar kwam na het afspelen van de roep van Bladkoning weer terug op dezelfde plek. De foto's checkend werd Grauwe vliegenvanger snel uitgesloten door het ontbreken van een gestreept voorhoofd, tekening op de borst en de genoemde oogring. Door het ontbreken van wit op de grote dekveren en staart vielen ook alle 'bonte' vliegenvangers af. BvG had geen idee waar hij naar stond te kijken en dacht aan een zeldzame vliegenvanger, maar welke? Een vogelboek lag thuis en lukraak zoeken op www leverde ook niet veel op. Een appje met een BOC-je en vervolgens een telefoontje naar Rinse van der Vliet bevestigde het vermoeden dat het hier om iets heel zeldzaams moest gaan en de verdenking ging richting een van de Aziatische vliegenvangers. Bruine Vliegenvanger (Muscicapa dauurica) werd met een vraagteken de 0-hypothese. RvdV vroeg om meer foto's. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan als de adrenaline het overneemt. Na enig gestuntel met mobiel en camera konden de gevraagde foto's geappt worden. Opdracht van RvdV aan BvG: 'piepen!!' Via de appgroep 'Bird Alert Den Haag e.o.' werd de waarneming als Bruine Vliegenvanger, met de foto's en locatie wereldkundig gemaakt. Al vrij snel kwam Arjan Dwarshuis in de lucht met de mededeling dat hij en anderen Dark-sided Flycatcher (Muscicapa sibirica) beter vonden passen, vanwege onder andere de donkere teugel, uitgebreide donkere tekening op de flank en relatief weinig oranje aan de snavelbasis. RvdV had de waarneming ook al doorgezet naar de landelijke RBA's. Uiteraard was de vogel al een tijdje niet te zien, ook vanwege het appen en bellen. Paniek!

Roetvliegenvanger Muscicapa sibirica, Wassenaar, ganzenhoek, 5 oktober 20 (Bas van Gennip)

BvG moest zich nu herpakken, wetende dat het druk zou worden en enig gevoel van verantwoordelijkheid voor het kunnen tonen van de felbegeerde soort leverde nog extra stress op. Een kwartier na de definitieve determinatie reageerde de vogel gelukkig op het geluid van Dark-sided Flycatcher op Xeno-Canto en liet zich, helaas nu steeds met tegenlicht, zien in het valleitje ten westen van de ontdekplek. Na nog eens 20 minuten wachten kwamen de eerste, oververhitte lokale vogelaars, waaronder JvdS, aangerend en konden ze de waarneming bevestigen. Het stuitergevoel begon een beetje te zakken... felicitaties en opluchting! Pas nu bleek de soort ook een Nederlandse naam te hebben: Roetvliegenvanger.

Roetvliegenvanger Muscicapa sibirica, Wassenaar, ganzenhoek, 5 oktober 20 (Bas van Gennip)

De volgende uren was het een bekend komen-en-gaan van enige honderden mensen die, soms met enig geduld, de vogel te zien kregen. Parkeerplaats 'De Kuil' bleek ook overvol en bijbehorend sprintje hiervandaan was van vele rode, bezwete gezichten af te lezen. De vogel was intussen nog iets verder opgeschoven en liet zich zien in een bosperceel met Zeedennnen vanaf een ander pad. In de berm van dit pad bevond zich ook een aantal Hemelsleutel-planten.....

Thuisgekomen werd tijdens het avondeten de dag doorgenomen. Het nieuws van het vogelavontuur in Ganzenhoek werd na het bekijken van de foto´s van de massatwitch en het kbk-tje met het bekende gehoon ontvangen. Een van de pubers vroeg zich af waar die Roetveegvliegenmepper uit ontsnapt was.

De eerste gelukkigen, Wassenaar, ganzenhoek, 5 oktober 20 (Bas van Gennip)

Deze vliegenvanger komt voor van noordoostelijk Afghanistan en de Himalaya in het westen tot noordoostelijk Azië in het oosten en overwintert normaal gesproken in westelijk Indonesië en de Filipijnen. Dit was de derde (of vierde) waarneming van deze kleine zeldzaamheid voor Europa. Eerst was er een omstreden waarneming op 16-21 augustus 1982 op Helgoland, Duitsland, die eerst werd geaccepteerd als Aziatische Bruine Vliegenvanger / Bruine Vliegenvanger (M daaurica), maar vele jaren later opnieuw werd geïdentificeerd en werd genegeerd als een ontsnapte kooivogel. Misschien was die beslissing logisch, aangezien de volgende drie Dark-sideds allemaal rond 5 oktober werden gezien. De eerste die door een relevante zeldzaamheidscommissie werd geaccepteerd, was een jong exemplaar in Höfn, IJsland, op 1-5 oktober 2012. Vorig jaar, op 5-10 oktober 2023, vond Bert de Bruin een jong exemplaar op Herdlevær, Hordaland, Noorwegen, als tweede voor Europa (en WP).

Bas van Gennip

Discussie

Edwin Russer  ·  6 oktober 2024  19:05

Geweldig verhaal Bas en bedankt voor deze fantastische knaller! 

Ed van Boheemen  ·  6 oktober 2024  22:45

Geweldig verhaal! Gefeliciteerd met het vinden van deze MEGA!!! Van genoten vanmiddag!!

Max Berlijn  ·  7 oktober 2024  05:29

Mooi verhaal graag nog ff aandacht voor mijn posting hier, die naam is gewoon heel raar vind ik. Wie bedenkt zoiets? 

Leo Stegeman  ·  7 oktober 2024  08:58

Eens met Max, ik durfde de naam nauwelijks uit te spreken in niet-vogelaars gezelschap...

Diederik Kok  ·  7 oktober 2024  09:23

Dank voor deze bizarre ontdekking én het snelle handelen Bas (en Marcel). Gelukkig kwam het gisteren voor de eilandgangers en vele anderen alsnog goed na een dikke vijf uur zoeken. Kandidaat voor de zeldzaamste zangvogel die we ooit in NL zullen zien?…

Patrick Bouthoorn  ·  7 oktober 2024  10:14

Bedankt Bas voor deze soort. Ik weet niet wie deze soort in het voorspel spel heeft gekozen, maar wat mij betreft win jij de verrekijker.  

Ben Gaxiola  ·  7 oktober 2024  10:48

Ik vind mega wel wat eufemistisch voor deze donderslag bij heldere hemel.

Als een vogel de term 'cosmic mindfucker' verdient, dan is het deze wel.

Daniël Boer  ·  7 oktober 2024  11:38

Fantastische vondst, Bas, zeer bedankt! Zou het misschien om dezelfde vogel kunnen gaan als van Bert de Bruin? Dat klopt qua kleed/leeftijd, geloof ik, en het is mogelijk minder onwaarschijnlijk dan twee van deze extreme dwaalgasten een jaar na elkaar. Het is vast moeilijk hard te maken op basis van zichtbare kenmerken, maar het lijkt mij een optie.

Kevin Varekamp  ·  7 oktober 2024  12:57

@Leo (en Max),

Wat is er precies zo raar aan de term 'roet' dat het voor niet-vogelaars zo choquerend zou zijn?

Jan van der Laan  ·  7 oktober 2024  13:00, gewijzigd 7 oktober 2024  20:55

Zeer bedankt Bas en Marcel. Ook complimenten voor hoe te handelen na een mega-ontdekking!

Ik heb nog even een kaartje gemaakt met behulp van de kaart op Bird Life International waarop met rode stip de waarnemingen in Europa. Het is wel een mercatorprojectie, waardoor de afstand van het broedgebied in Siberië naar Europa groter lijkt dan het in werkelijkheid is. 

(voor de kleuren: geel = broedgebied, groen = doortrek, blauw = overwinteringsgebied)

Hans Overduin  ·  7 oktober 2024  13:57

Dank Bas (en Marcel) voor het opmerken en vooral vervolgens de snelle actie, waardoor ik -net als velen- deze soort zaterdag nog even mooi kon zien ! Congrats met deze klapper ;-) . 

Max Berlijn  ·  7 oktober 2024  14:29, gewijzigd 7 oktober 2024  14:46

@Kevin, ik vind het raar en kinderlijk (doet me aan Roetveeg Piet denken) klinken dus niet choquerend. Dit is de default vliegenvanger in NO Siberië, algemener dan Gra/ey Streaked Flycatcher, dus een relatie met die naam lijkt me objectiever en serieuzer, maar verder ben ik gewoon een blij ei met het feit dat hij er gisteren nog wel zat.

Leo Stegeman  ·  7 oktober 2024  15:19

De zekdzaamste zangvogel op de Nederlandse lijst (en hele WP) is natuurlijk de onnavolgbare crackle...

Jan Hein van Steenis  ·  7 oktober 2024  15:26

Ik was toen het piepje kwam net bezig om mijn spullen te verzamelen om eens een bezoek aan mijn moeder met een dagje trektellen-aan-zee te combineren. Ik kwam nu via een omweg met een veel beter humeur langs, haha! Ook mijn lof voor het snelle melden – een kwartier later en ik had hem zaterdag gedipt.

Die fraaie hemelsleutel is me zaterdag (toen ik na een korte doch fraaie waarneming naar mijn vrij schandalig geparkeerde auto terugliep) ook opgevallen. Dat zijn nou leuke details in een ontdekverhaal.

Dat de vogel zich de rest van de avond niet meer zou laten zien en de diverse Deception Tours-deelnemers die me tegemoetkwamen nog minstens 18 uur lang zouden moeten bibberen, wist ik natuurlijk niet (zoiets gun ik niemand).

Ik kon nu zondag naar De Nolledijk: heel tevreden met die keuze, al pikte ik de SiBoPi niet op.

Gert Ottens  ·  7 oktober 2024  17:31, gewijzigd 7 oktober 2024  17:31

@Jan: inzichtelijk dat kaartje. Maakt het geval op Bermuda nog extremer.

Bert de Bruin  ·  7 oktober 2024  19:10

Zou het een mogelijkheid zijn dat de vogel(s) via det Amerikaanse continent naar hier zijn afgedwaald? Ik heb dat als een mogelijkheid genoemd in het artikel dat ik voor het Noorse nationale blad geschreven heb. Er zijn ook meerdere najaarsgevallen op de eilanden nabij Alaska...dan is het geval op Bermuda misschien niet zo absurd...

Peter de Vries  ·  7 oktober 2024  19:27, gewijzigd 7 oktober 2024  19:32

In Auk volume 100 (1983) is een artikel verschenen over de vogel op Bermuda (A Record of the Siberian Flycatcher (Muscicapa sibirica) from Bermuda: an Extreme Extra-limital Vagrant). De vliegenvanger werd op 28 september 1980 waargenomen, is verzameld (!) en bleek een 1e kalenderjaar man te zijn.

De auteur schrijft: 'Assuming that the Bermuda specimen originated from the closest part of the breeding range, the straight line distance to Bermuda over the Canadian Arctic is approximately 9,000 km, only 500 km greater than the distance to the southern extremity of the species' normal wintering range, but in exactly the opposite direction!'. Lijkt mij een aannemelijke hypothese. Zou dus ook goed kunnen dat de vogel op IJsland ook vanuit het westen afkomstig is, en niet een oostelijke herkomst heeft. 


Willem Bosma  ·  7 oktober 2024  20:40, gewijzigd 7 oktober 2024  20:41

Bas, bedankt voor deze prachtige ontdekking. Dit ga je niet snel overtreffen, wat een soort. Ook Tom bedankt voor het terugvinden de zondag. 

Vanaf Vlieland was het na de melding (herontdekking op 06-10) rond 12:00 snel schakelen, de reguliere boot naar de vaste wal van 11:55 was net vertrokken. Bedenken wat wijsheid is, bellen en regelen. Binnen no time een watertaxi geregeld die om 13:40 in de jachthaven van Vlieland kon zijn. Er was voldoende animo, dus de watertaxi was snel gevuld met 12 geïnteresseerden die een poging wilden gaan doen.

Uiteindelijk bleek dit een tactische zet, na het nodige oponthoud onderweg vanaf Harlingen naar Wassenaar. Uiteindelijk na een zenuwslopend halfuurtje de vogel prachtig kunnen zien. De ontlading was intens.

Het hele verhaal van deze hectische, gewaagde maar uiteindelijk memorabele twitch komt ergens deze week online op mijn blog


Folkert Jan Hoogstra  ·  7 oktober 2024  22:33

Tegenwoordig maak ik met mijn nieuwe action cam vaak POV opnamen (afkorting van point of view, ik heb geen idee wat een goede Nederlandse vertaling is). Vaak knip ik er stukjes uit voor een vlog. Maar voor deze heb ik eens besloten om de hele video online te zetten voor wie het nog eens wil herbeleven

Vlog komt later nog. 

Arnoud B van den Berg  ·  8 oktober 2024  07:43, gewijzigd 8 oktober 2024  09:39

@Peter: het verhaal van de beroemde Bermudavogel zou verplichte literatuur moeten zijn voor dwaalgastcommissieleden die moeite hebben om naast de opties ‘ontsnapt of ship-assisted’ ook ‘wilde herkomst’ te overwegen; in Avifauna van Nederland 1 (1999, 2001), pagina 18, wordt dan ook uitgebreid naar deze Siberische Vliegenvanger (Muscicapa sibirica sibirica) verwezen.


En Bas: nogmaals dank voor de mooie ervaring.

Lieven De Temmerman  ·  10 oktober 2024  12:05, gewijzigd 10 oktober 2024  12:07

Het is maar een idee (en niet waterdicht), maar gegeven de densiteit van grote schepen in de wereldzeeën, en gegeven dat vogels wel eens over zee vliegen tijdens trek en op een boot kunnen landen, lijkt het de optie van ship-assisted helemaal niet zo raar. Uiteraard kan de vogel ook op eigen kracht tot in NL (en de Bahama's) vliegen, maar mijns inziens zegt de tijd van het jaar (oktobergevallen) niet zoveel over de wijze van transport van deze Roetvliegenvanger: het is in september dat die beestjes migreren, en ze dus ook op een boot kunnen belanden en er een paar weken kunnen op meeliften. Ik zou zelfs stellen dat het aannemelijker is dat deze vogel tijdens trek ergens in de straat van Singapore op een boot is geland, vervolgens wat insecten heeft gegeten tijdens de rondvaart rond Kaapstad, en uiteindelijk voor de kust van NL gedacht heeft om van boord te gaan, en bij de Bahama vogel kan ook zoiets toen die bvb. ergens tussen Z-Korea en Taiwan in de Z-Chinese zee op een boot richting Amerikaanse Oostkust belandde. Om deze hypothese kracht bij te zetten, zouden er uiteraard ook wat dwaalgasten moeten gezien worden rondom het Suez en Panamakanaal ;-) (of die zijn toevallig niet van de boot gevlogen bij nauwe zeestraten, omdat het toen daglicht was (en dus geen trekdrang?)

ivm de Nederlandse naam: Siberische Vliegenvanger lijkt prima voor (deze) ssp. sibirca, maar niet onmiddellijk een goed idee voor de Himalaya ssp.  (Cacabata, Gulmergi, Rothschildi) zeker als je die massaal ziet opduiken in het voorjaar in de Himalayan foothills in N-India...Dus tijd dat ze deze splitten :-)

Bert de Bruin  ·  10 oktober 2024  18:54, gewijzigd 10 oktober 2024  18:58

Ben je nou serieus, Lieven? Wat een fantasieloos onzinverhaal...ship-assisted is natuurlijk misschien ergens mogelijk, maar niet aannemelijk.

Lieven De Temmerman  ·  10 oktober 2024  21:18

Als je de 10-tallen zangvogels op 100-den schepen niet negeert, is het inderdaad fantasieloos want realistisch. Of dat voor iedere soort evenveel geldt… en zoals gezegd, ze kunnen uiteraard ook gewoon vliegen.

Tom van der Have  ·  12 oktober 2024  06:47

Spectaculaire ontdekking van Bas! Voor de eilandgangers verder dan Texel vrijwel onmogelijk nog te halen op zaterdag. Daarom zondagochtend met eerste boot van Vlieland vertrokken en vanaf c 11 uur in Meijendel gaan zoeken. En de vogelaars af te lossen, die al vijf uur aan het zoeken waren, en in grote getalen waren vertrokken. Om klokslag 12 uur, out of the blue sky, streek een kleine, kortstaartige vogel neer in de top van een den, na een snelle foto check: de roet(flank)vliegenvanger! Niemand in de buurt, dan maar hard roepen, hij zit hier, geen reactie. Harder roepen, hij zit HIER. De vogelaars in de buurt dachten echter dat een wandelaar zijn hond riep… Gelukkig daalde snel de mogelijkheid in dat de vogel was teruggevonden en konden 10-20 vogelaars m zien in de top van de den. De rest van de dag bleef de vliegenvanger in de toppen van dennen foerageren. En ving zelfs libellen! Een ander gedrag, afgaande op de foto’s, op zaterdag toen de vogel vooral op takjes dicht bij de stam zat. De roet(flank)vliegenvanger werd nog tot c zeven uur 's avonds gezien, tot grote opluchting van 350+ vogelaars.

Tom van der Have  ·  12 oktober 2024  07:20, gewijzigd 12 oktober 2024  07:32

@Peter: interessante hypothese. Recent onderzoek laat zien dat trekvogels veel grotere afstanden non-stop kunnen vliegen dan ooit voor mogelijk is gehouden. En dat we met de huidige kennis van het trek-metabolisme dat nog niet goed kunnen verklaren. De ecologische verklaring is simpel: vliegen is, zeker voor kleinere vogels, de veiligste manier om van A naar B te komen. Bij elke stop op land dreigt het gevaar van predatoren, voedselgebrek en ziektes.

@Lieven: de gebruikelijke alternatieve hypothese, die ik niet direct als complot-theorie wil afdoen. Er is voor zover ik weet weinig onderzoek naar gedaan. Zijn de ship-lifters losers of survivors? Hoeveel levende insecten zitten er op een schip na weken op zee? Hebben de ship-lifters genoeg vet? Neem een mistnet en insectenvallen mee op zee, en ga meten. Als de ship-lifting strategy echt succesvol zou zijn, dan zou ieder groot zeeschip in de trektijd wekenlang vol moeten zitten met tienduizenden trekvogels. Neem ook een radar mee om de miljoenen trekvogels die unassisted de Atlantische Oceaan oversteken te tellen.

Bert de Bruin  ·  12 oktober 2024  08:22

#Tom, een onderzoek naar vogels op zeeschepen zou een goed idee zijn. Op schepen zitten altijd wel vogels, maar hoe lang en of ze overleven is denk ik onbekend. Voor een aantal vogels is meeliften op schepen misschien wel goede verklaring een verklaring voor verdwalen.

Maar zoals je zegt, recent onderzoek (bij grote karekiet, meen ik) heeft aangetoond dat vogels op zeer grote hoogte kunnen migreren en kennelijk een strategie hebben waar wij weinig van weten. Dat zou kunnen betekenen dat vogels ook op die manier kunnen verdwalen. In mijn ogen moet je dan ook een open mind hebben over hoe zo'n vliegenvanger hier kan komen. Ik vind de mogelijkheid van ship-assisted (ook nog eens via zuid-oost Azië) en te gemakkelijke en fantasieloze optie. 

Tot ik mijn vogel vorig jaar vond waren er twee gevallen, één op IJsland en één op Bermuda. Die van mij zat op zo'n beetje het meest westelijke deel van Noorwegen. Verder zijn er meerdere najaarsgevallen in west Alaska. Als deze vogels op hoogte migreren en de verkeerde kant op vliegen om het maar even simpel te zeggen, dan is een route over noordelijk Canada  misschien een meer plausibele verklaring dan over Azie, maar het is natuurlijk moeilijk te bewijzen. Maar ship-assisted als verklaring voor deze gevallen is een uiterst zwakke optie!

Arnoud B van den Berg  ·  12 oktober 2024  12:30, gewijzigd 12 oktober 2024  12:38

Sinds ik 12 jaar geleden las dat Tapuiten die in NO-Canada broeden elk jaar tweemaal 3500 km over de Atlantische Oceaan vliegen om te overwinteren in het westen van tropisch Afrika, twijfel ik niet meer over het vliegvermogen van kleine trekvogels (onderzoek met geolocators en isotoop analyse: Biology Letters rsbl20111223, WP reports in DB 34: 112-124, 2012).

Trouwens, tapuiten die in Alaska broeden bleken nog veel grotere afstanden te vliegen, tweemaal 14 500 km over Azië naar het oosten van tropisch Afrika, maar steken daarbij niet een oceaan over.


Rinse van der Vliet  ·  12 oktober 2024  14:21, gewijzigd 12 oktober 2024  14:30

@Arnoud, je wilt de fysiologische capaciteiten van (Groenlandse) Tapuit vergelijken met andere kleine vogels? Eén populatie van één zangvogelsoort die jaarlijks structureel onze oceaan tweemaal (diagonaal) oversteekt zegt m.i. niet zo veel over andere soorten zangvogels. Wat zou de reden zijn dat er maar één zangvogelpopulatie is die dat doet?

Peter de Knijff  ·  14 oktober 2024  11:26

Die tapuiten hebben een truc ontwikkeld waarmee ze van vetverbranding kunnen omschakelen naar eiwit (lees spier) verbranding, afhankelijk van o.a. de toegankelijkheid tot water. Ze kunnen min-of-meer naar keuze omschakelen. Of andere zangers dat ook kunnen weet ik niet, maar dit model is bij de tapuiten tot in detail uitgeplozen door o.a. Franz Bairlain.

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.